Duurzaam beleggen – het gebruik van environmental (E), social (S) en governance (G) criteria in de selectie van beleggingen – is al geruime tijd onderwerp van discussie in de wereld van het vermogensbeheer. Door ook dit soort niet-financiële informatie te gebruiken kan een belegger uiteindelijk betere beleggingsbeslissingen nemen.
Omdat beleggen op die manier – zoals de gegevens laten zien – gecorrigeerd voor risico niet leidt tot underperformance, stelt dat portefeuillemanagers voor twee belangrijke vragen:
- Hoe belangrijk is het thema ESG voor ons bedrijf en de vermogensbeheerindustrie als geheel?
En als logisch gevolg van die eerste vraag:
- Moeten we ESG-criteria gaan gebruiken in onze beheersprocessen?
Begrijpelijke vragen, maar zoals ik het zie is een andere vraag de juiste om te stellen:
- Waarom zou ik die niet-financiële informatie eigenlijk niet gebruiken in het research- en selectieproces?
Verschillende terminologie
Een extra laag informatie kan het besluitvormingsproces toch alleen maar beter maken? Alle beleggers staren naar dezelfde balansen en jaarverslagen bij het maken van hun beleggingsbeslissingen. Ter aanvulling op die fundamentele analyse gebruiken ze kwalitatieve informatie die ze opdoen op investor meetings, persconferenties en bedrijfsbezoeken.
Maar informatie over de ESG-performance van een bedrijf lijken ze niet of nauwelijks in dat proces mee te nemen, terwijl die informatie tegenwoordig eenvoudig te vinden is. In een discussie over de vraag vanuit beleggers tijdens het MSCI ESG Forum bleek dat veel institutionele beleggers enkel- of meervoudige ESG-criteria willen opnemen in de mandaten die ze aan externe managers geven.
Die druk van de kant van de klant heeft tot gevolg dat niet-financiële data steeds vaker worden meegenomen in de beheerspraktijk en dat kan er uiteindelijk toe gaan leiden dat ESG-criteria vast onderdeel gaan worden van conventioneel vermogensbeheer, zodra fondsmanagers zijn gewend aan het idee. Wat de discussie ook liet zien is dat de eigenaren van de beleggingen verschillende criteria hanteren en ook verschillende terminologie voor dezelfde criteria gebruiken; een teken dat een standaard nog ontbreekt binnen de industrie.
Instituten willen duurzaam, particulier nog niet
Het is geen verrassing dat grote institutionele beleggers als het Zweedse AMF, dat een duurzaamheidsindex heeft ingevoerd als benchmark voor haar wereldwijde aandelenportefeuilles, ESG-criteria als standaardgereedschap voor de keuze van assets gaan gebruiken.
In tegenstelling tot wat er gebeurt aan de institutionele kant, gaven diverse deelnemers aan het ESG Forum aan een nog geen sterke vraag vanuit het retailsegment te zien. Een aantal particuliere beleggers vindt het op zich een goed idee om duurzaam te beleggen, maar heeft desondanks niet de neiging om daadwerkelijk fondsen met duurzame doelstellingen te kopen.
The New Normal
Een professionele belegger zou er, mijns inziens, een holistische aanpak op na moeten houden om de plichten van een fiduciair manager goed te kunnen vervullen. Daar hoort het gebruik van niet-financiële data bij, evenals het gebruik van ESG-selectiecriteria. Vermogensbeheerders moeten daarom dergelijke screeningsprocessen gaan invoeren, want sommige risico’s zijn niet goed in te schatten met andere, traditionele researchmethodes.
Net zoals veel asset managers uitsluitingsregels voor twijfelachtige zakelijke praktijken hebben ingevoerd – denk aan de handel in futurecontracten op voedingsproducten, nadat bleek dat voedselprijzen door speculatie sterk werden opgedreven, of uitsluiting van producenten van clusterbommen – moet de integratie van screening op ESG-criteria de volgende stap zijn om duurzaam beleggen algemeen geaccepteerd te laten worden en op die manier te laten uitgroeien tot the new normal in vermogensbeheer.