Real assets steeds beter toegankelijk Ook kleinere pensioenfondsen hebben nu toegang tot de jonge beleggingscategorie real assets. 2 januari 2017 15:00 • Door Joost Ramaer Ook kleine pensioenfondsen hebben nu toegang tot een jonge beleggingscategorie: real assets. In de search for yield een welkome aanvulling op de portefeuille. Een dik jaar geleden sloeg Standard Life Capital een dubbelslag in Scandinavië. Op 22 juni 2015 kocht het Schotse fonds het distributienetwerk van de Finse gasmaatschappij Gasum. Acht dagen later lijfde het Nordic Power in, eigenaar van dertien kleine maar hoogwaardige waterkrachtcentrales in Noorwegen. Wat de Schotten betaalden voor beide assets hielden zij geheim. De deals trokken weinig aandacht buiten Noorwegen en Finland, maar eigenlijk was dat precies de bedoeling. SL Capital kocht de twee bedrijven niet voor zichzelf, maar voor institutionele beleggers die op zoek zijn naar rustige investeringen voor de lange termijn met een bescheiden, maar stabiel rendement en een laag risico. Infrastructuurbeleggingen Geen papieren of digitale effecten, maar real assets: tastbare beleggingen in stenen en grond. “Wij kopen assets als Gasum en Nordic namens groepen van ongeveer twintig beleggers,” zegt Dominic Helmsley, head of infrastructure equity bij SL Capital. De meeste zijn kleinere tot middelgrote pensioenfondsen die zo’n investering niet op eigen kracht aan kunnen. “Veel pensioenfondsen mogen niet meer dan 30 tot 35% van één asset bezitten. Wij openen voor hen de deur naar dit soort markten” Het Finse gasgrid en de Noorse waterkrachtcentrales vallen onder de beleggingscategorie infrastructuur, een van dé nieuwe buzzwords voor pensioenfondsbeleggers. Grote pensioenfondsen beleggen er al jaren in. “Vooral in Canada en Nederland,” zegt Helmsley. “Jullie behoren tot de pioniers.” Beter toegankelijk Hij kan het weten. Helmsley werkte dertien jaar lang voor de voormalige British Airports Authority. Hij eindigde als hoofd van het M&A-team dat vliegvelden aankocht. Tot voor kort was dit domein exclusief weggelegd voor grote fondsen als het Canadese OTPP en het Nederlandse ABP. De deals hadden een omvang van honderden miljoenen tot ettelijke miljarden euro’s. Partijen als SL Capital maakten het ook toegankelijk voor kleine en middelgrote pensioenfondsen. Die moeten wel: de hardnekkig lage rentes hebben een jacht naar yield en alternatieve beleggingen op gang gebracht. Gas- en elektriciteitsnetwerken, krachtcentrales, tolwegen, havens en vliegvelden hebben monopoloïde kenmerken; hun gebruikers hebben veelal geen keus. Het zijn captive customers. Mede daarom en vanwege de veiligheid en leveringszekerheid, zijn ze meestal streng gereguleerd. Dat drukt de rendementen. Alles beter dan staatsobligaties “Beleggingen als Gasum en Nordic Power leveren een totaalrendement op van 9 tot 10% en een effectief rendement van 4 tot 5%,” zegt Helmsley. Maar alles liever dan de huidige 0,15% op Duitse tienjaars staatsobligaties. En die 4 tot 5% zijn letterlijk en figuurlijk vrijwel in beton gegoten. Energienetwerken en tolwegen gaan zelden of nooit failliet. Mensen moeten ze immers blijven gebruiken, zelfs in de meest dramatische economische tijden. En ze gaan heel lang mee. Tientallen jaren. De combinatie van een laag risico en een bescheiden, maar stabiele inkomstenstroom gedurende een zeer lange tijd maakt infrastructuur tot een ideale belegging voor pensioenfondsen. Net als veel andere real assets. SL Capital beheert inmiddels 9,3 miljard euro in deze sector, waarvan 1 miljard in infrastructuur. Maar dat bedrag valt in het niet bij de 25 miljard euro die Standard Life beheert in vastgoed. Grote en kleine pensioenfondsen beleggen al sinds mensenheugenis in winkelcentra, kantoren en appartementen. Maar tegenwoordig investeren zij dus ook in vliegvelden, havens en gerechtsgebouwen. Grenzen alternatives vervagen “De grenzen vervagen tussen vastgoed en infrastructuur,” constateert Mark Meiklejon, investment director real estate bij Standard Life Investments. De structuur van de vastgoeddeals wordt ook creatiever. Meiklejon geeft een voorbeeld. “Een multinational laat een nieuw hoofdkantoor bouwen, maar verkoopt het hele project aan een partij zoals wij en huurt het weer terug.” Het resultaat is een win-win voor beide partijen. De onderneming heeft geen geld vastzitten in stenen en de belegger weet zich voor een zeer lange periode verzekerd van een vaste en financieel solide huurder. Grote beleggers werken hierbij steeds vaker samen met bouwers en projectontwikkelaars. Zo runnen PGGM en BAM gezamenlijk een joint venture die al 489 miljoen euro heeft geïnvesteerd in een dertigtal projecten, waarvan zeven in Nederland. De twee die het meest in het oog springen zijn een nieuw zeesluizencomplex bij IJmuiden en het nieuwe onderkomen vande Hoge Raad in Den Haag. Maatschappelijke betrokkenheid PGGM verschaft de bulk