Vijf lessen van de grootste geknapte luchtbel ooit De Nikkei 225 staat sinds 1989 evengoed nog op een verlies van 40%. Een drama waar beleggers veel van kunnen leren. 11 februari 2020 09:30 • Door IEXProfs Redactie Het is iets meer dan 30 jaar geleden dat de Japanse Nikkei 225-index piekte op 38.916 punten. Het is een niveau waar de Nikkei nu met 23.685 punten nog mijlenver van verwijderd is. Zelfs inclusief dividend viel er voor beleggers over die hele periode nauwelijks geld te verdienen. De Japanse beurscrash geldt daarom ook wel als de grootste luchtbel ooit. Veel mensen denken dat dit beleggers in de VS of in Europa nooit zal overkomen. John Lim, een natuurkundige en schrijver van het boek How to Raise Your Child’s Financial IQ vindt dat echter een gevaarlijke gedachte. In zijn blog Crash course wijst hij erop dat de Nasdaq ook vele jaren nodig had om zich van de dotcom-luchtbel te herstellen. En zo zijn er wel meer voorbeelden zoals de beurs van Athene die nu 74% lager staat dan op 1 januari 2000. Zo abnormaal is Japan dus ook weer niet. De crash in Japan bevat volgens Lim een aantal belangrijke lessen voor beleggers: Geografische spreiding - De beroemde belegger Jack Bogle stelde ooit dat er voor Amerikaanse beleggers geen enkele reden is om in het buitenland te beleggen. Bedrijven uit de VS hebben daarvoor teveel voordelen. Denk bijvoorbeeld aan de winstgevendheid, het innovatief vernmogen en de uitstekende corporate governance.Lim is het daarmee oneens. Het probleem van deze redenering is dat Japan in de jaren 80 ook als onverwoestbaar werd gezien. Juist dat joeg de koersen alsmaar verder op. Lim wil de jubelstemming in de VS nu niet vergelijken met die van Japan. Maar tegelijkertijd mag ook niet worden verondersteld dat wat er in Japan is gebeurd, nooit in de VS kan gebeuren. Geografische spreiding van de portefeuille is een manier om dat risico te vermijden. Obligaties in portefeuille - Door de enorm lage rente besluiten steeds meer particuliere beleggers de obligatiemarkt de rug toe te keren en zich op aandelen en/of vastgoed te richten. Lim vindt dat onverstandig. Japan heeft al heel lang een lage rente. En toch hebben Japanners met een gemixte portefeuille de laatste decennia veel betere resultaten behaald dan beleggers met alleen maar aandelen. Blijf risico nemen - De Japanse crash heeft grote gevolgen gehad voor de risico-aversie. Een gemiddeld huishouden in Japan houdt tegenwoordig meer dan 50% van zijn vermogen in cash aan terwijl dat in de VS slechts 14% is. Die hoge spaarquote heeft ook andere achtergronden zoals vergrijzing en culturele verschillen. Toch geeft het voor Lim aan dat excessen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. In een bullmarkt mogen beleggers risico’s niet negeren, terwijl ze in een berenmarkt niet overdreven risicoavers moeten worden. De overheid en de financiële sector kunnen daarbij een educatieve rol spelen. Zeg nooit “nooit” - Er is nog nooit een fase geweest waarin de S&P 500-index over een periode van 20 jaar een negatief rendement opleverde. Maar is dat reden om ervan uit te gaan dat dit in de toekomst ook nooit zal gebeuren? Lim vindt dat beleggers bij de samenstelling van hun portefeuille altijd rekening moeten houden met het onverwachte, dus ook een lange fase van een laag of zelfs negatief rendement op aandelen. Terug naar het gemiddelde - Achteraf is het merkwaardig dat zo weinig beleggers zagen dat Japanse aandelen destijds veel te duur waren. Hetzelfde geldt voor vastgoedprijzen. Er wordt geschat dat het Japanse grondbezit eind jaren 80 een waarde had van 18.000 miljard dollar. Dat was evenveel als het totale onroerend goed in de Verenigde Staten. Beleggers hadden kunnen voorzien dat dit onhoudbaar was. In de financiële theorie heet dat mean reversion. Kapitaalmarkten hebben de neiging door te slaan naar overdreven optimisme of pessimisme, maar er is altijd een soort vast gemiddelde waar de koersen naar toe terugkeren.Dat gemiddelde is redelijk constant. Om het uit te rekenen kun je bijvoorbeeld gebruik maken van dividendmodellen voor de toekomst. Het beeld voor de VS is dan redelijk ontnuchterend, zegt Lim. Op basis van de dividendmodellen valt er de komende jaren niks te halen in de VS, terwijl de verwachtingen voor andere landen juist heel gunstig zijn. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.