Nieuws
PGIM: De markt is te optimistisch
Volgens PGIM Quantitative Solutions onderschatten aandelenbeleggers de negatieve effecten van de aankomende recessie.
De beurs heeft het het behoorlijk goed gedaan de eerste vijf maanden van 2023. Vooral aandelen uit de technologiesector zijn bezig aan een imposante rally. Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Macro-economisch doemen er donkere wolken op. Duitsland zit al in een recessie. Het valt niet uit te sluiten dat de rest van Europa en de VS volgen.
Het positieve daaraan is dat de inflatie en rente vermoedelijk gaan dalen. Maar weegt dat qua marktperspectief op tegen een dalende vraag naar goederen en diensten? Dit is waar PGIM Quantitative Solutions een antwoord op zoekt in een recent verschenen marktupdate voor de rest van het jaar.
Hier volgen enkele conclusies:
Beleggers zijn te positief
PGIM QS vindt beleggers op de Amerikaanse aandelenmarkten duidelijk te positief. De focus ligt op het verheugende feit dat het eind van de rentecyclus in zicht komt en te weinig op de risico’s die een recessie met zich meebrengen. De koers-winstverhoudingen in de VS zijn daardoor te hoog.

Bij centrale banken bestaat bovendien de kans dat de huid verkocht wordt voordat de beer geschoten is. Vooral in Europa is de kans groot dat de ECB nog met een reeks renteverhogingen moet komen om de inflatie naar beneden te krijgen.
Europa en Japan hebben het voordeel dat de waarderingen een stuk lager zijn dan in de VS. De zogenoemde voorwaartse k/w (forward p/e) ligt in tegenstelling tot de VS onder het historische gemiddelde. Daar staat tegenover dat Europa en Japan vrij cyclisch zijn en gevoeliger voor economische risico’s dan de VS.
"Europa en Japan zijn vrij cyclisch en gevoeliger voor economische risico’s dan de VS"
China en nog een paar andere Aziatische emerging markets lijken een koopje in vergelijk tot andere markten. De waarderingen zijn laag, de economische vooruitzichten verbeteren zich en inflatie is een kleiner probleem. Toch is PGIM QS voorzichtig met de exposure naar EM omdat deze markten altijd last hebben van een “risk-off” klimaat. Dat geldt vooral voor de EM-landen buiten Azië, zoals Latijns Amerika en de oostelijke EU-lidstaten.
PGIM is sceptisch over de kortetermijnvooruitzichten van cyclische sectoren en bedrijven. Denk aan financials, luxegoederen en een hoog percentage smallcaps en value-bedrijven. Groeibedrijven doen het over het algemeen beter in een fase met weinig groei, maar hun nadeel is zoals gezegd de hoge waardering.

Over commercieel vastgoed is PGIM al een tijd pessimistisch. De sector zit in een negatieve spiraal van afwaarderingen, hogere (rente)kosten en lagere huuropbrengsten en bezettingsgraden. Een faillissementsgolf van bedrijven met hoge schulden is niet uit te sluiten. Uitzonderingen in positieve zin zijn bedrijven die zich richten op huurwoningen en industrieel vastgoed.
PGIM is op de lange termijn positief over grondstoffen, maar op de korte termijn werkt de economische conjunctuur in het nadeel.
"Op de korte termijn werkt de economische conjunctuur in het nadeel van grondstoffen"
Conclusie
Over het geheel genomen heeft PGIM QS een voorkeur voor een defensieve portefeuille met veel cash en obligaties en weinig risicovolle efecten.