Stefan Lundbergh: "Risico en rendement zijn relatief"

Stefan Lundbergh, Director Insights bij Cardano, over pensioenfondsen, inzichten in menselijk gedrag en de bijna filosofische benadering van risico en rendement. Hoe die twee zich tot elkaar verhouden, hangt namelijk helemaal af van hoe u naar de markt kijkt.

meer
Bio

Fleur van Dalsem werkt ruim vijftien jaar bij IEX en Beursduivel en is sinds haar studietijd actief in het wereldje van de financieel economische journalistiek. Als redacteur werkte zij voor verschillende financieel economische tijdschriften en websites.

Fleur schrijft artikelen, maar werkt nu vooral achter de schermen als coördinator van IEX Expert.

Recente columns
  1. Financiële kijktips voor de feestdagen
  2. Dit zijn de best gelezen artikelen van 2021
  3. Dag Marcel Tak
  4. IEXFonds 40: Tech rules
  5. IEXFonds 40: Niets te klagen
Populaire columns
  1. Financiële kijktips voor de feestdagen

Wat mopperen we eigenlijk over Nederlandse pensioenfondsen en hun dekkingsgraden. Ze doen het internationaal gezien toch erg goed?

“Pensioenfondsen beloven iets, namelijk na je werkzame leven keren ze maandelijks levenslang uit. Als er minder geld is, dan is er minder pensioen en dat risico is voor de deelnemer. Dat is zo sinds de hervorming van ons Nederlandse pensioenstelsel. In de Verenigde Staten zit het anders. Daar betaalt de overheid de ambtenarenpensioenen. Het grote Californische ambtenaren pensioenfonds CalPERS heeft een dekkings graad van 71%, uitgaande van een flink jaarlijks rendement van 7%. Echter, onder internationale accountingsregels blijft er maar een dekkingsgraad van 47% over. Dat bekent een pensioentekort van 380 miljard dollar, alleen voor de staat Californië, de vijfde economie van de wereld. Dat is bijna net zoveel als twee jaar aan belastinginkomsten voor deze staat en zorgt voor een rare situatie. CalPERS is namelijk geneigd meer risico te nemen om in elk geval die 7% rendement te halen en mogelijk om het pensioentekort wat in te lopen. Wanneer het misgaat, worden ze gered door de staat."

"Ze hebben dus een overheidsputoptie. De staat moet geld opzijzetten om dit gat te dichten, maar dat gaat ten koste van andere overheidsdiensten, zoals de brandweer, of van de aanleg van nieuwe wegen. Californië kan ook de belasting verhogen, maar geen politicus wil daar natuurlijk graag zijn handtekening onder zetten. In een worstcasescenario zou de staat Californië failliet kunnen gaan. Dan zullen politici de problemen liever afwentelen op obligatiebeleggers dan op deelnemers van CalPERS, die ook hun kiezers zijn. Toch moet er een oplossing komen, want dit pensioenstelsel is niet houdbaar. Als obligatiebelegger moet je hier ook rekening mee houden. Ik zou door die overheidsput van CalPERS nooit gemeentelijke of staatsobligaties kopen van Californië, tenzij ik voldoende gecompenseerd zou worden voor het bijbehorende risico. Het risico dat Californië in de toekomst default, is groot.”

“Als je naar de markt kijkt als een huwelijk, dan weet je dat er altijd onzekerheden zijn”

Is het nodig dat pensioenfondsen jaarlijks hun dekkingsgraad openbaar maken? Ze beleggen immers voor de zeer lange termijn en zo worden ze gedwongen ook voor de zeer korte termijn naar hun portefeuille te kijken.

“Dat is zeker nodig. Bijvoorbeeld om niet in een scenario te komen zoals de Japanse pensioenfondsen. Die hebben al jaren te maken met deflatie en een rente van 0%. Dat is de grootste nachtmerrie van fondsen. En dat kan hier ook gebeuren, als pensioenfondsen niet jaarlijks hun beleggingsbeleid aanpassen aan de veranderende omgeving. Dat kan op korte termijn vervelend zijn, bijvoorbeeld omdat meer risicovolle posities afgebouwd moeten worden, maar daarmee voorkomen bestuurders vergissingen. Het doel van een pensioenfonds is om risico op een zo goed mogelijke manier te managen, om bijvoorbeeld de dekkingsgraad te beschermen tegen renteschommelingen. Pensioenfondsbestuurders zijn echter net echte mensen. Ook zij maken beslissingen met een menselijke bias, vinden het lastig om de juiste afweging te maken tussen risico en rendement."

