Uitsluiten is dus niet de oplossing De ESG-beleggers van Aberdeen Standard Investments voelen er niets voor om bedrijven met een hoge CO2-uitstoot bij voorbaat uit te sluiten. 6 april 2021 08:30 • Door IEXProfs Redactie Duurzame beleggers hebben in de regel weinig problemen om hevige CO2-uitstoters uit te sluiten. De bedrijven in de portefeuille moeten het liefst nu of anders zo snel mogelijk CO2-neutraal zijn. Sectoren als olie, mijnbouw of zware industrie vallen dan al snel buiten de boot. Volgens Eva Cairns, ESG-analist bij Aberdeen Standard Investments, is dat een verkeerde kijk op duurzaam beleggen. Zij vindt dat het bij het portefeuillebeleid veel meer moet gaan om het belonen van bedrijven die op innovatieve en gedreven wijze bezig zijn met het verlagen van hun emissieniveau. Dat kunnen ook bedrijven zijn die nu nog een hele hoge uitstoot hebben. Cairns: “Het is vrij makkelijk om een emissievrije beleggingsportefeuille samen te stellen. Dat kan door bedrijven uit te sluiten uit sectoren met een hoge uitstoot, zoals de staal-, cement- en elektriciteitssector. Maar we hebben die sectoren in 2050 nog steeds nodig. Bedrijven in die sectoren hebben juist behoefte aan kapitaal om te kunnen innoveren en de overgang te maken naar een CO2-neutrale economie. Uitsluiten helpt niet.” 1-2 biljoen dollar per jaar Zij wijst er in haar analyse Investing for net zero op dat er steeds meer landen, bedrijven en beleggers zijn die zich achter het doel scharen CO2-neutraliteit in 2050. De Energy Transitions Commission schat dat hier investeringen voor nodig zijn van een tot twee biljoen dollar per jaar. Dat geld moet toch ergens vandaan komen. Beleggers hebben een enorm belangrijke rol te spelen in het helpen van bedrijven bij de energietransitie. Aberdeen SI is daarom toegetreden tot een collectief van vermogensbeheerders (Net Zero Asset Managers Initiative) dat streeft naar een emissievrijwereld in 2050 en het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 Celsius. Zuckerbrot und peitsche Bij het beleggingsbeleid moet volgens Cairns naar de toekomst worden gekeken en niet naar het verleden. Er geldt het aloude idee van carrot and stick of Zuckerbrot und Peitsche, van belonen en straffen. Dat levert voor de beleggingen drie uitgangspunten op: De zogenoemde transitieleiders - bedrijven die vooroplopen met het terugdringen van de uitstoot - moeten worden beloond met een plek in de beleggingsportefeuille. Cairns: “Dat betekent dat we niet alleen kijken naar de CO2-uitstoot van vandaag, maar ook naar de CO2-uitstoot in de toekomst op basis van duidelijke transitieplannen.” Beleggen in bedrijven die actief zoeken naar (innovatieve) klimaatoplossingen hebben een streepje voor. Dat kan van alles zijn; van windmolens en elektrische auto’s tot recyclingbedrijven en gebouwen met een laag energieverbruik. Het mag niet alleen om 2050 gaan. Het verhinderen van de klimaatverandering is een lang proces. Dat betekent dat bedrijven in de portefeuille de komende dertig jaar steeds weer nieuwe targets moeten halen. Bedrijven die het beter doen dan hun targets kun je belonen (carrot) en bedrijven die falen, uit de portefeuille verwijderen (stick). Praktijk Deze basisprincipes omzetten naar de praktijk is makkelijker gezegd dan gedaan. Het doel CO2-neutraal in 2050 is eenvoudig vast te stellen. Maar hoe kom je er? Wanneer moeten welke stappen zijn gezet door landen, sectoren en bedrijven? "De doelstellingen voor 2025 of 2030 zijn minstens zo belangrijk als die voor 2050. Voor een ESF-fondsbeheerder kan de strengheid ook sterk verschillen per sector of land." Aldus Cairns. Zo zal er bij de automobiliteit in het Westen de komende 5 jaar de CO2-voetafdruk sterk verminderen, omdat de technologie al voorhanden is. De staalindustrie moet daarentegen meer tijd en ruimte krijgen om de echt grote stappen te kunnen maken. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.