Vier vuistregels voor ETF-beleggers Trackerbeleggers hebben een luxeprobleem: een overdaad aan keuze. ETF.com biedt een handzaam gidsje door luilekkerland. 30 april 2014 16:00 • Door IEXProfs Redactie Trackerbeleggers hebben een luxeprobleem: hoe te kiezen uit het overweldigende aanbod? Wereldwijd zijn er inmiddels 5102 verschillende trackers te koop met een totaal beheerd vermogen van bijna 2,5 biljoen dollar, zo blijkt uit de maart-editie van BlackRock's trackerbijbel ETP Landscape. Ofwel: 287 nieuwe titels en 366 miljard dollar meer vermogen dan in maart 2013. ETF.com publiceert een handzaam gidsje door dit enorme luilekkerland: 1. Ken de index van je tracker De meeste beleggers kiezen hun trackers op de uitgevende instelling, niet op de index waarop zij zijn gebaseerd. Terwijl de index veel meer invloed heeft op de resultaten, zeker nu de aanbieders steeds meer alternatieve indices gebruiken. Neem bijvoorbeeld de SPDR S&P 500 (tickercode SPY | A-98) en de Guggenheim S&P 500 Equal Weight ETF (RSP | A-75). SPY weerspiegelt de traditionele S&P 500, gewogen naar marktkapitalisatie. RSP representeert een gelijkgewogen versie van dezelfde index. De laatste twaalf maanden presteerde RSP 3 procentpunten beter dan SPY (zie de eerste grafiek). Wat ook steeds vaker gebeurt, is dat een tracker wordt overgezet op een andere index van dezelfde markt. Zo volgt de Emerging Markets ETF van Vanguard (VWO | C-90) niet langer de EM-index van MSCI, maar die van FTSE. Met ingrijpende gevolgen: Zuid-Korea zit wel in de MSCI-index, niet in de FTSE EM. Daardoor geeft VWO nu een andere exposure dan bijvoorbeeld de iShares EM ETF (EEM | B-100), en dus ook andere resultaten (zie de tweede grafiek). Tenslotte kunnen twee ETF's op dezelfde index nog significant verschillen doordat de ene tracker de index voor 100% repliceert, en de andere niet. Neem de KraneShares Bosera MSCI China A-Shares ETF (KBA) en de Market Vectors China AMC A-Shares ETF (PEK | F-35). Onder KBA ligt een portefeuille met 33% financials en 14% industrie-aandelen, tegen 54% respectievelijk 6% onder PEK. Ook dat heeft ingrijpende gevolgen voor exposure en performance. 2. Ken de tracking error van je ETF Geen enkele tracker levert precies hetzelfde resultaat als zijn onderliggende index. Ook ETF's kosten nu eenmaal geld, zij het veel minder dan actief beheerde beleggingsfondsen. Maar het verschil in prestaties tussen ETF en index, de zogenoemde tracking error, is meestal groter dan de officiële beheerkosten. IEXProfs' onvolprezen trackerrecensent "Handelende Tak" noemt deze grotere verschillen niet voor niets "de werkelijke kosten". ETF.com hanteert een eigen maatstaf, de tracking difference. Zo is het verschil tussen de eerder genoemde VWO en zijn index over een periode van twaalf maanden gemiddeld 49 basispunten per handelsdag. De ene dag is het verschil nul, de andere dag 82 basispunten. Rivaal EEM doet het slechter, met een gemiddelde van 62 basispunten en een maximum van 105 basispunten. De vuistregel is: hoe kleiner de afwijking, hoe beter voor de belegger. 3. Ken de liquiditeit van je tracker Hoe groter de handel – liquiditeit – , hoe meer vreugd de belegger aan zijn tracker beleeft. Zie daar een tweede vuistregel voor trackerbeleggers. Bij ETF's heeft liquiditeit twee gezichten: de liquiditeit van de tracker zelf, en de liquiditeit van de onderliggende waarden. Een klein trackertje met maar tien miljoen euro beheerd vermogen kan toch heel liquide zijn omdat hij een large-cap index repliceert. Grote liquiditeit verkleint de bied-laat-spreads, en dus de kosten. 4. Ken de werkelijke kosten van je tracker ETF-aanbieders vermelden altijd de TER – total expense ratio ofwel beheerkosten. Neem de Schwab US Large Cap ETF (SCHX | A-93). Die lijkt de goedkoopste in deze populaire categorie, met een TER van 0,04%. Maar SCHX wijkt gemiddeld negen basispunten af van zijn index, en gaat van de hand tegen een gemiddelde spread van vier basispunten. Werkelijke kosten: 0,08%. Bij de Vanguard S&P 500 ETF (VOO | A-96) is de TER 0,05%, de spread één basispunt en de afwijking vier basispunten. Werkelijke kosten: 0,06%. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.