Het betere factorbeleggen Matt Peron en Mike Hunstad van Northern Trust tackelen de risico's van factorbeleggen. 29 augustus 2016 10:30 • Door Joost Ramaer Smartbètabeleggers, of factorbeleggers zoals ze ook worden genoemd, krijgen vaak niet wat ze denken te zien. De biases die ze aanbrengen in hun beleggingsbeleid kennen zowel lange periodes van out- als underperformance ten opzichte van marktkapitalisatie-gewogen indices. Kies de biases op het verkeerde moment, en je loopt als professioneel belegger tegen een teleurstelling aan – en mogelijk zelfs ontslag. Bovendien raken ze snel vervuild met onbedoelde edoch meeliftende risico’s. Tenminste, dit zijn conslusies uit een recente presentatie van Matt Peron en Mike Hunstad op BrightTALK, getiteld Factor-Based Investing: a Quant Expert Cuts through the Noise. Peron is hoofd Global Equity en Hunstad hoofd Quantitative Equity Research bij Northern Trust, een Amerikaanse vermogensbeheerder die wereldwijd 906 miljard dollar voor klanten belegt, waarvan 672 miljard voor institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars. We hebben hier te maken met een grote partij. Meer rendement met smartbèta Klik op de afbeelding voor een grote versie Smartbèta- ofwel factorbeleggen kan leiden tot consistente outperformance van traditionele indices. Uit onderzoek blijkt dat factor-beleggen veel beter scoort dan stock picking, het klassieke handwerk van de actieve belegger (zie eerste grafiek). ‘Maar de duivel schuilt in de details,’ aldus Hunstad. ‘Echt goed factor-beleggen is gewoon moeilijk. Je moet wel weten wat je doet.’ In hun presentatie houden Peron en Hunstad het op traditionele factoren als dividend, omvang, momentum, volatiliteit ofwel low vol, en waarde – eigenlijk onderwaardering ofwel low val, van valuation. Mixen is de oplossing Zelfs daarmee kun je heel fatsoenlijke extra rendementen behalen tegen alleszins aanvaardbare risico’s. Mits je rekening houdt met hun voetangels en klemmen. De eerste is hun sterk cyclische karakter. ‘Alle factoren kennen langdurige periodes van hardnekkige underperformance,’ aldus Hunstad. ‘Niemand weet wanneer die zich voordoen. De enige zekerheid is dat ze per factor verschillen.’ Beleggers die op het verkeerde moment de verkeerde bias in hun portefeuille aanbrengen, kunnen lelijk op hun neus gaan. Northern Trust denkt daar iets op te hebben gevonden: factoren mengen leidt tot drastisch minder underperformance (zie tweede grafiek). Het beste mengvoer is kwaliteit, aldus Hunstad. ‘Kwaliteit is een uitstekende aanvulling op andere factoren omdat hij het rendement verhoogt, de volatiliteit verlaagt, en de effecten van factorencycli verzacht.’ Meer factoren, minder risico Klik op de afbeelding voor een grote versie Een hoge FER helpt ook Een tweede valkuil is wat Hunstad en Peron ‘niet-gecompenseerde risico’s’ noemen. Hunstad geeft een voorbeeld. ‘Als je vandaag de dag kiest voor de factor low val, dan raak je overwogen in energie en grondstoffen.’ Olieconcerns en mijnbouwers mogen dan verleidelijk lage waarderingen hebben, het zal duidelijk zijn dat ze aanzienlijke risico’s in zich bergen waar de belegger in de factor Waarde niet per se op zit te wachten. Als hij niet uitkijkt, krijgt hij er nog een onbedoeld regio-risico bij. ‘Europa is al jaren dé grote underperformer van de hoofdmachten in de wereldeconomie,’ aldus Hunstad. ‘Ook Europese aandelen zijn daardoor heel aantrekkelijk gewaardeerd.’ Om deze obstakels te omzeilen, heeft Northern Trust de FER bedacht: de Factor Efficiency Ratio. Die bestaat, heel simpel, uit de bedoelde factor-exposure gedeeld door de onbedoelde andere exposures. Hantering van deze FER leidt tot een lucratieve verfijning van factor-strategieën. Simpele factor-gewogen indices als de MSCI Risk-Weighted leveren nauwelijks echt extra rendement op. Hoe beter ze zijn ingericht, hoe hoger hun score (zie derde grafiek). Meer FER, meer rendement Klik op de afbeelding voor een grote versie De juiste inzet van factoren kan beleggers helpen hun specifieke risico’s te verzachten. Vooral low vol-aandelen die veel dividend uitbetalen kunnen volgens Hunstad zeer effectief zijn voor institutionele beleggers. Joost Ramaer is freelance journalist en schrijver van het boek De Geldpers – De teloorgang van het mediaconcern PCM (Prometheus, 2009). Over beleggen schreef hij eerder een wekelijkse column in NRC Handelsblad (2011-2013). De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.
Assetallocatie 10 apr JP Morgan AM ziet meer in Europese aandelen JP Morgan AM heeft zijn modelportefeuille voor het tweede kwartaal bekendgemaakt. De meest opvallende wijzigingen ten opzichte van het eerste kwartaal zijn een opwaardering van Europese aandelen en van emerging markets (excl. China). In het algemeen geldt voor de modelportefeuille een hoge risicobereidheid.