"Ik geef een paar voorbeelden: gooi eens basketbal in een basket. Dat geeft meteen resultaat: je scoort of je mist. Je krijgt dus meteen feedback. Als je misgooit, kun je harder gooien, zachter of juist meer letten op de wind. Je kunt in elk geval oefenen, het opnieuw proberen en er op termijn goed in worden. Dat geeft houvast. Als je gaat trouwen, weet je niet of je in de toekomst gelukkig zult zijn, of je getrouwd zult blijven. Daarvoor heb je niet genoeg informatie, je weet het gewoon niet. Je neemt een beslissing en hoopt dat die de juiste is. Daarom is denken in scenario’s een goed idee. Voor het huwelijk zou je kunnen bedenken wat jullie doen als er kinderen komen of als er een partner ziek wordt. Daardoor kun je je aanpassen als er iets gebeurt in de toekomst."

"Beleggers moeten kiezen op welke manier ze de markt willen benaderen. Ze kunnen denken: ik kan de markt nooit echt begrijpen of accuraat voorspellen. Of ze kunnen ervan uitgaan dat ze de markt kunnen leren begrijpen, ze kunnen modelleren. Als je daar als belegger van uitgaat, dan voelt dat heel lekker. Als je weet hoe het werkt, weet je ook wat je kunt verwachten. Stel dat je uitgaat van een jaarrendement van 7% en dat je in staat bent om in een model afwijkingen van dat percentage zoveel mogelijk te beperken, dan kun je altijd blijven zitten. Maar als je naar de markt kijkt als een huwelijk, dan weet je dat er altijd onzekerheden zijn, dat er geen zekere uitkomst is. En de markt voorspellen, dat is wel zo lastig."

"Ook de beste beleggers kunnen dat niet zo goed. De basisdiscussie voor beleggers, dus ook voor pensioenfondsen, draait altijd om risico en onzekerheid en hoe daarmee om te gaan. En ze moeten altijd kiezen uit deze twee manieren om de markt te benaderen. Maar er is niet één manier beter, er is geen domme keuze. Als je gelooft dat je weet hoe de markt werkt, dan zorg je voor een optimale oplossing. Als je gelooft dat de wereld of de markt onzeker is, dan zorg je voor een robuuste oplossing. Maar beleggers moeten zich ook altijd afvragen wat er mis zou kunnen gaan. Dus ja, elk jaar het beleggingsbeleid aanpassen aan de veranderende omgeving is beter dan wachten tot het misgaat.”

Zijn pensioenfondsen over het algemeen te risico-avers?

“Niet als ze ervan uitgaan dat de wereld of markt onzeker is. De markt beweegt zich in een patroon, maar herhaalt dat patroon niet steeds op dezelfde manier. Soms moet je iets meer risico nemen in een bepaalde periode, maar een optimaal risicoprofiel bestaat niet. Je moet je portefeuille steeds aanpassen.”

Hoe kunnen pensioenfondsen leren van scenariodenken?

“Als je ervan uitgaat dat je niet weet hoe de wereld of de markt in elkaar zit en andere reageert, dan is het slim om vier of vijf scenario’s te bedenken voor wat er zou kunnen gebeuren. Helemaal nu we aan het eind van de cyclus zitten. Je hebt een portfolio nodig dat onder alle scenario’s redelijk oké presteert. Zo maak je je portefeuille robuuster. Natuurlijk zul je niet al die scenario’s vooraf even goed hebben uitgewerkt of hebben voorzien. Zodra je nieuwe informatie krijgt, bijvoorbeeld over economische groei of demografie, kun je je scenario’s daarop aanpassen. Je bent zo in elk geval voorbereid op mogelijke problemen. Als de scenario’s op papier staan, is de stresstest de volgende stap. Je kunt testen of je portefeuille tegen problemen kan. Daarna kun je gaan beleggen voor de lange termijn."

