Torsten Strohrmann is fondsbeheerder bij DWS Investments.

Column

Dapper zoeken naar rendement

Een rondje langs de rendementen in 2013 op deposito's, staatspapier, bedrijfsobligaties en covered bonds. U raadt het al

Aan het einde van een jaar is terug- en vooruitkijken een populair gegeven, ook onder beleggers. Wat ging er het afgelopen jaar goed en slecht? Soms is er boosheid: we hadden zoveel meer rendement kunnen behalen als we minder conservatief waren geweest en beter naar onszelf hadden geluisterd aan het einde van het jaar ervoor.

Want dat is een terugkerende factor, ieder jaar zijn we eind december dapper als we plannen maken voor de toekomst. Maar als het jaar voorbij is en we terugkijken zien we dat er niet zoveel is veranderd: we deden hetzelfde als altijd. Dus laten we weer dapper zijn en eens goed kijken waar rendement te halen valt. Ik neem u mee langs een aantal opties.

Deposito’s
Met een termijndeposito voor twaalf maanden verdien je gemiddeld tussen de 0,2 en - als je geluk hebt - 2,5%. Dat genereert op jaarbasis 25 euro op 1.000 euro vóór belastingen en kosten natuurlijk. Als we aannemen dat de inflatie op 1,9% uitkomt, dan krijgen we de volgende berekening: de belasting op 25 euro rente is, zeg, 25% waardoor we 6,25 euro betalen. De opbrengst na belastingen is dus 18,75 euro.

De koopkracht van de 1.000 euro neemt na verloop van tijd af als gevolg van inflatie zodat – als de inflatie uitkomt op 1,9% - ervoor zorgt dat wat we vandaag kopen voor 1.000 euro ons over een jaar 1.019 euro kost. Maar we krijgen op onze investering 1.018,75 na belastingen en dus investeren we op een negatief reëel rendement.

Wanneer we kijken naar termijndeposito's, zien we dat deze meestal vallen onder een garantieregeling, zodat ze dan wel minder opbrengen, maar wel veiligheid bieden in deze onzekere tijden. Banken willen bovendien graag particuliere klanten hebben omdat zij in de toekomst winstgevende werkzaamheden kunnen genereren en daardoor is een bank bereid een beetje meer te betalen. De rente is hoger zolang de bank nieuwe klanten nodig heeft. 

Op de herzieningsdatum, zeg na 12 maanden, daalt de rente meestal. Sommige klanten gaan dan weg naar een andere bank waar ze meer rente kunnen krijgen voor het deposito, maar de meeste blijven. Ze hebben geen zin om weer het papierwerk in te vullen. Deposito's worden dan ook gezien als zogenaamd "sticky geld" door de banken: klanten hebben de neiging om het te houden bij de bank waar ze zijn.

Institutionele beleggers zijn hier in het nadeel. Ze zijn niet bang om 20 of meer rekeningen te hebben. Ze verleggen het geld naar de beste bieder en de banken weten dat deze klanten flexibel zijn, en niet "sticky". Dat is de reden, waarom institutionele klanten een lagere rente krijgen voor bankdeposito's dan particuliere klanten.

Staatspapier
Staatsschuld heeft zijn onoverwinnelijke aura verloren. De opbrengsten van staatspapier uit de perifere eurozone liggen tussen de 3% en 6% voor 5 jaar, in vergelijking met 0,4 tot 0,9% voor de core eurozone. Voor de beleggers zien de kernlanden van de eurozone er duur uit en lijken ongeschikt als vluchthaven. De periferie biedt meer, maar beleggers mijden het vaak omdat de risico’s groter zijn.

Het Griekse voorbeeld toonde ons dat er geen schuilplaats voor kredietafwaarderingen is als er sprake is van wanbetalingen. We kunnen immers niemand aanklagen, want er is geen insolventieprocedure.

Bedrijfsobligaties
Dit is beter bij bedrijfsobligaties. Hier hebben we duidelijke faillissementsprocedures. Het rendement is echter nog steeds niet hoog, tussen de 2% en 2,5%. En als BBB gewaardeerde  obligaties worden verhandeld op een rendement dat ligt nabij de inflatie, dat roept dat vraagtekens op over de duurzaamheid. Maar er is zoveel angst in de markt, in combinatie meer heel veel geld, dat vrijwel alles gekocht lijkt te worden. En wel zo massaal dat de opbrengst vaak onder de 1% daalt.

Die zoektocht naar veiligheid duurt al sinds het uitbreken van de financiële crisis, het is een zoektocht die beleggers vaak doorzetten – ook al kost het een flink deel van het remdement.

Covered bonds
Gedekte obligaties, ofwel covered bonds, hebben een onderpand en genereren iets meer rendement. Hier hebben we een uitgevende partij die garant staat voor de obligatie en die een pool van onderpand aanhoudt ten behoeve van de covered bond beleggers. Indien de uitgevende instelling failliet gaat zorgen specifieke wetten ervoor dat de beleggers de rente en de aflossing uit het onderpand krijgt.

De opbrengsten zijn ook hier echter laag met 2% tot 2,5%. Gedekte obligaties zijn gemiddeld beter gewaardeerd dan staat- en bedrijfsobligaties, maar bieden wel vergelijkbare opbrengsten. Eigenlijk moet de opbrengst van covered bonds dus dalen ten opzichte van de andere obligaties: en als de opbrengst daalt gaat de prijs omhoog. Dit zou ons een extra 1% to 2% op een jaarbasis geven, als het gebeurt.

De belegger moet in 2013 dus goed kijken waar hij rendement genereert, en bovendien moet hij in zijn vlucht weg van lage opbrengsten moet de belegger wel voorzichtig zijn want niet alles is redelijk geprijsd. Dapper, maar met beleid dus. En hopelijk kunnen we over twaalf maanden concluderen  "2013 was een goed jaar, we hebben nergens spijt van".

Torsten Strohrmann is fondsbeheerder bij DWS Investments. De informatie in deze column is niet bedoeld als beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van een transactie.

Hoewel deze column is samengesteld met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, aanvaardt DWS Investments geen enkele vorm van aansprakelijkheid voor de onvolledigheid, onjuistheid of gevolgen van deze column.

Assetallocatie