Schroders kijkt alvast 30 jaar vooruit in de klimaattoekomst De toekomst is onzeker. Dat geldt al helemaal voor het klimaatbeleid en wat de economische effecten zullen zijn van een opwarming van de aarde. Toch doet Schroders een poging en voorspelt wat de tijd tot 2050 gaat brengen. 2 mei 2023 08:00 • Door IEXProfs Redactie Het lijkt onbegonnen werk, maar Schroders doet toch een gooi en probeert in het rapport Climate Change and financial markets – Part 1 een antwoord te geven op de vraag wat het bestrijden van klimaatopwarming de komende 30 jaar betekent voor de beurs. Op zich zijn dit soort langetermijnvooruitzichten voor Schroders niet nieuw. De Britse vermogensbeheerder voert deze exercitie regelmatig uit voor alle soorten assets. De gevolgen van klimaatverandering zijn daar simpel gezegd aan toegevoegd. Voor de berekeningen is samengewerkt met Cambridge Econometrics, dat een sterk model heeft ontwikkeld voor de energietransitie. Beleidsonzekerheid Een van de eerste problemen waar Schroders een oplossing voor moest zoeken, is de grote beleidsonzekerheid. Het kan in feite nog alle kanten op. Als overheden geen actie ondernemen, dan zal de temperatuur meer stijgen dan als landen ferme maatregelen nemen om hun netto CO2-uitstoot te verlagen tot bijna nul in 2050. Schroders heeft gekozen voor 4 scenario’s met verschillende gradaties van overheidsingrijpen. Productiviteit De productiviteit speelt een centrale rol in de calculaties. De twee uiterste scenario’s zijn RCP2.6 en RCP8.5. bij RCP2.6 worden maatregelen genomen om de temperatuurstijging te beperken tot gemiddeld 1,5 tot 2 graden Celsius. In het worstcase-scenario - busines-as-usual - loopt de temperatuur op met 4 graden Celsius in het jaar 2100. Dat is niet voor alle landen per se slecht. Ook in het slechtste scenario’s zullen er winnaars en verliezers zijn, zeker de eerste 30 jaar. Dat heeft met de eerder genoemde productiviteit te maken. “Koude landen” kunnen profiteren als de temperatuur stijgt omdat dan de productiviteit stijgt, terwijl "warme landen" er last van hebben. Het knikpunt zit rond een gemiddelde jaartemperatuur van 12-13°C. Daarboven daalt de productiviteit, eronder stijgt die. Rusland, Zwitserland, Canada, Duitsland, Nederland, Frankrijk en het VK zitten aan de goede kant van de streep. Transitiekosten De productiviteit wordt natuurlijk door meer factoren bepaald. In het geval van klimaatbeleid zijn de energietransitiekosten belangrijk. Denk aan een CO2-belasting, klimaatsubsidies, hogere belastingen op fossiele brandstoffen en het uitfaseren van kolencentrales. Dat zijn maatregelen die nodig zijn om de investeringen in duurzame technologieën te versnellen, maar ze drukken wel op de productiviteit. Van de andere kant kunnen nieuwe technologieën de productiviteit verhogen. Ook hier zijn er weer winnaars en verliezers. Ceteris paribus kunnen landen en regio’s die nu olie en gas importeren profiteren, als ze slim investeren in groene technologie, terwijl de energie-exporteurs erop achteruitgaan. Opgeteld Als alle effecten van klimaatbeleid en klimaatopwarming bij elkaar worden opgeteld, kan er een totaalbeeld worden gevormd voor de productiviteit. In het basisscenario worden de gevolgen voor de productiviteit van beperkte klimaatopwarming vergeleken met een opwarming van maximaal anderhalve graad. De emerging markets zijn dan duidelijk slechter af dan ontwikkelde landen. Vooral India, Brazilië en Zuid-Afrika springen er in negatieve zin uit. De VS behoren ook tot de verliezers, Europa tot de winnaars. De beurs De laatste stap is het omzetten van de productiviteitscijfers naar de beurs, onderwijl rekening houdend met zogenoemde “stranded assets” zoals olie- en gasvelden, bepaalde infrastructuur en kolenreserves die niet meer nodig zijn. In het scenario waarbij de klimaatopwarming beperkt wordt tot 2 graden Celsius zijn er nu geen winnaars meer. De grootste nadelen ondervinden China, Australië en India. Voor Zweden, Duitsland, de VS, Singapore, Frankrijk en Japan valt de schade mee. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.