Het bestuur van de ECB besloot gisteren de belangrijke rentes ongewijzigd te houden, met de belangrijkste rente, de refi-rente, nog steeds op 0%.
Beleggers, economen en analisten keken ernaar uit wat Christine Lagarde, president van de bank, zou zeggen naar aanleiding van de stijging van de waarde van de euro.
Die is sinds juni ruim 10% meer waard geworden tegenover de dollar, wat een behoorlijke beweging is op de valutamarkt.
Dure export
Behalve behoorlijke, is het ook een belangrijke beweging. Als de euro duurder wordt, drukt dat de economische groei en inflatie omlaag.
Dit omdat goederen gemaakt in de eurozone, uitgedrukt in dollars, duurder worden in het buitenland. En de eurozone exporteert nogal veel.
De inflatie krijgt last van neerwaartse druk omdat producten die de eurozone invoert, denk aan olie, goedkoper worden in euro's. Dat is een probleem voor de ECB, omdat de bank al lange tijd bezig is om zowel groei als inflatie aan te jagen.
Goede signalen
Dat de bank echter niet van plan is iets aan de waardestijging van de euro te doen, bijvoorbeeld door te hinten op een nog ruimer monetair beleid, bleek al in de eerste seconden van de ECB-persconferentie gisteren.
Lagarde zei namelijk dat er signalen zijn dat de economische activiteit sinds juli sterk opveert. Dat is niet bepaald voorbereidend werk om een ruimer beleid aan te kondigen.
Daar staat tegenover dat het momentum in de dienstensector, veruit het grootste deel van de economie, iets minder sterk is geworden. En de onzekerheid over het verdere verloop van economisch herstel blijft groot.
Beperkt effect
Er is nog een andere reden waarom de ECB geen moeite deed om de euro omlaag te praten.
Het is waar dat verandering in de waarde van de euro de inflatie beïnvloedt, maar dat effect is onder normale economische omstandigheden klein en komt bovendien met een behoorlijke vertraging.
Als de waarde van de euro verandert, duurt het doorgaans een jaar voordat het effect ervan zichtbaar wordt in de inflatie. Dat effect, zo blijkt uit onderzoek van de ECB, bedraagt ongeveer 0,1 procentpunt lagere inflatie voor elke 1% waardestijging van de euro na één jaar.
Zwakker
Maar die waardestijging moet dan wel langer zijn - langer dan een maand of drie. Of deze waardestijging van de euro daaraan zal voldoen, is nog niet duidelijk.
Daarnaast wijst onderzoek uit dat het effect van de verandering van de waarde van de euro op inflatie in loop der tijd zwakker wordt.
Het is dus mogelijk dat het uiteindelijke effect op de prijzen in de eurozone zwakker blijkt dan wat op basis van het verleden te verwachten is.
Prijsdruk overtreffen
Anno 2020 zit de economie in een diepe recessie door het coronavirus. Dat betekent dat het herstel relatief sterk zal zijn. Vergelijk het met het stuiteren van een bal die u van vijftien hoog omlaag gooit: die zal behoorlijk hoog terug komen.
De ECB verwacht dat de economie van de eurozone, na dit jaar met 8% te krimpen, met 5% zal groeien.
Economische groei neemt doorgaans ook de inflatie mee omhoog, waardoor het heel goed mogelijk is dat deze opwaartse druk op de prijzen, de neerwaartse druk door de recente waardestijging van de euro, zal neutraliseren en overtreffen.
Zit in de cijfers
Dat is waar de ECB ook vanuit gaat, blijkens de verwachting van de bank dat op middellange termijn de inflatie zal stijgen. De bank ziet de geldontwaarding dit jaar uitkomen op 0,3%, in 2021 op 1% en in 2022 op 1,3%.
Bij het maken ramingen zijn ze al uitgegaan van het niveau in euro/dollar nu. Het is dus niet alsof dat effect in de ramingen nog zal optreden.
Gezien al die onzekerheden en ramingen voor groei en inflatie de komende jaren, ligt het voor de hand te verwachten dat de bank al die tijd de rente op 0% zal houden en staats- en bedrijfsobligaties zal blijven opkopen.
Niet in de buurt
De ECB streeft namelijk naar een jaarlijkse inflatie van onder, maar dicht bij 2%; 1% verwachte inflatie volgend jaar en 1,3% in 2022 is duidelijk onder, maar niet in de buurt van 2%.
De bank zal dus behoorlijk moeten blijven stimuleren om de prijzen voldoende aan te jagen in de komende jaren.
Sterker nog, ik vind denk dat ze dit jaar nog tot de conclusie zullen komen dat meer stimuleren nodig is. Het opvoeren van het obligatieaankoopprogramma met ettelijke honderden miljarden ligt dan voor de hand.
Extra opkopen
Dat stimuleren komt erop neer dat de bank niet alleen de rente nog jarenlang op 0% zal houden, maar in ieder geval tot en met eind dit jaar voor bijna 60.000 euro per seconde schuldbewijzen uit eurolanden zal opkopen.
Tot slot is er wel één nieuwtje te melden na de persconferentie van Christine Lagarde. Lagarde, van huis uit geen monetaire econoom, wordt langzaam aan qua communicatie een echte centrale bankier.
Zij liet namelijk zien de kunst van veel woorden te gebruiken, zonder antwoord te geven, steeds beter te beheersen.