De persberichten zijn nog niet uit, maar Lipper Refinitiv gaat vanaf eind juni ook ESG-scores aan fondsen toekennen. Tenminste, als er over deze fondsen voldoende ESG-data beschikbaar zijn, want data vertellen volgens Leon Saunders Calvert het hele verhaal. “Alleen met data kan objectiviteit en volledige transparantie worden bereikt. Het moet volkomen duidelijk zijn hoe onze scores tot stand zijn gekomen.”
Verschillen per bedrijfstak
Het toekennen van ESG-scores aan beleggingsfondsen begint met het analyseren van het ESG-gehalte van de onderliggende bedrijven. “Daarbij houden wij uiteraard rekening met het feit dat de ESG-uitdagingen per bedrijfstak verschillen,” vertelt Saunders Calvert.
Nadat bedrijven allereerst relatief met elkaar worden vergeleken, waar een zogenoemde peer rating uitrolt, wordt de ESG-materialiteit bepaald. De berekening daarvan is voor elke sector anders. Saunders Calvert: “Om een voorbeeld te geven. Hoe meer CO2 een bedrijfstak uitstoot, hoe meer gewicht aan CO2-emissies wordt toegekend.” Levert een bedrijf te weinig data aan, dan is de score snel berekend. Die is dan nul.
“Voordeel van de twijfels is er in onze methodologie niet bij. Het moet bedrijven aanzetten tot maximale transparantie,” aldus Saunders Calvert.
Vereisten
Op basis van de afzonderlijke bedrijfsscores kan vervolgens het duurzaamheidsgehalte van fondsen worden berekend. Nou ja, van minimaal 70% van de portefeuille moet Refinitiv een ESG-score hebben.
Ook geldt: minimaal tien bedrijven in de portefeuille moeten ESG-score hebben. Wordt aan een van deze vereisten niet voldaan, dan gaat een fonds zonder ESG-score door het leven.
“Van minimaal 70% van de bedrijven in portefeuille moet Refinitiv een ESG-score hebben”
Lees ons online magazine over de winnaars van de Lippar Fund Awards 2020 en ontdek hoe zij tegen de coronacrisis aankijken.
