Het Add Value Fund heeft dit jaar (weer) een plekje bemachtigd in de IEXFonds 40, de fondsenportefeuille van IEXProfs. Vandaar dat wij beide fondsmanagers Willem Burgers (rechts foto) en Hilco Wiersma (links foto) spraken over hun beleggingsbeleid. Waarom zou het fonds ook de komende jaren de structureel de benchmark kunnen verslaan?
De kans is groot dat 2019 een beter jaar wordt dan 2018. Afgelopen jaar was geen goed jaar voor beleggers in Nederlandse mid-en smallcaps, zoals het Add Value Fund. De AMX (-21,3%) deed het een stuk slechter dan de AEX (-7,3%, inclusief dividend). Met een verlies van 18,3% hield het Add Value Fund het verlies nog redelijk binnen de perken.
Nu selecteert IEX Profs niet op jaarrendement, want dat zou te kortzichtig zijn. We kijken naar prestaties van fondsen over drie en vijf jaar. Die rendementen (resp. 9,7% en 7,7% per jaar) van het Add Value Fund waren meer dan prima.
Wat doen jullie goed?
Willem Burgers: “Dat is toch dat we de aandacht concentreren op een klein deel van de beurs. Veel weten over weinig. Die aanpak genereert de meeste waarde tegen een beperkt risico. Ons werkterrein bestaat uit 65 Nederlandse ondernemingen met een totale beurswaarde van ruim 100 miljard euro."
"In ons bottom-up beleggingsproces hebben wij een voorkeur voor bedrijven met een sterke financiële basis en een bewezen trackrecord. Pas als een bedrijf een aantal jaar winstgevend is en in die periode beter heeft gepresteerd dan de concurrentie,willen we ernaar kijken. In starters of bedrijven die met verlies marktaandeel veroveren, zijn we niet geïnteresseerd. Dat beleggingsrecept heeft in de afgelopen elf jaar uitstekend gewerkt. Niet dat de performance in een rechte lijn omhoog gaat. Vorig jaar was er voor het eerst in zeven jaar een dip.”
Hoe willen jullie de benchmark verslaan?
Willem Burgers: “De portefeuille bestaat uit ondernemingen die alle sterker groeien dan de economie en die in hun niche technologisch voorop lopen. Wij hebben een duidelijke voorkeur voor bedrijven met een technologische voorsprong die internationaal aan de weg timmeren. Het Nederland-etiket slaat alleen op de vestigingsplaats en op de bedrijfscultuur, maar niet op de afzetmarkt. Die markt is wereldwijd. Onze bedrijven hebben bewezen door de cyclus heen waarde toe te voegen. Wij zien geen aanleiding waarom dat in de toekomst anders zou zijn.”
Het fonds wordt door twee mensen geleid. Wie doet wat?
Hilco Wiersma: “We doen dezelfde werkzaamheden. Sinds vorig jaar hebben we er een analist bij, die helpt met analyses. Naarmate het fonds verder groeit, zullen we meer analisten aannemen om nog dieper te kunnen graven. Hoewel daarbij data-analytics steeds belangrijker wordt, blijven wij inzetten op persoonlijk contact. Zo spreken we jaarlijks meerdere malen de raden van bestuur van de bedrijven waarin wij investeren. Risicomanagement is key. Risico is niet weten wat je aan het doen bent. Daarom beleggen wij niet snel in financials en bouwbedrijven.”
"Risico is niet weten wat je aan het doen bent"
Wat zijn de drie belangrijkste posities van het fonds?
Willem Burgers: “De grootste positie is Flow Traders, sinds 2015 in de portefeuille. Het is de Europese marktleider in het verschaffen van liquiditeit in passieve beleggingsproducten (ETP’s). Flow Traders heeft bewezen om juist in volatiele markten goede resultaten te boeken. 2018 was niet voor niets een recordjaar. Het aandeel is de hedge in de portefeuille. Daarnaast keert het veel dividend uit, waardoor over 2018 waarschijnlijk 10% dividendrendement wordt gerealiseerd."
