IMF euforisch over AFM Heeft AFM een imagoprobleem? Of misschien nog erger, is er sprake van een minderwaardigheidscomplex bij onze toezichthouder? Het IMF is in ieder geval enthousiast over de AFM. 11 april 2017 07:45 • Door Marcel Tak Natuurlijk, naar buiten toe komen voorzitter Merel van Vroonhoven en andere beleidsbepalers bij AFM zelfverzekerd over. De ene maatregel na de ander wordt ingevoerd, van alles en nog wat wordt onderzocht, en de nieuwe brief met wetgevingswensen is al weer een tijd de deur uit. De AFM groeit als kool en de financiële sector waagt het niet openlijk kritisch over onze toezichthouder te oordelen. Zo bezien is de positie van de toezichthouder ijzersterk. Mijn twijfel of AFM wel helemaal lekker in zijn vel zit, wordt ingegeven door de berichtgeving over een recent rapport van het IMF over de Nederlandse financiële sector. Elke vijf jaar verricht het Fonds onderzoek naar (het toezicht op) de financiële sector van internationaal systeemrelevante landen. Nederland is één van de 29 landen en valt dus onder dat onderzoek. Onlangs publiceerde het IMF de resultaten in een rapport over Nederland. IMF zeer positief Op de website van AFM werd erover bericht onder de kop: IMF positief over toezicht AFM. Die kop is voor mij een kleine, maar desalniettemin belangrijke indicator voor de door mij gestelde diagnose van de psychische gesteldheid van onze toezichthouder. Vergelijk dat eens met de wijze waarop DNB op zijn website over hetzelfde rapport bericht. De gebezigde kop IMF positief over Nederlandse financiële sector straalt minder de hunkering naar erkenning uit ten aanzien van het eigen toezicht. Terwijl de boodschap dat IMF tevreden is over zowel de spelers in de financiële sector als beide toezichthouders (ja AFM, ook over jullie) daarmee toch duidelijk naar voren komt. Het is niet verrassend dat het IMF-rapport positief is over de Nederlandse financiële sector. Positieve beoordeling lag voor de hand De banken zijn goed door de stresstests gekomen, de winsten van financiële instellingen lopen op, en er zijn de nodige maatregelen genomen de sector verder te stabiliseren. Natuurlijk kwamen alle maatregelen tot stand in lijn en met nauw overleg met de internationale onafhankelijke instituties als IMF en ECB. Dus een positieve beoordeling van het Monetaire Fonds lag voor de hand. Het IMF rapport laat ook weer de bekende riedel zien als het om kwetsbaarheden van de Nederlandse economie gaat. Bijvoorbeeld met betrekking tot de hypothecaire schuldenproblematiek. Volgens het IMF is deze in macrotermen nog veel te hoog en moeten verdere maatregelen worden genomen de collectieve hypotheekschuld omlaag te brengen. Zo zou het te lenen bedrag voor woningfinanciering maximaal 90% van de waarde van de woning mogen bedragen. Gestrest over schuld Daarnaast moet de beperking van de hypotheekrenteaftrek versneld worden ingevoerd. Het valt mij op hoe gestrest het IMF (maar ook bijvoorbeeld DNB) oordeelt over de Nederlandse hypotheekschuld. We kunnen het er toch over eens zijn dat de wereld, en in het bijzonder de EU, de grootste financiële crisis in decennia achter de rug heeft. Tijdens die crisis was de hypotheekschuld minstens zo groot als nu, en de hypotheekrente was ook nog eens veel hoger. Toch hebben zich maar weinig problemen voorgedaan en bleek de houdbaarheid van de schuld uitstekend, ondanks de zware financiële crisis. Het is goed algemene regels te stellen als het gaat om de maximale omvang van een af te sluiten hypothecaire lening, maar ik heb sterk de indruk dat we op dit gebied in negatieve zin doorslaan. De steeds hogere bedragen aan eigen geld die benodigd zijn een huis te kopen, drukken de toch al structureel lage economische groei. Gebrekkige informatie Dat effect wordt nog eens versterkt door de hogere benodigde pensioenbesparingen door de lage rente. In het rapport worden nog andere aanbevelingen gedaan, onder andere het verder versterken van het bankwezen en het verbeteren van de kwaliteit van de data die banken genereren. Die kwaliteit van die data laat nogal te wensen over en de daaruit voortvloeiende gebrekkige informatie bemoeilijkt een goed toezicht. Prima natuurlijk, al die aanbevelingen, en AFM (en DNB) moeten vooral aan de slag de verdere verbetermogelijkheden te implementeren. Al deze zogenaamde macro maatregelen ter verbetering van het functioneren van de financiële sector zijn belangrijk. Maar wat ik mis in dit rapport, en in het algemeen als het om toezicht van de AFM gaat, is prioriteit aan het micro toezicht. Informatie kan veel beter Vooral het toezicht op de communicatie van financiële spelers met potentiële en bestaande klanten kan veel beter. Neem bijvoorbeeld de vele beleggingsfondsen die informeren over de wijze waarop ze beleggen en welke resultaten daarmee zijn behaald. Deze informatie is lang niet in alle gevallen goed genoeg. Nu ik zelf fondsbeheerder ben, weet ik dat het een lastige opgave is om volledige informatie te geven, die ook nog eens voor de potentiële beleggers begrijpelijk is. Maar in te veel gevallen zie ik ook dat er een zeker mate van onwil lijkt bij fondsen, de juiste informatie te geven. Zo zijn er fondsen die hun prestaties vergelijken met een aandelen prijsindex, bijvoorbeeld de AEX in plaats van de herbeleggingsindex van deze benchmark. Ook op het gebied van kosten wordt nog al te vaak niet volledige informatie gegeven, bijvoorbeeld over de precieze berekening van de performance fee. AFM, blijft er bovenop zitten AFM mag er wat mij betreft veel meer bovenop zitten om te zorgen dat beleggers goed geïnformeerd worden. Slecht geïnformeerde beleggers hebben tot nu toe voor veel meer schade gezorgd (aan beleggers én aan het imago van de financiële sector) dan de omvang van de hypotheekschuld, zoals uit de woekerpolissen en beleggingsleaseconstructies is gebleken. Naast de kwalificaties die ik de AFM eerder gaf, is de toezichthouder ook bescheiden. Op de AFM-website staat niet dat het IMF-rapport meent dat voor de toezichthouder er geen maximum voor beloningen zou moeten gelden. Hogere lonen dus voor (talentvol) AFM personeel, als het aan het IMF ligt. Dat is misschien de reden waarom de toezichthouder zo benadrukt dat het IMF zo tevreden is over zijn functioneren. Nou, dan wil ik onze toezichthouder natuurlijk graag helpen met de kop boven deze column... Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.