Ruben Munsterman is vier dagen in de week contentmanager van IEXProfs. Daarnaast werkt hij nog één dag in de week bij Follow the Money.

Nieuws

Hoge active share is niet genoeg

Fidelity concludeert dat fondsen met een hoge active share én een lage tracking error, de meeste waarde gaan opleveren.

Het is de kunst voor een fondsmanager om de beste aandelen (hoger rendement) in een scala aan categorieën (spreiding van risico) uit te kiezen. Om een metafoor te gebruiken: van iedere soort taart, het lekkerste stuk pakken. Daarom moet men op zoek gaan naar de fondsen met een hoge active share en een lage tracking error.

Fidelity constateert in zijn paper Global equities: the value of an active approach dat het in 2011 en 2012 moeilijk was voor fondsmanagers om op de internationale aandelenmarkten de index te verslaan omdat de koersen vooral werden beïnvloed door macro-economische factoren, zoals de eurocrisis en het Amerikaanse schuldenplafond. Deze economische effecten beroeren aandelen over de hele linie en dan wordt het voor stock pickers moeilijk om de benchmark te verslaan.

Aandeel als individu
Sinds 2013 is er weer meer oog voor de fundamenten van individuele aandelen in plaats van macro-economische factoren. En dat is positief voor actieve fondsen. Uit gegevens van Lipper blijkt dat er in de afgelopen vijf kwartalen tot en met maart 2014 een netto-instroom van 264 miljard dollar naar actieve fondsen is gegaan. Het klopt dat ook passief is gegroeid, maar het deel dat naar actief ging was groter dan naar passief.

Niet ieder actief beheerd fonds is echter zo actief als het eruit ziet. Er zijn luie fondsmanagers die hun portefeuille bijna exact hetzelfde hebben ingericht als een index. Daar moeten beleggers vanzelfsprekend niet in stappen, omdat een goedkope ETF dan een betere uitkomst biedt. Dan de vraag: hoe weet u hoe ‘actief’ een fonds echt is?

Tracking error
Er zijn twee maatstaven om te bepalen hoe ‘actief’ een fonds is. Een is de zogeheten tracking error, die achteraf pas kan worden bepaald. Dit instrument meet de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsfonds en de waardeontwikkeling van een benchmark. Een lage tracking error is overigens niet per se negatief. Wanneer een fonds bijvoorbeeld ieder jaar een rendement van precies 5% boven de benchmark haalt dan is de tracking error 0. Het fonds presteert dan namelijk consequent 5% beter dan de index, en heeft daarmee dezelfde volatiliteit. Een hoge tracking error duidt er juist op dat een fonds niet hetzelfde beweegt als de benchmark.

Active share
Een nieuwere methode die aan populariteit wint, is de active share. Deze kan vooraf worden vastgesteld. Active share meet hoeveel de portefeuille van een fondsmanager qua aandelen afwijkt van de samenstelling van de benchmark. Een hogere active share kan bereikt worden door meer overwogen of juist onderwogen te zijn in bepaalde aandelen van de index, of door aandelen uit te kiezen die helemaal niet in de index staan.

Een fonds dat geen enkele positie hetzelfde heeft als de index, noteert een active share van 100%. Dat roept wel de vraag op waarom een beheerder zich überhaupt nog met deze benchmark vergelijkt. Meestal is tussen de 40 en 80 procent wenselijk.

Er zijn op basis van deze twee maatstaven vijf soorten fondsen:

1         Fondsen met een lage tracking error en hoge active share

2         Fondsen met een hoge tracking error en lage active share

3         Fondsen met een lage tracking error en lage active share

4         Fondsen met hoge tracking error en hoge active share

5        Fondsen die gematigd actief zijn (middenmoot)

De nummer drie (door Cremers en Petajisto ‘closet indexers’ genoemd, met een active share die lager is dan 60%) is de fondsmanager die te veel op de benchmark lijkt en dus absoluut geen aanrader. Maar welke dan wel?

Fidelity denkt dat de internationale aandelenfondsen met een lage tracking error en een hoge active share (1) de meeste kans hebben om de benchmark te verslaan. Zij pogen immers af te wijken van de benchmark (hoge active share) maar hebben hun aandelen wel dusdanig gespreid over sectoren  dat het in grote lijnen mee beweegt met de index (lage tracking error).

Fidelity beroept zich op het onderzoek van Antti Petajisto en Martijn Cremers waaruit blijkt dat de diversified stock pickers zelfs de enige categorie is die consequent de benchmark wist te verslaan in de geschiedenis.

Nu de periode van eurocrises en schuldenplafonds voorbij is, is het volgens Fidelity zaak voor beleggers om de beste gespreide stock pickers uit te kiezen. Het is tijd om te kijken naar individuele aandelen. 


Ruben Munsterman is redacteur bij IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Klik hier voor een overzicht van Rubens actuele beleggingen.

Lees meer

Assetallocatie