"De nummer twee is ASMI, een chipmachineproducent in de schaduw van ASML, die uitstekende progressie boekt. Het orderboek voor 2019 staat op een all time high. ASMI heeft geen schulden. Het management voert uit wat het belooft."
"De nummer drie is Hunter Douglas, wereldmarktleider in raambekleding. Luxaflex is de bekendste merknaam. In 2016 en 2017 heeft het twee grote overnames gedaan, waarvan nu de positieve effecten doorkomen. Bij een koers-winstverhouding van tien en een dividendrendement van bijna 4% voelen wij ons comformtabel."
Waarom kiezen jullie speciaal voor Nederlandse mid- en smallcap-aandelen?
Hilco Wiersma: “In de EU staat Nederland bovenaan als het om concurrentiekracht en innovatievermogen gaat. Een belangrijke oorzaak daarvan is de kleine thuismarkt en de goede samenwerking met universiteiten. Al onze bedrijven zijn wereldmarktleider in hun niche. Zij geven gemiddeld tot 15% van hun omzet aan R&D uit. Wat betreft duurzaamheid zijn Nederlandse bedrijven zelfs koploper in de wereld."
"Al onze bedrijven zijn wereldmarktleider in hun niche"
"Dan te bedenken dat Nederlandse bedrijven veel goedkoper zijn dan bedrijven over de grens. De waardering van Nederlandse small- en midcapaandelen is met een koers-winstverhouding van twaalf keer de verwachte winst in 2018 aanzienlijk lager dan de waardering van soortgelijke bedrijven in Duitsland en Frankrijk, die een koers-winstverhouding van vijftien hebben. Onbekend maakt blijkbaar nog altijd onbemind.”
"De waardering van Nederlandse small- en midcapaandelen is aanzienlijk lager dan van soortgelijke bedrijven in Duitsland en Frankrijk"
Maar toch, is beleggen in alleen Nederlandse smallcaps niet wat beperkt?
Hilco Wiersma: “Zeker niet! Slechts 8% van de winst van de bedrijven in de portefeuille wordt in de Benelux gerealiseerd. Een kwart van de winst komt uit de VS, Duitsland is goed voor 14%. China en Azië worden als afzetmarkten steeds belangrijker. Daar liggen de grote groeikansen. Dat geldt zeker voor de halfgeleiderindustrie.”
Welke liquiditeitscriteria hanteert het Add Value Fund?
Hilco Wiersma: “De minimale beurswaarde moet tenminste 20 miljoen euro zijn, en de maximale beurswaarde 7,5 miljard euro. Brill is het kleinste bedrijf in de portefeuille en Aalberts het grootste. Maar beurswaarde zegt niet alles. De free float van Hunter Douglas bijvoorbeeld bedraagt minder dan 20%. Dat raakt de verhandelbaarheid. Twee derde van de fondsportefeuille is voldoende liquide, zodat aandeelhouder probleemloos kunnen uittreden.”
Wat ging er vorig jaar mis?
Hilco Wiersma: “Vorig jaar was Flow Traders de enige witte raaf met een rendement van 48%. De rest van de portefeuille eindigde het jaar negatief. Alleen de koersverliezen van ASMI en Besi kostten al 8% rendement. In 2018 had de halfgeleiderindustrie het moeilijk, en daar is het fonds voor 25% in belegd. Inmiddels is de halfgeleiderindustrie weer aan het herstellen. Besi is inmiddels 30% meer waard dan op de bodem vorig jaar.”
Waar zet het fonds in 2019 en verder op in?