"Wij adviseren ook de ‘pre-mortem tool’ te gebruiken. Dat betekent autopsie plegen op je balans voordat die dood is. Je zou kunnen zeggen: over vijf jaar ben ik failliet. Wat zou er dan gebeurd kunnen zijn waardoor mijn dekkingsgraad in de problemen is gekomen. Wat kan de showstopper zijn? Welk staartrisico’s zijn er en hoe kan ik die beperken? In 2006 zouden beleggers bijvoorbeeld gedacht kunnen hebben: hoeveel kan de rente dalen voordat ik in grote problemen kom? Pensioenfondsen zouden gedacht kunnen hebben: wat voor effect heeft dat op mijn dekkingsgraad en op het pensioen van mijn deelnemers?”

“Elk jaar het beleggingsbeleid bijsturen is beter dan wachten tot het misgaat"

Wat kunnen pensioenfondsen doen om hun deelnemers ook in de toekomst een goed pensioen te bieden? Een baan voor het leven bestaat immers niet meer. Zijn er andere pensioenproducten nodig?

“Vooral leren van het verleden. Pensioenoplossingen moeten meebewegen met werknemers en hun carrières. In de jaren 50 dachten werknemers dat ze hun hele leven bij dezelfde baas bleven. Levenslang werken, pensioen is geregeld. Maar toen werden werknemers niet zo oud als nu. Als pensioenfondsen toen hadden gewerkt met scenario’s, dan had een van die scenario’s kunnen zijn dat de levensverwachting flink omhoog zou gaan. Kinderen die nu geboren worden, zullen minstens 100 jaar oud worden en misschien wel twintig banen hebben in vijf verschillende landen. En ze zullen ook niet meer hun hele carrière in dezelfde sector werken."

"Omdat we zo oud worden, zullen steeds meer werknemers parttime met pensioen gaan. Met name hoogopgeleiden zullen langer doorwerken. En waarom ook niet? Waarom zouden zij moeten stoppen met werken, dat is zonde van hun kennis. Deze werknemers zijn ook niet bang dat zij te weinig geld hebben voor hun pensioen, eerder voor het niet meer nuttig zijn voor de maatschappij of om eenzaam te worden. Als je voor de industrialisatie geboren werd op een boerderij, dan ging je misschien even naar school, maar daarna ging je al snel aan de slag in het familiebedrijf. Op je oude dag bleef je daar en droeg je je steentje bij door bijvoorbeeld voor voor je kleinkinderen te zorgen en het landbouwgereedschap te onderhouden. Toen massaproductie opkwam, waren er arbeiders nodig in de steden en werd het leven meer opgedeeld in fasen: school, werk en daarna pensioen. Intussen is dat het systeem van onze grootouders geworden."

: Het past niet bij de nieuwe generatie werknemers. Een bouwvakker kan misschien niet tot aan zijn pensioen hetzelfde werk doen, maar waarom zou dat moeten? Hij zal meerdere carrières krijgen, meer flexibel zijn en op latere leeftijd ander werk gaan doen. Omdat we allemaal zo oud worden, zullen er bijvoorbeeld ook steeds meer gepensioneerden zijn met alzheimer in de laatste fase van hun leven. Hoe gaan we daarmee om? Daar hoort een pensioenoplossing op maat bij, andere pensioenproducten, zodat die laatste levensfase ook comfortabel is.”

U zit ook in het bestuur van een Zweeds pensioenfonds. Doen de Zweden het beter dan wij op pensioengebied?

“Nederland doet het heel goed. Hier sparen werknemers veel voor hun pensioen binnen alle verschillende pijlers en gebruiken ze hun beroepspensioen als levenslang pensioeninkomen. In Zweden is het pensioen vanuit de staat goed geregeld, de tweede pijler kan nog beter geregeld worden. Maar voor alle landen geldt: ze moeten onderzoeken welke nieuwe vormen van pensioen passen bij toekomstige generaties.”


Stefan Lundbergh
Wie is Stefan Lundbergh?

Sinds mei 2013 is Stefan Lundbergh Director Insights bij Cardano. Hij is verantwoordelijk voor de research. Daarnaast zit hij sinds 2012 in het bestuur van AP4, een Zweeds nationaal pensioenfonds. In de zomer van 2017 gaf hij leiding aan een onderzoek van het Zweedse Premium Pension System. Hij werkte eerder bij APG en Skandia Life Insurance en heeft een PhD van de Stockholm School of Economics.

Deel via: