Beleggers zijn de baas bij overnames Als het om overnames gaat zijn bedrijven en politici opeens van Holland First. Ja, doei, de aandeelhouders zijn de baas. 28 maart 2017 08:15 • Door Marcel Tak Oranje is nagenoeg kansloos voor kwalificatie voor de WK in 2018. Al enkele jaren presteert ons nationale voetbalelftal ondermaats. Het wachten is op een overnamebod vanuit het buitenland op de KNVB en het voormalige sterrenteam. Misschien krijgt de Belgische of de Duitse voetbalbond de spelers weer aan het voetballen. Een bod op de Nederlandse voetbalbond laat nog wel even op zich wachten, maar twee Nederlandse sterren zijn wel in het vizier van buitenlandse partijen gekomen. De directie van Kraft-Heinz zag wel wat in Unilever terwijl PPG zich met verve op Akzo stortte. In beide gevallen werden de avances door de belaagde ondernemingen niet gewaardeerd. Beschermen tegen aasgieren Unilever hoefde alleen maar te grommen en de tomatenketchupfabrikant droop af. Akzo heeft meer problemen om de door de wol geverfde belager, het bedrijf deed in het recente verleden meerdere overnames, zich van het lijf te houden. De overnamestrijd gaat niet onopgemerkt aan de samenleving voorbij. In het heetst van de verkiezingsstrijd meende Jeroen Dijsselbloem, op dat moment waarschijnlijk meer PvdA-campagneman dan minister van Financiën, dat Unilever zich zou moeten beschermen tegen aasgieren en hyena’s. Deze op kortetermijnwinst gerichte overnemers staan klaar je bedrijf kapot te maken, aldus de inmiddels demissionaire bewindsman. Dijsselbloem krijgt steun uit onverwachte hoek. Wetten tegen uitverkoop Jeroen van der Veer, de oud-baas van het olieconcern Royal Dutch Shell. RDS is ontstaan uit een fusie tussen het Britse Shell en het Nederlandse Koninklijke Olie en het concern verraste nog in 2015 met de mega-acquisitie van British Gas. Van der Veer is tegen vijandige overnames. De overheid zou wetten en regels moeten maken tegen uitverkoop van Nederlandse bedrijven. “Tien jaar geleden vonden we complexe beschermingsconstructies niet wenselijk, maar de hele politieke situatie in de wereld en de globalisering heeft mijn denken doen kantelen,” aldus van der Veer. Eumedion, de belangenvereniging van institutionele beleggers, laat begrijpelijkerwijs een ander geluid horen. Volgens deze club moet de overheid zich niet met het overnamespel bemoeien, tenzij er nationale belangen in het geding zijn. Holland First Het bedrijfsleven heeft bovendien genoeg instrumenten beschikbaar om jagers de deur te wijzen. Ik ben het meer met Eumedion eens dan met de hijgerige (politieke) verontwaardiging tegen de recente overnameperikelen. Neem bijvoorbeeld het argument dat wordt gehanteerd over het (vermeende) Nederlandse karakter van de betreffende bedrijven. Dit argument is vaak hypocriet, omdat diezelfde politici vaak vooraan staan om de America First-golf van nieuwbakken VS president Donald Trump te veroordelen. Uitsluitend ageren tegen een overname omdat het Nederlandse karakter van Unilever en Akzo verloren zou gaan, voor zover daar overigens al sprake van is, is een irrationele vorm van Holland First-politiek. Verschillende belangen Daarnaast is het Nederlandse bedrijfsleven zelf jager op buitenlandse ondernemingen. Daartegen wordt aanmerkelijk minder tegen geageerd. Een tweede scepsis mijnerzijds tegen de weerstand ten aanzien van (vijandige) overnames is de gedachte dat de jagende partij altijd slecht is. Korte termijnbelangen nastreeft, alleen oog heeft voor aandeelhouderswaarde, de belangen van andere stakeholders links laat liggen en de overnemende partij vol stopt met schulden. Ik vraag mij af waar dat op gebaseerd is. Wat is het verschil tussen een kortetermijnbelang en een langetermijnbelang? Als de overnemende partij van plan is de onderneming snel weer door te verkopen tegen een hogere prijs, hoe komt die hogere prijs dan tot stand? Uit een winterslaap Toch alleen maar als de onderneming waarde behoud dan wel heeft vermeerderd. Het kan en zal nooit de bedoeling zijn om waarde van de onderneming te vernietigen. Natuurlijk zijn er voorbeelden van bedrijven die na te zijn overgenomen, ten onder zijn gegaan. Maar er zijn natuurlijk ook veel bedrijven die ten onder gaan zonder te zijn overgenomen. Is er onderzoek dat aantoont dat overgenomen bedrijven vaker ter ziele gaan dan niet overgenomen bedrijven? Overnemende partijen lijken in ieder geval positieve invloed te hebben, getuige de reactie van Unilever. Het lijkt er op dat het bedrijf uit een winterslaap is ontwaakt en het bestuur het bedrijf alsnog efficiënter zal gaan leiden. Tegen vijandige overnames Dat blijkt niet alleen uit de maatregelen die aangekondigd zijn, maar ook uit de veel hogere beurskoers van het aandeel van de voeding- en zeepgigant na het falen van de overnamepoging. Jeroen van der Veer ageert met name tegen vijandige overnames. Het lijkt alsof hij met vriendelijke overnames minder problemen heeft. De achterliggende gedachte is dat de directie van de aangevallen onderneming kennelijk wél met alle belangen rekening houdt, in tegenstelling tot de aanvallende partij. Dat is een nogal idealistisch beeld. CEO’s van bedrijven zijn doorgaans enorm goed betaalde, niet zelden overbetaalde, managers van bedrijven die zelf weinig risico lopen. Hen worden maatschappelijke taken toegedicht die zij niet hebben en vaak ook niet (kunnen) waarmaken. Aandeelhouders zijn de baas Zo denk ik dat het duurzaamheidbeleid van Unilever, en veel andere bedrijven, meer marketing gedreven is dan vanuit idealisme ingegeven. Daar is overigens niets mis mee. Maar op basis daarvan andere (overnemende) bedrijven te diskwalificeren als slecht en alleen gericht op de korte termijn, slaat de plank mis. Ik denk niet dat Unilever als onderdeel van Kraft-Heinz als bedrijf slechter af is, dan Unilever als zelfstandig bedrijf. Misschien is het ouderwets, maat het besluit om te worden overgenomen kan het best in handen van de eigenaren van het bedrijf liggen: de aandeelhouders. Er is geen enkele reden hen de beschikkingsmacht over hun eigendom te ontzeggen, uitgezonderd de omstandigheid dat met een overname werkelijk nationale belangen in het geding zijn. Die zijn er nu zelfs niet meer als het om het Nederlands elftal gaat. Dus kom maar op, buitenlandse aasgieren en hyena’s en redt ons met een mooi bod op Oranje. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick van het multi-asset-team van Goldman Sachs AM heeft grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.