Hilco Wiersma: “Wij zijn op zoek naar bedrijven die door de hele cyclus heen winstgroei genereren. Dan kom je al snel in de technologische hoek terecht, zoals bijvoorbeeld de chipindustrie. Volgend jaar worden er meer chips gebruikt dan dit jaar. Dat is een zekerheid. Auto’s zijn computers op wielen geworden. Robotisering vraagt ook steeds meer chips. Daarnaast houden wij rekening met de disruptie die hele bedrijfstakken op zijn kop zet. Juist in de business-to-consumer-markt (B2C-markt), waar bedrijven zoals Amazon actief zijn, doet dit fenomeen zich voor. Dat is de reden dat wij vooral voor bedrijven gaan die actief zijn in de business-to-business-markt (B2B-markt).”
Er is reden voor optimisme?
Hilco Wiersma: “Met een gemiddelde koerswinstverhouding van 10,1 en een dividend van bijna 5% waren de aandelen in de fondsportefeuille nog nooit zo goedkoop als nu. Er is al heel veel slecht nieuws verdisconteerd. De angst voor een recessie heeft het sentiment naar beneden geduwd, waardoor veel beleggers uit aandelen zijn gestapt en veilige havens hebben opgezocht."
"Ik zie onderwijl dat de rentes laag staan, dat grondstoffen goedkoop zijn en dat de bedrijven in onze portefeuille het juiste doen. Veel zal afhangen van hoe het verder gaat met Brexit en het handelsconflict tussen de VS en China."
"Als die problemen worden opgelost, dan verwacht ik dat de overnamecarrousel weer op gang komt. De lage waarderingen maken hebberig en juist de goedkopere mid- en smallcappers zijn interessant voor strategische en financiële partijen, zoals private equitybedrijven. Geld is er met de lage rente genoeg. Het Add Value Fund heeft in het verleden sterk geprofiteerd van overnames. Elk jaar werd wel een van onze bedrijven van de beurs gehaald. De gemiddelde premie bedroeg 37%. Het zou mij niet verbazen als toekomstige premies de 50% overstijgen. Dat zorgt voor een enorme versnelling van het rendement.”
"Ons fonds heeft in het verleden sterk geprofiteerd van overnames"
Wat is het grootste risico voor de markt in het algemeen en voor het fonds in het bijzonder?
Hilco Wiersma: “Dat de wereldeconomie in een recessie belandt. Dat het handelsconflict escaleert. Dat Italiaanse maar ook Duitse banken in problemen komen. De Europese financiële sector is na de crisis niet voldoende gesaneerd. Het is pappen en nat houden. In omvang is het wel de grootste sector van Europa.”
De fondskosten zijn met 2,02% erg hoog, zeker nu de ETF-concurrentie steeds sterker wordt.
Hilco Wiersma: “Het klopt dat wij duurder zijn dan de concurrentie, maar het fonds rendeert wel veel beter. Het netto rendement is hoger, en daar gaat het uiteindelijk om. Het Add Value Fund voegt echt waarde toe. Vorig jaar hebben we de beheervergoeding verlaagd en tevens een staffel ingevoerd. Hoe hoger het beheerde vermogen, hoe lager de vergoeding wordt. Overigens is het logisch dat wij duurder zijn dan de concurrentie. Wij beheren maar één fonds, en dan kunnen de algemene kosten niet worden gedeeld met andere fondsen, zoals bijvoorbeeld bij Kempen wel kan.”
Is er een kans dat het fondsvermogen te groot wordt, waardoor het fonds op slot gaat?
Hilco Wiersma: “De bedrijven in de portefeuille zijn samen circa vijftien miljard waard. Om niet in liquiditeitsproblemen te komen, moet het fondsvermogen niet meer dan 350 miljoen euro worden. Met een fondsvermogen van minder dan 100 miljoen euro zijn we daar nog ver vanaf."
"Maar natuurlijk willen wij geen slachtoffer worden van ons eigen succes, zoals Delta Deelnemingen Fonds ooit overkwam. We gaan voor kwaliteit en niet voor kwantiteit. Rendement is nummer één. Daaraan ontleent het fonds zijn bestaansrecht. Voor ons zelf bepaalt het de hoogte van het pensioen, want we zijn allemaal in het fonds belegd.“