Financiële repressie maakt inflatie-obligaties aantrekkelijk De wisselwerking tussen klassieke obligaties, inflatie-obligaties en inflatieverwachtingen is complex, waarbij de geïndexeerde leningen niet altijd de meeste zekerheid bieden. Met centrale banken die erop uit zijn om schulden minder waard te laten worden met hoge inflatie, zijn ze echter volgens Pictet AM zeker wel interessant. 30 juni 2021 08:30 • Door IEXProfs Redactie Het ging de afgelopen maanden hard op een neer op de obligatiemarkt. Het ene moment overheerste de angst voor een inflatiegolf, het volgende moment kalmeerde centrale banken beleggers met de boodschap dat hoge inflatie tijdelijk is. Het gevolg was een stuiterende kapitaalmarktrente. De rente op een tienjarige Amerikaanse Treasury begon het jaar bijvoorbeeld op 0,9%, liep daarna op tot 1,75%, om vervolgens weer terug te zakken tot onder de 1,5%. Inflatiebescherming Voor obligaties zijn dat enorme uitslagen. Geen wonder dat beleggers meer aandacht hebben gekregen voor zogenoemde inflation linked en inflatie-geïndexeerde obligaties. Deze bieden namelijk bescherming tegen veranderende inflatieverwachtingen en zijn daardoor ideaal geschikt voor tijden van grote onzekerheid over de richting van de inflatie en de manier waarop centrale banken daarop reageren. Zo heel eenvoudig is het echter ook weer niet, legt Pictet Asset Management uit in het rapport De geheimen van inflatie-gerelateerde obligaties. Dat komt doordat beleggers ook bij klassieke obligaties met een vaste couponrente constant rekening houden met inflatieonzekerheid. Per saldo ontlopen de rendementen op klassieke en geïndexeerde obligaties elkaar normaal gesproken niet zo heel veel. Toch hebben inflatie-gerelateerde obligaties volgens Pictet wel zin in deze onzekere tijden. Klassiek versus geïndexeerd Wat is het verschil tussen klassieke obligatie en een geïndexeerde? Bij een klassieke obligatielening is er een hoofdsom die op de vervaldag moet worden terugbetaald. Beleggers ontvangen elk jaar, of elk kwartaal, een vaste nominale rente. Doordat de obligatiekoersen bewegen kan de effectieve rente echter veranderen. Een obligatie begint meestal op een koers van 100. Als de koers stijgt naar bijvoorbeeld 105, ontvangt een belegger die op dat moment instapt effectief een lagere rente. Daalt de koers naar 95, dan ontvangt hij juist meer. Bij een geïndexeerde obligatie wordt de aflossingsprijs bepaald door de hoofdsom plus de cumulatieve inflatie tussen de begin- en de einddatum, die meestal berekend wordt op basis van een officiële index van consumentenprijzen (CPI). Voorbeeld Pictet AM geeft het volgende voorbeeld: Neem een Amerikaanse geïndexeerde staatsobligatie met een looptijd van tien jaar die een rentevoet van 2 procent biedt. Als er in het eerste jaar 5 procent inflatie was, zou de belegger een coupon van 2 procent van 105 dollar, ofwel 2,1 dollar, hebben ontvangen. Stel dat er aan het einde van de looptijd cumulatief 30% inflatie is geweest dan krijgen beleggers 2 procent van de nieuwe waarde van 130 dollar, ofwel 2,6 dollar. Wie belegt in een gelijkwaardige klassieke obligatie met dezelfde rente krijgt in het eerste jaar 2 dollar en het laatste jaar 2 dollar. De nominale waarde van de hoofdsom blijft ook gelijk op 100. Dit eenvoudige plaatje wordt echter bemoeilijkt door de markten. Zowel de klassieke obligaties als de geïndexeerde obligaties worden immers verhandeld. Dat betekent dat ook de inflatieverwachtingen voortdurend een rol spelen bij de koersvorming. Break-even rente Het verschil in het effectieve rendement op geïndexeerde en klassieke obligaties met dezelfde looptijd wordt ook wel de break-evenrente genoemd. De vuistregel is dat de break-evenrente de impliciete marktverwachting is voor inflatie gedurende de resterende looptijd van de obligatie. Eenvoudig gezegd is het break-evenpunt het gemiddelde percentage waartegen de consumentenprijzen gedurende de looptijd moeten veranderen om beleggers een gelijk rendement te bieden. Als de inflatie hoger uitkomt dan verwacht op moment X, dan blijken geïndexeerde obligaties de betere beleggingscategorie te zijn geweest, en omgekeerd. Als het rendement op een klassieke obligatie bijvoorbeeld 1,5% is en het rendement op een geïndexeerde obligatie 0 procent, dan gaat de markt uit van een gemiddelde break-even inflatie van 1,5% per jaar tot de vervaldatum. Risicopremie Met een geïndexeerde obligatie sluit een belegger een verzekering af tegen het risico dat de inflatie hoger uitvalt dan die 1,5%. Maar wat nog wel eens vergeten wordt, is dat dit risico ook verwerkt is in de koersen van een klassieke obligatie, in de vorm van een premie. Als de inflatie bijvoorbeeld lange tijd stabiel is geweest, dan zal deze risicopremie vermoedelijk laag zijn. Maar hoe meer de consumentenprijsindices heen en weer bewegen, des te hoger de premie. Financiële repressie De reden dat Pictet AM toch adviseert om geïndexeerde obligaties op te nemen in de portefeuille heeft te maken met de doelstelling van centrale banken. "De Fed heeft zich ten doel gesteld om zoveel mogelijk middelen van kredietverstrekkers over te hevelen naar kredietnemers. Ze doen dat door de reële rente kunstmatig laag te houden, wat ook wel financiële repressie wordt genoemd.” Financiële repressie is volgens Pictet in het verleden vaker effectief gebleken voor landen met hoge schulden. Een goed voorbeeld is het VK na de Tweede Wereldoorlog. "De Britse regering hield de nominale rente destijds op een laag niveau om tegelijkertijd de groei te stimuleren en de inflatie, waardoor de reële rente effectief negatief onder nul zakte." Het effect komt tot uiting in de cijfers. In 1945 bedroeg de Britse overheidsschuld 216% van het bbp. Tegen 1955 was dat gedaald tot 138%. Het is volgens Pictet een waarschuwing voor obligatiebeleggers en een reden om te beleggen in geïndexeerde effecten. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.
Impactbeleggen 24 jul “Impactbeleggen is pionieren” Als hoofd Private Markets & LDI leidt Rik Klerkx de inspanningen van Cardano om voor z’n klanten, veelal middelgrote pensioenfondsen, een positieve impact en een gezond rendement te boeken. “Hun duidelijke wens is om meer te doen met impactbeleggingen. Wij komen hen tegemoet met maatoplossingen.”