Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs.

Hij is sinds 2001 actief in de financiële journalistiek met een uitgebreid freelance-verleden en een lange geschiedenis bij IEX. Hij is ook de bedenker en samensteller van de IEX Fonds 40 en de IEX Defensieve 30

. Sinds 2015 is Van Kleef chief editor Investment Writing & Translations bij Robeco.
Nieuws

'Doet u mij maar een bubbel'

We moeten bubbels omarmen, zegt Standard Life's Frances Hudson. In elk geval tot op een zeker punt.

“We moeten bubbels omarmen. In elk geval tot op een zeker punt.” Frances Hudson is global thematic strategist bij het Schotse Standard Life Investments. Volgens Hudson is er geen wezenlijk verschil tussen de tulpenbubbel van een paar eeuwen geleden en de goudbubbel die we nu leeg zien lopen. “Bubbels zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn, omdat we steeds weer in dezelfde valkuilen trappen.”

Maar ondanks de negatieve connotaties zijn bubbels op financiële markten niet per definitie eng. Ze bieden ook volop kansen. Niet alleen goud is een recent voorbeeld. Ook de Japanse aandelenrally was er één, zij het met een wat kortere looptijd. Hudson kaartte afgelopen zomer bij het beheerteam van het roemruchte GARS-fonds al aan, dat een rally in Japan een potentieel risico was. “Als iedereen zo negatief is over een markt, kan de volgende beweging maar één kant op.”

Hudson kaartte Japan aan, maanden voor de verkiezing van Shinzo Abe en zijn niet onomstreden Abenomics. “Dat de draai er vroeg of laat zou komen, was voorspelbaar, ook al wisten we toen nog niks van beleidswijzigingen. De rally raakte ook snel los van de fundamentals – waarmee er sprake was van een bubbel.”

Kop of munt
Dat voorspellen van bubbels is natuurlijk niet zo simpel – was het dat maar. Eén van de experts die zich met bubbelherkenning bezighoudt is de Fransman Didier Sornette, maar zijn Financial Bubble Experiment heeft een voorspeljuistheid van 50% tot nog toe, wat zich redelijk verhoudt tot het opwerpen van een muntje. Hudson is meer te spreken over de leer van Minsky-Kindleberger die vijf fases in elke bubbel onderscheiden:

  • Een verandering van speelveld (denk aan de lancering van de iPad of de schaliegaswinning in de VS)
  • De ontwikkeling van beleggingsvehikels (denk aan complexe CDS uit de huizenmarktbubbel in de VS)
  • Euforie (‘een nieuw paradigma!’, ‘a game changer!’ en ‘wie dit niet snapt is een idioot!’)
  • Financiële onrust (betrokken bedrijven hebben het moeilijk, matig ontvangen beursgang – denk aan Facebook)
  • Afkeer (beleggers keren zich teleurgesteld af, onheilsprofeten preken hun gelijk)

Hudson schuift voor veel recente bubbels de schuld in de schoenen van de ETF-industrie en passieve beleggers. “Er is een normale markt voor goud, grondstoffen en soft commodities, waar de gebruikers de producten verhandelen. Maar met de opkomst van ETF’s is er veel speculatie in die markten gekomen. Bij grondstoffen omdat we met z’n allen dachten dat die spreiding aanbrachten in portefeuilles, een misperceptie. Als er teveel beleggers bij betrokken zijn, handelen grondstoffen niet meer op hun fundamentals, maar op beleggingssentiment.”

Beleggers hebben sowieso een kort geheugen, stelt Hudson. “Het was maar tien jaar geleden dat we de TMT-bubbel zagen leeglopen en toen vielen beleggers weer massaal voor de social network-hype. Twee heel vergelijkbare ontwikkelingen die allebei geen game changer konden zijn. Facebook heeft als succes sowieso de maximale tijdspanne van één generatie. Tieners vinden alles waar hij ouders rondhangen per definitie uncool.”

Lucht uit de bubbel
Hudson heeft weinig medelijden met bubbelbeleggers die nu lijden onder de leeglopende goudbubbel. “Als het einde van een bubbel speculanten treft, is dat prima. Die horen de risico’s te begrijpen. Het is anders als bubbels de fundamenten van de markt of de sociale omgeving aantasten.” Overigens loopt niet elke bubbel af met een pijnlijke knal. Sommige lopen redelijk ordentelijk leeg. Met name de centrale banken zijn bezig geleidelijk lucht uit een aantal bubbels te laten ontsnappen, ziet Hudson.

“China doet dat met de vastgoedbubbel en de kredietverlening via de schaduwbanken. De Federal Reserve via zijn tapering van QE.” En soms lopen bubbels als vanzelf rustig leeg. Als de rente op staatsoblighaties oploopt, vervalt de noodzaak voor beleggers om voor inkomen naar hoogdividendaandelen uit te wijken.”

Bubbels lopen op die manier vanzelf leeg. Het alternatief is de abrupte afloop van het feestje door het uiteenspatten van een zeepbel. Dat kan zeker de laatste jaren sneller en onverwachter gebeuren door de opkomst van het snelle geld. Vroeger waren dat de hedgefunds, later de daytraders en nu de high frequency traders en de ETF-beleggers. Bubbelspotten en bubbelhoppen is daarmee nog moeilijker geworden. Toch kan een belegger niet zonder, concludeert Hudson. “We moeten bubbels omarmen. In elk geval tot op een zeker punt.” 


Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Lees meer

Assetallocatie