Vorige week werden de Duitse bbp-groeicijfers van het eerste kwartaal van 2023 herzien en dat leverde een negatieve verrassing op. In plaats van een nulgroei voor de economie, zoals in de eerste instantie was gerapporteerd, bleek de economische activiteit in het eerste kwartaal gekrompen met 0,3%.
Op zich stelde die aanpassing niet zo heel erg veel voor, ware het niet dat de omvang van de Duitse economie in het vierde kwartaal van vorig jaar ook al was gedaald (-0,5%). Volgens een veelgebruikte definitie is een land officieel in een recessie beland als er sprake is van twee achtereenvolgende kwartalen van negatieve groei.
Wat is een recessie?
Paniek? Nou, niet vanwege het feit dat we nu aan die definitie van een recessie voldoen zou ik zeggen, want daar valt nogal wat op af te dingen. Zo zijn twee kwartalen van -0,1% officieel een recessie, maar is een eenmalige daling van 0,7% volgend op een groei van 0,4% -het verloop van de Nederlandse bbpgroei in Q4 en Q1- dat niet.
Bedenk daarnaast dat bbp-data met terugwerkende kracht door een nieuwe berekeningswijze soms aanzienlijk worden herzien, waardoor recessies uit het verleden opeens niet meer bestaan. Die kans neemt bovendien toe naarmate de groei van een economie lager ligt, iets wat voor een vergrijzende economie als Duitsland automatisch het geval is. Los daarvan; is het zo erg dat de economische activiteit afneemt als de arbeidsmarkt er verder nog steeds blakend bijligt, zoals we de afgelopen kwartalen in Duitsland zagen?
Amerikaanse methode
Kortom, van die ‘officiële’ recessie zou ik me niet al te veel aantrekken. Het is ook niet voor niets dat de VS zich weinig van de tweekwartalenregel aantrekt bij het vaststellen van officiële recessies. Daar hebben ze de National Bureau of Economic Research (NBER), die verantwoordelijk is voor de officiële vaststelling van de keerpunten in de economie. Die kijkt niet naar het bbp en houdt zich niet aan kwartalen, maar bepaalt op maandbasis wanneer de recessie begint en eindigt.
Hierbij ligt de nadruk op data van de arbeidsmarkt en consumptieve bestedingen, en speelt de productie eigenlijk een ondergeschikte rol.
Elke drie jaar een recessie

De grafiek van deze week laat het verloop van het Duitse bbp zien van 2000 tot nu. De grijze vlakken zijn de periodes waarin er sprake was van een daling van het bbp die twee kwartalen of langer aanhield. Wat blijkt? Volgens die definitie is de Duitse economie nu in de achtste recessie sinds 2000 beland. Gemiddeld dus elke drie jaar een recessie.
Who would’ve thunk it…. Belangrijker dan de grijze vlakken is uiteraard de rode lijn zelf. Als je die door je wimpers bekijkt, zie je twee duidelijke recessies (2008 en 2020) en valt verder de langdurige periode van nulgroei in de periode 2001-2005 op. De ‘recessies’ van 2004 en 2012 waren nou niet echt wereldschokkende gebeurtenissen.
Nieuwe recessiekans
De huidige verzwakking van de Duitse conjunctuur valt nog duidelijk niet in de ‘echte’ recessiecategorie, wat je ook duidelijk in onderstaande grafiek ziet. Hier kijken we naar de procentuele daling van de economische activiteit gerekend van de voorgaande top. De ‘recessie’ van 2023 is volgens deze grafiek qua omvang vooralsnog vergelijkbaar met de groeivertraging van 2012.
"De huidige verzwakking van de Duitse conjunctuur valt nog duidelijk niet in de ‘echte’ recessiecategorie"
Overigens zit het venijn hier wel in het gebruik van het woord ‘vooralsnog’, want wie de laatste statistieken voor de Duitse economie erbij pakt, kan moeilijk anders concluderen dan dat de periode van zwakke (lees: negatieve) groei nog niet voorbij is. De kans op een echte recessie ligt dan ook zeker op de loer.
