Nieuws
Op naar een structureel hogere inflatie
Beleggers moeten zich opmaken voor een structureel hoger inflatieniveau. De doelstelling van 2% is niet haalbaar, denkt Robert Lind van Capital Group.
De financiële markten in de VS gaan er vanuit dat de prijsstijging van consumptiegoederen binnen twee jaar is gezakt tot 2,4%. De verwachting voor de inflatie over vijf jaar ligt nog maar net iets boven de doelstelling van de ECB en Fed van 2%. Dat blijkt uit de handel in zogenoemde forward inflation swaps, die ook in de eurozone duiden op een vrij snelle afname van de inflatie.
Maar hoe realistisch is dat? Steeds meer economen twijfelen of dat haalbaar is. De Bank of England waarschuwde bijvoorbeeld eerder deze week dat de inflatie hardnekkiger is dan gedacht. Het kan volgens BoE-voorzitter Andrew Bailey moeilijk blijken de CPI te normaliseren vanwege een krappe arbeidsmarkt en bedrijven die via hogere prijzen hun winstmarges op peil willen houden.
Econoom Robert Lind van de Capital Group is ook sceptisch. Het wordt geen herhaling van de jaren 70, toen de inflatie zwaar uit de hand liep, maar een CPI van 2% is ook niet realistisch. Hij denkt dat centrale banken die belofte om drie redenen niet waar kunnen maken.
1. Hoge begrotingstekorten
Ten eerste zullen overheden niet dezelfde fout willen maken als na de krediet- en eurocrisis van 2008. Vooral in Europa was de reactie toen een combinatie van bezuinigingen en een ruim monetair beleid. Lind denkt dat hier in 2020 met corona een einde aan is gekomen. Het was de tijd van helikoptergeld en gigantische gaten in de begroting.
Het zou natuurlijk kunnen dat die hoge uitgaven slechts van tijdelijk aard waren, maar Lind denkt niet dat overheden bereid zijn de economie af te knijpen zoals na de kredietcrisis.
Daarvoor is de politieke druk te groot voor extra uitgaven aan de (energie) infrastructuur, het leger, de gezondheidszorg en het onderwijs. Belastingverhogingen zijn niet populair, dus dan moet er meer geld geleend worden, wat de inflatie extra vaart geeft.
2. Loon-winstspiraal
Een tweede oorzaak voor meer inflatie is de strijd tussen werknemers en bedrijven. De laatste paar jaar waren bedrijven beter in staat hun winstmarges op peil te houden dan werknemers hun koopkracht. Lind verwacht dat werknemers zullen terugvechten en daar ook de instrumenten voor hebben, gezien de krapte op de arbeidsmarkt.
Centrale banken kunnen hier wat tegen doen door de rente op te voeren ten koste van economische groei. Dat koelt de arbeidsmarkt af en remt de looninflatie. Maar Lind betwijfelt of ze dat doen, gezien de sociaaleconomische conflicten die dat met zich meebrengt.
3. Fragmentatie wereldhandel
Tenslotte bevindt de wereld zich in een fase van de-globalisering. De wereld deelt zich steeds meer op in blokken die minder handel met elkaar drijven. Het is het einde van ruim 30 jaar ongeremde handelsgroei sinds de val van het ijzeren gordijn en het openen van China, wat voor een positieve aanbodschok zorgde.
Dit hele proces draait nu de andere kant op. De aanbodkant van de economie wordt daardoor minder flexibel en efficiënt wat bij een gelijkblijvende vraag automatisch leidt tot hogere inflatie.
Centrale banken kunnen hier niet zoveel tegen beginnen. Renteverhogingen zijn zoals gezegd maar tot een bepaald niveau haalbaar zonder sociale conflicten. Er is bovendien het gevaar van financiële stress in de vorm van een nieuwe krediet- en/of vastgoedcrisis. Dat zullen centrale banken willen voorkomen.