Nieuws
Langere barstjes in Acht Breekbaren
De Acht Breekbaren onder de opkomende economieën lijken alweer te herstellen. Juich niet te vroeg, maant Gavyn Davies.
De crisis van de Acht Breekbaren – India, Turkije, Zuid-Afrika, Indonesië, Brazilië, Rusland, Chili en Argentinië – zet vooralsnog niet door. Maar definitief voorbij is hij evenmin. Eind jaren negentig raakten dezelfde landen bekneld toen de instroom van buitenlands kapitaal plotseling opdroogde als gevolg van een kettingreactie: eerst was er de roebelcrisis, die deed het hedgefund LTCM failliet deed gaan, waarna de Federal Reserve de kredietkraan dichtdraaide.
Zo'n extern probleem doet zich nu niet voor. Maar de Acht Breekbaren kunnen alsnog in de problemen komen door de binnenlandse kredietbubbels, die zij sinds de kredietcrisis hebben opgebouwd. Dat schrijft macro-econoom en vermogensbeheerder Gavyn Davies in zijn FT-column. In 2008 voorkwamen de regeringen en centrale banken van de Acht Breekbaren dat die crisis naar hun economieën zou overslaan via een stimulerend monetair en begrotingsbeleid.
Dat konden zij doen dankzij de enorme kapitaalstromen die de centrale banken in de VS en Europa op gang brachten met hun quantitative easing-programma's. Nu die moeten worden afgebouwd, zullen de Acht Breekbaren deze bron van easy money opnieuw zien opdrogen. Dat zal hen dwingen tegelijkertijd een reeks van impopulaire maatregelen te nemen: devaluaties, renteverhogingen, bezuinigingen en structurele hervormingen.
Een politiek van te laat en te weinig
En dat in een tijd waarin in bijna alle acht betrokken landen verkiezingen voor de deur staan. In de opmaat daar naartoe durven politici doorgaans nog minder dan anders, om zo hun kansen op herverkiezing niet te verspelen. Vermoedelijk, betoogt Davies, komen de noodzakelijke maatregelen dus te laat. En binnenlandse kredietbubbels zijn sowieso hardnekkiger dan problemen met de externe kapitaalbalans. De Acht Breekbaren barsten dus langzaam verder.