Eindelijk lijkt UCITS te werken Institutionele beleggers van buiten de eurozone steken steeds meer geld in ETF’s met UCITS-labels. Eindelijk lijkt UCITS te werken. 16 juni 2015 10:30 • Door Joost Ramaer Institutionele beleggers van buiten de eurozone steken steeds meer geld in ETF’s met UCITS-labels, dat beleggen in de Europese Unie gemakkelijker en populairder moet maken. "UCITS ETF’s zijn over de hele wereld in trek," zegt Tim Huver van Vanguard (zie illustratie). Huver is verantwoordelijk voor de Europese trackers van Vanguard. "De vraag komt ook steeds meer van buiten Europa, met name vanuit Azië en Zuid-Amerika." Hij deed zijn uitspraken in een interview met IEXProfs tijdens het congres Inside ETFs Europe in Amsterdamse. Tot voor kort kochten niet-Europese beleggers uitsluitend Amerikaanse trackers. Maar de VS heft hogere belastingen, met name op dividenden. Complexe lappendeken "UCITS ETF’s bieden fiscale voordelen," zegt Huver. "Bovendien is de liquiditeit sterk verbeterd." De groeiende populariteit van UCITS is goed nieuws voor de Europese financiële markten, beaamt hij. Dat heeft wel even geduurd. UCITS dateert al van 1985. Doel was één Europese markt te creëren voor beleggingsfondsen. Maar veel lidstaten reageerden met nationale uitzonderingsregels, om lokale aanbieders te beschermen. Pogingen om dit tegen te gaan, bleven maar stranden. Tot 2001, toen UCITS III van kracht werd. Pas vanaf dat jaar begon het label te functioneren zoals het ooit was bedoeld. Voor niet-Europese beleggers is de EU nog steeds een complexe lappendeken met hogere kosten en veel verschillende regels. De Europese ETF-markt loopt dan ook ver achter bij de Amerikaanse. Op dit continent is inmiddels 460 miljard euro belegd in meer dan tweeduizend verschillende trackers. In de VS is dat 1,9 biljoen euro, verdeeld over zo’n 1700 ETF’s. Meer particulieren "In totaal heeft Vanguard in Europa zo’n honderd miljard dollar onder beheer," zegt Huver. "Daarvan zit zeventien miljard in ETF’s." De Europese markt groeit wel harder. "Vorig jaar was de netto instroom in ETF’s in Europa 64 miljard dollar, een record. En in het eerste kwartaal groeide de instroom twee keer zo hard als in Q1 2014." Door hun eenvoud, lage kosten, goede spreiding en goede verhandelbaarheid zijn ETF’s ideale producten voor particuliere beleggers. De ironie wil echter dat in Europa juist institutionele beleggers de markt domineren. Zij houden 85% van de Europese trackers; in de VS is dat 51%. Maar ook dat ziet Vanguard veranderen. "Het einde van de distributievergoeding gaat echt verschil maken. Financieel adviseurs hebben er geen belang meer bij om hun klanten de fondsen aan te praten waar zij zelf het meeste aan verdienen." De afschaffing van de kickback werkt sterk in het voordeel van de trackers met hun lage kosten. Ook die verandering gaat langzaam. Wordt in de VS al 45% van alle ETF’s via adviseurs verkocht, in Europa is dat nog 10%. Geen reclame Nog langer zal het duren voordat ook de directe verkoop van trackers aan particuliere eindbeleggers enige omvang krijgt. In Europa vormt die slechts 5% van de markt. "In Europa doen wij nog niet aan direct retail," zegt Huver. Vanguard pionierde met indexfondsen, maar was laat met ETF’s: oprichter John Bogle moest er namelijk niets van hebben. Bovendien maakt het huis geen reclame, om de kosten voor beleggers zo laag mogelijk te houden. De particuliere belegger moet Vanguard op eigen kracht ontdekken, en dat vraagt tijd. Maar om zich heen ziet Huver ook de Europese retailmarkt voor ETF’s onmiskenbaar tot leven komen. "We staan nog maar aan het begin van de ontwikkeling in de EU." Joost Ramaer is freelance journalist en schrijver van het boek De Geldpers – De teloorgang van het mediaconcern PCM (Prometheus, 2009). Over beleggen schreef hij eerder een wekelijkse column in NRC Handelsblad (2011-2013). De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.