Passief beleggen is terecht populair, want mede door de lage kosten levert het doorgaans minstens zoveel rendement op als actief beleggen op basis van stockpicking. Ik verdedig deze stelling graag, maar moet nu vechten tegen de twijfel.
Er is zoveel onderzoek dat aantoont dat meer dan 75% van de actieve fondsen achterblijft bij de benchmark. Dat is het probleem niet. Maar de enige echte test is natuurlijk de al sinds 2012 lopende battle tussen de actieve IEXFonds 40 en de passieve Index20+.
Tot nu toe kon ik glimlachend verslag doen van de prestaties van Index20+. Telkens weer bleek dat de verzameling ETF’s, soms met groot gemak, de actieve beleggingsfondsen achter zich liet. Dit jaar is het geheel anders. Ik kan alleen nog maar grimlachen, want over de eerste helft van 2017 heeft Index20+ met een rendement van +2,6% een ongekende achterstand van 3% op Fonds40.
Missers bij Nederlandse aandelen
Wat is er aan de hand? Ik bekijk de sectoren waar de grootste verschillen tussen actief en passief zijn ontstaan. Ik begin heel dicht bij huis, namelijk met de categorie Nederlandse Aandelen. Het verschil tussen de actieve en passieve fondsen is enorm. Ik kan de Think ETF’s op zowel de AEX als de AMX, met rendementen van respectievelijk +7,0% en +17,5%, helemaal niets verwijten.
Zij volgen nu eenmaal niet meer en minder dan de index en vooral de AMX prestatie is natuurlijk fraai. Maar met gemiddeld +12,2% rendement bleven de twee passieve fondsen meer dan de helft (13,3%) achter bij de +25,5% van de twee actieve fondsen.
Deze beide fondsen, Kempen Orange en Teslin Darlin, hebben een meer dan uitstekende prestatie geleverd. Teslin behaalde over de eerste helft van het jaar een rendement van bijna +32%. Ook Kempen deed het met +20% heel erg goed. De categorie Nederlandse aandelen was alleen al verantwoordelijk voor bijna 0,7%-punt van de 3,0%-punt outperformance van Fonds 40.
Passief werd ingemaakt
Eén zo’n misser, vanuit de Index20+-optiek, kan altijd gebeuren. Maar er zijn er nog een paar. De actieve fondsen met het thema absolute return behaalden een 8,9% hoger rendement dan de passieve tegenhanger. Invesco Global Targeted Retrurns en Nordea 1 Stable Return scoorden keurig met gemiddeld +2,6%.
Mijn passieve IQ Real Return Fund liet het met -6,2% flink afweten. Hoe kan een fonds gericht op een absoluut positief rendement in een half jaar tijd zo negatief scoren? Dat heeft te maken met het valuta-effect. Het IQ fonds noteert in dollars. Gemeten in de Amerikaanse munt heeft het passieve fonds wel degelijk een positief rendement behaald (+1,5%).
Het negatieve resultaat komt derhalve geheel op conto van de sterk gedaalde dollar ten opzichte van de euro. Jammer, maar misschien werkt het in de tweede helft van 2017 voor Index20+ de goede kant op… Ook in de categorie aandelen wereldwijd werd passief door actief met boter en suiker ingemaakt.
TreeTop steelt de show
De twee actieve fondsen Morgan Stanley Global Opportunity en Robeco BP Global Premium behaalden gemiddeld een rendement van +9,6%. De iShares MSCI World ETF kwam niet verder dan +2,4%, een verschil van 7,2%. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat het goede actieve resultaat geheel voor rekening van het Morgan Stanley fonds kwam met een rendement van +17,4%.
Robeco liet het in deze sector afweten, want met een score van +1,7% kon het fonds zelfs de passieve iShares tegenhanger niet bijhouden. De vierde opvallende actieve outperformers, met gemiddeld 6,7%, waren de twee beleggingsfondsen in de categorie converteerbare obligaties.
Ook in deze categorie zien we dat de goede prestaties van één fonds afhangt, in dit geval TreeTop Convertible International. Met een rendement van +14,0% presteerde het duidelijk beter dan het tweede actieve fonds, Deutsche Invest I Convertibles, dat zelfs een negatief resultaat van -1,2% moet toestaan.
Steeds twee fondsen
Het lot van een negatieve performance viel ook de passieve ThomsonReuters Global Convertible ETF van SPDR ten deel, zij het met -0,3% wat geringer dan de actieve tegenhanger. Tot slot moet de sector grondstoffen genoemd worden, waar RobecoSam Smart Materials en BGF World Gold gemiddeld 5,5% meer rendement behaalden dan de twee ETF’s (Lyxor MSCI World Materials en iShares Gold Producers).
Ook nu weer blijkt dat het verstandig is voor de actieve fondsen per categorie er twee te selecteren. Terwijl het BGF-fonds bleef steken op +0,2%, schittert de Robeco-ster met een resultaat van +10,8%. De twee passieve fondsen kwamen niet verder dan -0,8%.
Deze vijf sectoren (van de twintig) bepaalden bijna 80% van de totale outperformance van Fonds 40 ten opzichte van Index20+. Deed Index20+ dan helemaal niets goed in de eerste helft van 2017? Zo dramatisch is het nu ook weer niet. Twee sectoren springen er positief uit, met beiden een nagenoeg zelfde outperformance ten opzichte van hun passieve tegenhangers.
Passief deed toch iets goed
Ten eerste noem ik de sector aandelen Azië waarin de passieve Lyxor MSCI Asia Pacific ex-Japan ETF een 3,77% beter rendement behaalde dan de Fidelity- en Robeco-fondsen. In de categorie aandelen Amerika liepen de passieve fondsen op de Nasdaq-100 (Amundi) en de S&P500 (BNP Paribas) 3,76% uit op Vanguard US Opportunities en Fidelity Funds America.
Voor het laatste fonds drukte met een negatief resultaat van -4,2% het actieve resultaat ten opzichte van de gemiddeld +4,47% van beide ETF’s. Wat nu? Ik kan geen kant op, want wisselen van passieve spelers is pas in het nieuwe jaar toegestaan. Bovendien heeft verandering geen zin.
De outperformance van Fonds 40 komt geheel door de goede prestatie van de actieve fondsen en niet door de slechte van de passieve tegenhangers. De indexfondsen doen immers niets anders dan het volgen van de benchmarkindex.
Helemaal wanhopen voor de tweede helft van het jaar hoeft echter niet. Na drie weken in de tweede helft van het jaar is de voorsprong van actief op passief geslonken van 3,0% naar 2,5%. Als het in dit tempo doorgaat, haalt Index20+ misschien toch nog met gemak hardloper Fonds 40 in!