Slappe aanbevelingen van de ESMA Lijvig rapport met nieuwe richtlijnen voor gestructureerde producten: overbodig, weinigzeggend, voor discussie vatbaar. 2 april 2014 14:15 • Door Marcel Tak Er zijn nieuwe richtlijnen voor de Eurozone Trigger Note en het BAM Double Up certificaat. Bij wijze van spreken dan. De Europese toezichthouder ESMA heeft een document met "good practises" uitgegeven dat kan dienen bij de uitgifte van gestructureerde producten. Die gestructureerde producten worden in Nederland nauwelijks uitgegeven. Bovengenoemde structuren van respectievelijk Van Lanschot en ABN Amro waren enkele van de beperkte (openbare) uitgiftes. Maar in andere landen is deze markt booming en de ESMA vindt het noodzakelijk richtlijnen voor deze producten aan de marktpartijen mee te geven. Waarom die richtlijnen nodig zijn? ESMA geeft antwoord in het rapport. Letterlijk wordt gesteld dat als particuliere beleggers deze producten niet goed begrijpen zij met onverwachte verliezen geconfronteerd kunnen worden, wat kan leiden tot klachten, reputatieschade van financiële instellingen, gebrek aan vertrouwen in de wetgeving en in de financiële markten. Deze (te) langlopende zin heb ik nog verkort weergegeven. Het is verbazingwekkend. In een tijd waarin de klant centraal staat, geeft de toezichthouder aan dat regelgeving noodzakelijk is om reputatieschade en dergelijke te voorkomen. Als die reputatieschade niet zou dreigen, was bescherming van de klant kennelijk niet aan de orde. Richtlijnen zijn natuurlijk in de allereerste plaats bedoeld om financiële ongelukken te voorkomen voor particulieren. Punt uit. Dat er ook andere effecten zijn, zoals een gevaar voor het vertrouwen in de financiële markten, is een, weliswaar belangrijke, bijzaak. De ESMA moet dezelfde cultuuromslag maken die ook voor het bankwezen zelf noodzakelijk was en is. Dan de aanbevelingen zelf. Het zijn er precies 45. Dat is veel. Te veel. De aanbevelingen zijn verdeeld over verschillende categorieën: algemene organisatie van procedures bij maken en verkoop producten product ontwikkeling testen van product doelgroep verkoopstrategie prijsbepaling en kosten secundaire markt en aflossing evaluatieproces Nou, goedLaat ik positief beginnen. In het document staat aangegeven dat uitgevende instellingen bij emissie van een nieuw product de werkelijke waarde ervan zouden moeten aangeven. Dat betekent feitelijk de uitgifteprijs minus alle directe en indirecte kosten. Ik vind dit een uitstekende suggestie. Het geeft de particuliere belegger duidelijk inzicht of hij waar voor zijn geld krijgt bij emissie. Voor het overige is het een rapport met veel weinigzeggende, overbodige en soms voor discussie vatbare aanbevelingen. Ik geef een paar voorbeelden van die overbodige weinigzeggende punten: Het is belangrijk dat de makers van gestructureerde producten goed hun doelgroep voor ogen hebben voor het gestructureerde product dat ze willen uitgeven. Het is belangrijk dat makers en aanbieders van deze producten de belangen van de klanten voorop zetten in hun verkoopstrategie. Er moet goed rekening worden gehouden met risico's die verbonden zijn aan de verkoopstrategie. Het is belangrijk dat de distributeur nagaat of het product wel in het belang is van zijn klanten. Naast overbodige richtlijnen, wordt ook een aantal genoemd waarvan de redelijkheid voor discussie vatbaar is. Zo mag de intentie bij het maken van een gestructureerd product niet liggen in de wens van de uitgever zelf om assets van zijn balans te ontdoen. Dat is vreemd. Een markt leeft bij vraag en aanbod. Juist als de ene partij ergens vanaf wil, terwijl een andere partij daarin juist interesse heeft, ontstaat een goed werkende markt. Het kan mij als consument niets schelen met welke intentie een uitgever een product naar de markt brengt. Zolang het maar een interessant en fair geprijsd product betreft. Ook de grote nadruk op het backtesten in het ESMA-rapport van producten is voor discussie vatbaar. Back-testing kan ook een marketing tool zijn om de mooie resultaten op basis van het verleden als toekomstige worst de belegger voor te houden. Naast de veelheid aan overbodige en discutabele open deur richtlijnen, wordt een in mijn ogen belangrijke aanbeveling vergeten. Van elk gestructureerd product zou de uitgever en/of de distributeur de (dagelijkse) ontwikkeling van de onderliggende waarde moeten weergeven. Maar al te vaak moeten kopers van deze producten op zoek naar de stand van zaken omtrent de waarde waarin het product belegt. In een aantal gevallen zijn die onderliggende waarden niet of nauwelijks te achterhalen. Het document ademt een sfeer uit, alsof ESMA toezicht houdt op ambtelijke organisaties. Uitgebreid staat beschreven hoe het proces bij het maken van gestructureerde producten georganiseerd behoord te zijn. Makers van gestructureerde producten, zo wordt bijvoorbeeld gesteld, moeten hun tegenpartijen en andere partijen waarmee samengewerkt wordt, zorgvuldig uitkiezen. Tja, met zulke aanbevelingen worden ongelukken in de markt van gestructureerde producten zeker voorkomen... Slappe hapIk vind de aanbevelingen van de ESMA "slappe hap". Je krijgt er natuurlijk wel het document mee vol. Met 133 medewerkers, die een budget van 33 miljoen euro hebben te verstouwen, is een simpel document met enkele harde basisregels kennelijk niet overtuigend. Dit soort richtlijnen doet mij denken aan de politieagent die aan de verkeersdeelnemers zijn interpretatie van de wet uiteenzet, maar nalaat gewone simpele basisregels te handhaven. Mijn aanbeveling: lokale toezichthouders, dan wel de ESMA, dienen een aantal dwingende regels op te stellen ten aanzien van de uitgifte van gestructureerde producten. Deze regels passen op een A4-tje. Eén van de belangrijkste regels is in mijn gedachte de verplichting om van elk uitgegeven gestructureerd product, ook welke onderhands en/of niet beursgenoteerd zijn, de productvoorwaarden op de website van de uitgever/distributeur te plaatsen. Dit leidt pas echt tot de noodzakelijke transparantie. Is een dergelijk aanpak nou zo moeilijk? Kennelijk, wel volgens de ESMA. De toezichthouder geeft liever de voorkeur aan een lijst vol met slappe aanbevelingen dan het handhaven van enkele basisregels. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.