Hoe slim kan een index zijn? Smart bèta is zeker geen heilige graal, maar wel een meer dan welkom alternatief voor de traditionele indexvolgers. 17 oktober 2014 12:00 • Door Peter van Kleef Er zitten twee indices in een aandelenportefeuille. Zegt de één tegen de ander: "ben ik nou zo slim of ben jij nou zo dom?" Met die geslaagde grap - ik had 'm graag zelf verzonnen - begint Marcel Tak zijn betoog, een betoog waarin hij de bedenkers van smart bèta een veeg uit de pan geeft. Ik kan voor een deel in zijn pleidooi meegaan. Ooit joeg ik elke ETF-bakker tegen me in het harnas door de stelling te poneren dat de index “een dom ding” is. Die uitspraak achtervolgt me nog regelmatig. Zelfs de salesafdeling van IEXProfs heeft er last van, want IEXProfs, “dat is toch die titel waarvan de hoofdredacteur tegen passief beleggen is?” Het collectief geheugen is een raar fenomeen. Ik heb sinds die tijd al meerdere keren mijn stelling genuanceerd, maar sommige uitspraken blijven altijd hangen. Zoals die van dat dom ding. Ik vind nog altijd dat de belangrijkste aandelenindices die de wereld rijk is, domme dingen zijn, overigens. Niet slimDe Dow Jones met 25 aandelen die door de redactie van een krant wordt samengesteld. Of indices die op basis van marktkapitalisatie worden ingericht. Daar zit bepaald geen raketwetenschap achter en de structuur is bij uitstek geschikt om bubbels te blazen, zoals we gezien hebben in de afgelopen decennia toen IT-aandelen goed waren voor zo’n 50% van de MSCI World en later financials voor een slordige 40%. Dat kun je met geen mogelijkheid slim noemen. Maar sinds ik de index het etiket dom ding opplakte, is er een hoop water door de Maas gevloeid. Er zijn indices gelanceerd die worden samengesteld op basis van fundamentele factoren (fundamental indexing). Die zijn al een stuk minder dom. Zeker bij de lancering leken ze – met brochures vol fraaie backtestgrafieken – een stuk slimmer dan de traditionele marktgewogen index. Later bleek de outperformance die ze in die laboratoriumfase uitbraakten vooral toe te schrijven aan bijvoorbeeld een value-bias. Of aan een smallcap-bias. Dat laatste zorgde er trouwens voor dat zo’n ander slim idee, de gelijkgewogen index, ook een marketingsucces dreigde te worden. Nu we weten dat ze niet echt slim waren, maar gewoon bepaalde karaktereigenschappen hadden die in bepaalde markten voor een extra rendement zorgden, zijn ze alweer van de nodige allure ontdaan. Diezelfde trekjes werken in andere tijden net zo hard tegen je. Als value uit de gratie is. Of als de smallcap-premie uit de koersen loopt. Zinvol alternatief Maar de beleggingsindustrie zou de beleggingsindustrie niet zijn als ze niet iets nieuws zouden uitvinden. Vooral als het zo simpel werkt. Gooi honderd miljoen ballen met cijfers in een lingobak, laat een blond geverfde dame op hoge hakken de ballen husselen en vis net zo lang tot er een anomalie boven komt drijven. Of, bij gebrek aan anomalie, een strategie die een lage correlatie met aandelen heeft, bijvoorbeeld. Het probleem is natuurlijk dat correlaties niet statisch zijn en onder druk naar elkaar toe vloeien. Maar, sommige anomalieën blijken hardnekkig en zelfs bestand tegen de weerstand van door de wol geverfde cynici en sceptici. Zo doet low volatility het al zo’n veertig jaar beter dan de markt. En zo verwerft smart bèta in verschillende verschijningsvormen zich een plek in het schap en de portefeuilles. Die laatste vooral omdat het de bubbels uit de traditionele index filtert. Daar kun je nauwelijks iets op tegen hebben. De naam smart bèta – daar ben ik het met Tak eens – is geen verstandige keuze. Slimme mensen moeten niet roepen dat ze slim zijn, dat gaat onherroepelijk fout. Voor indices geldt ongetwijfeld hetzelfde. De term smart bèta trekt veel beleggers aan die geen idee hebben wat er onder het marketinglaagje zit. Smart bèta moet zichzelf ook helemaal niet profileren als de heilige graal of het ei van Columbus. Zinvol alternatiefPositioneer jezelf als een zinvol alternatief, desnoods leg je uit dat je door de alternatieve constructie van deze index een aantal valkuilen omzeilt. Dat hij achter kan blijven in een tijd waarin bubbels worden opgeblazen, maar dat dit ruimschoots gecompenseerd wordt als je daarna het pijnlijke uiteenspatten ervan van een afstandje kunt bekijken. Smart bèta is dan ook niet de oplossing-voor-al-uw-problemen. Het is wel een meer dan welkom alternatief, naast het traditionele domme ding. Het is, in essentie, eigenlijk de hybride tussenvorm, een mengsel van actief en passief. Het is een hier-is-over-nagedacht- index. Het is de middenweg, die misschien niet gulden is, maar wel beter dan de uitersten links en rechts die nog steeds vanuit hun loopgraven met modder naar elkaar smijten. Maar verwacht er geen wonderen van. Hooguit een iets betere nachtrust, want de achtbaanrit van de marktgewogen index, daar zit de gemiddelde belegger niet op te wachten. Want dat zijn ingewanden geklutst werden in 2002 en 2008, dat is hij nog niet vergeten. Geen garantieHet grootste probleem is dat smart bèta eigenlijk niet meer dan een verzamelnaam is voor elke ETF op een index die net even anders wordt samengesteld. En dat is na een enorme en nog altijd in tempo toenemende groei inmiddels een bonte verzameling. Met daartussen ongetwijfeld veel kaf. Of te duur koren. Het etiket smart bèta is daarom absoluut geen garantie. Net als bij de traditionele beleggingsfondsen zitten er pareltjes tussen. En eendagsvliegen. En blijvertjes. De belegger moet nog steeds zijn huiswerk doen en dat huiswerk is een stuk gecompliceerder dan bij gewone ETF’s of fondsen. Een goede adviseur is daarbij bepaald geen overbodige luxe. Maar dan wel een adviseur die open staat voor innovatie en nieuwe ideeën, maar tegelijk niet met elke hype meewaait. Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.
Impactbeleggen 24 jul “Impactbeleggen is pionieren” Als hoofd Private Markets & LDI leidt Rik Klerkx de inspanningen van Cardano om voor z’n klanten, veelal middelgrote pensioenfondsen, een positieve impact en een gezond rendement te boeken. “Hun duidelijke wens is om meer te doen met impactbeleggingen. Wij komen hen tegemoet met maatoplossingen.”
Impactbeleggen 28 jun PE en impactbeleggen vormen een goede combi Private equity heeft volgens Achmea IM veel te bieden aan beleggers die naast een mooi rendement een positieve bijdrage willen leveren aan een betere wereld.
Impactbeleggen 26 jun ”De financiële sector heeft een rol te spelen” Hadewych Kuiper van Triodos Investment Management over de betekenis en het belang van impactbeleggen. “Het is een hardnekkige mythe dat impactbeleggen ten koste zou gaan van rendement.” Dit is de eerste aflevering van een serie interviews over de zin van impactbeleggen.