van het kapitaal – doorgaans 80% – en BAM doet de bouw en het facilitair management. De joint venture heeft een totaal vermogen van 775 miljoen euro, waarvan 620 miljoen van PGGM afkomstig is. De ppp (public private partnership) met BAM “stelt PGGM in staat Nederlands pensioenkapitaal te koppelen aan publieke projecten, waarmee we investeren in de reële economie,” zegt PGGM’s CIO private markets Frank Roeters van Lennep. “Dat levert goede langetermijnrendementen op voor de deelnemers in de pensioenfondsen waarvoor PGGM belegt en het levert een belangrijke bijdrage aan economisch herstel.” Naast duurzaamheid hebben pensioenfondsen en hun beleggers daarmee een tweede bestemming voor hun geld die inhoud geeft aan hun maatschappelijke betrokkenheid. Er zijn meer real assets die een groot maatschappelijk belang belichamen. Landbouwgrond steeds duurder Reza Vishkai is head of real assets bij BNY Insight Investment. Namens zijn klanten belegt hij in landbouwgrond en boerenbedrijven. “We zijn een paar jaar geleden begonnen en hebben inmiddels 230 miljoen dollar onder beheer,” vertelt Vishkai. “Allemaal van grote institutionele beleggers met een gemiddelde omvang van 10 miljard dollar. Pensioenfondsen zijn er gek op omdat het een tastbare belegging is en een geweldige hedge tegen inflatie.” Insight bezit inmiddels cattle-stations in Australië, zuivelboerderijen in Nieuw-Zeeland en Chili, aardappelvelden in Polen en graanakkers in Roemenië. “Vroeger kostte landbouwgrond bijna niks,” aldus Vishkai, “maar die tijden zijn voorgoed voorbij. De wereldbevolking blijft tot 2050 flink groeien terwijl de beschikbare grond voor voedselproductie gelijk blijft of zelfs slinkt, door klimaatverandering en slecht beheer.” Te goedkoop water En dus moet de productie per hectare omhoog. Dat kost veel geld – voor knowhow, irrigatie, nieuw zaai goed, speciale apparatuur – en daar komen de pensioenfondsen in beeld. “Bijna alle grond op aarde die geschikt is voor landbouw is nu in productie. De prijs voor zulke grond zal voorlopig alleen maar verder stijgen. Al was het maar omdat er óók een enorme vraag is naar grond om huizen op te bouwen.” Zo schoten Ierse akkers vóór 2008 in prijs omhoog vanwege de vraag van woningbouwers. Ook de klimaatproblemen maken landbouwgrond duurder. “Neem Californië,” zegt Vishkai. “De helft van alle groenten en vruchten die de Amerikanen jaarlijks eten komt daar vandaan en de helft van de wereldconsumptie van amandelen. Amandelbomen hebben heel veel water nodig. Californië subsidieert water nog steeds, waardoor het te goedkoop is.” Nieuwe vormen van irrigatie en ook van besparing op water zijn kostbaar. Ook die noodzakelijke investeringen zullen landbouwgrond gestaag duurder maken, denkt Vishkai. Assets verder ontwikkelen Gezien de maatschappelijke relevantie is landbouwgrond een ideale real asset voor pensioenfondsen. “Voor beleggers met een lange horizon is duurzaamheid een heel belangrijk criterium.”BNY Insight koopt vooral gronden en bedrijven die nieuwe impulsen nodig hebben. “Wij houden van assets die we kunnen ontwikkelen, waarin we kunnen investeren. Dat kost twee tot drie jaar, vervolgens verdien je een paar jaren geld, tenslotte neem je nog een paar jaar om het geheel te verkopen.” Gemiddeld levert zo’n cyclus de klanten van Insight 10 tot 12% rendement op. Er zijn ook beleggers die het anders doen. Zij kopen grond en verhuren die langdurig aan boeren. Dat levert jaarlijks 6 tot 8% rendement op en 3% inkomen. Grond vrij waardevast “Maar sale and lease back is eigenlijk alleen in de VS een liquide en goed ontwikkelde markt.” Voor partijen als Insight en SL Capital is er nog heel wat ontwikkel- en zendingswerk te verrichten. Real assets is een verzamelnaam voor beestjes met sterk uiteenlopende eigenschappen. Infrastructuur is een zeer stabiele belegging. Maar landbouw is onderhevig aan de grillen van het klimaat – slagregens én langdurige droogte – en van de wereldvoedselmarkt met zijn op en neer dansende prijzen. Niet bepaald ideaal voor pensioenfondsen, zou je denken. In de praktijk valt dat erg mee, aldus Vishkai. “De bulk van het geld van de belegger zit in de waarde van zijn grond. En die fluctueert nauwelijks mee met natuurrampen en voedselprijzen. Nieuw-Zeeland kende een periode waarin de melkprijs met 70 % instortte. Maar de marktprijs voor de grond voor zuivelboerderijen daalde niet meer dan 5 tot 10%.” En er is nog iets: “In het westen is landbouw doorgaans royaal gesubsidieerd. Nederlandse boeren krijgen 300 euro per hectare.” Dit artikel stond ook in IEXProfs Magazine 4 2016 als onderdeel van Dossier Alternatives. Joost Ramaer is freelance journalist en schrijver van het boek De Geldpers – De teloorgang van het mediaconcern PCM (Prometheus, 2009). Over beleggen schreef hij eerder een wekelijkse column in NRC Handelsblad (2011-2013). De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.