Lang leve de Index 20+ Waarom doet de passieve IEX Index20+ het beter dan IEX Fonds 40? Het draait niet alleen om lagere kosten. 29 december 2016 10:28 • Door Marcel Tak Van de IEXProfs-redactie mag ik mij uitleven over de vraag waarom de IEX Index 20+ het beter doet dan IEX Fonds 40. Als het om de cijfers gaat is dat een eenvoudige opdracht. Dit jaar staat de passieve Index 20+ op een rendement van +8,20% (29 december 2016). De actieve tegenhanger rendeert met +6,97% duidelijk lager. De onderliggende fondsen van Index 20+ doen het per saldo beter dan die van IEX Fonds 40. Kijk maar eens naar Aziatisch vastgoed. De iShares Asia Property Yield ETF bijvoorbeeld, behaalde year-to-date een rendement van ruim 11,82%. Dat is veel beter dan de twee actieve Aziatische vastgoedfondsen, die niet verder kwamen dan gemiddeld 3%. Kosten niet de oorzaak Als belangrijke verklaring voor de vaak betere prestaties van fondsen die eenvoudigweg de index volgen, wordt doorgaans op de lagere kosten gewezen. In dit geval kan dat zeker niet de oorzaak zijn van de twee achterblijvende actieve fondsen. Lees ook: De populairste fondsen van 2016 Kennelijk zijn de fondsbeheerders er in geslaagd significant lager renderende vastgoedaandelen te selecteren ten opzichte van de index. Een andere opmerkelijke winnaar bij de passieve beheerders is de SPDR Thomson Reuters Global Convertible Bond ETF die dit jaar een plus van 8,54% behaalde. Dat is nog altijd beter dan de actieve Deutsche Invest Convertibles met een negatief resultaat van 1,43% en F&C Global Convertible Bond met een score van 2,85%. Ook een belegging in aandelen van opkomende landen leidde via een eenvoudig indexfonds (Vanguard FTSE Emerging Markets ETF) tot een veel beter resultaat (+16,22%) dan de actieve beheerders gemiddeld realiseerden (+3%). Smet op rendement Met deze cijfers worden de argumenten ten faveure van beleggen in indexfondsen niet erg lastig. Natuurlijk behalen niet alle actieve fondsen een slechter resultaat dan de passieve varianten. Zo deden de Fidelity- en Robecofondsen, gericht op Azië, het met gemiddeld bijna 2% beter dan de twee passieve fondsen. Schone energie lijkt tot nu toe een smet op de passieve portefeuille met een min van 13,41%. Per saldo resteert tot nu toe een zowel absoluut als relatief positief resultaat voor de Index 20+ in 2016. Er is geen sprake van een toevalstreffer, want sinds de battle tussen de actieve Fonds 40 en passieve Index 20+ heeft de laatste een outperformance laten zien. In de nu al bijna vijf jaar durende strijd behaalde Index 20+ zo’n 40% rendement, terwijl Fonds 40 het met +36% moest doen. Index verslaan Als dit niet overtuigend genoeg is, ook de recente publicatie van S&P over de prestaties van actieve fondsen laat zien dat maar weinig actief beheerde fondsen de passieve index verslaan. Zoals uit de cijfers van de afzonderlijke fondsen in Fonds 40 en Index 20+ blijkt, is dat niet alleen het gevolg van de lagere kosten, maar ook van de kennelijk minder gunstige selectie van individuele fondsen door de actieve managers. Voor veel beleggers (en fondsbeheerders) is het moeilijk te verteren waarom professionals die zoveel tijd steken in research, toch relatief zo matig presteren. Een verklaring is dat er nog altijd veel indexhuggers zijn. Dat zijn fondsen die qua samenstelling dicht bij de relevante benchmark blijven. Deze fondsbeheerders zijn niet bezig met het optimaliseren van het risico en rendement voor de klant, maar willen hun eigen risico uitsluiten door niet te ver uit de pas van de benchmark te lopen. Door de kosten die in rekening worden gebracht, zullen deze fondsen, altijd (licht) underperformen ten opzichte van de index. Geen betere beleggingskeuzes Toch is dat nog geen bevredigende verklaring waarom actieve fondsen zo achterblijven bij passieve fondsen. Het lijkt vreemd dat intensieve research niet leidt tot betere beleggingskeuzes. Toch is dat niet hele vreemd. In de benchmarkindices, die kapitaalgewogen zijn samengesteld, zijn de grootste ondernemingen opgenomen. Die ondernemingen zijn alleen maar groot, omdat ze succesvol zijn. Met andere woorden, de passieve belegger in de benchmarkindices belegt in succesvolle bedrijven, in de winnaars. Juist bij beleggen geldt dat je winsten moet laten doorlopen en verliezen moet afkappen. Dus een voortdurende belegging in succesvolle bedrijven geeft de indexbelegger al direct een voorsprong. Natuurlijk kunnen succesvolle bedrijven ook in zwaar weer terechtkomen, of zelfs helemaal ten onder gaan. Als dat gebeurt, betekent dit dat de onderneming fouten heeft gemaakt of dat marktomstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat het bedrijf in een slechtere positie terecht is gekomen. Kennelijk is het management van de onderneming niet in staat geweest daar goed op in te spelen. De belangrijke vraag is of de gemiddelde analist beter in staat is deze veranderingen te zien en eerder dan het bedrijf zelf daar op kan anticiperen. Valse signalen Dat lijkt niet erg waarschijnlijk. In het algemeen zal de gemiddelde analist net zo verrast zijn als het bedrijf zelf, en zal hij pas nadat de nare feiten bekend zijn en de koers daarop is gedaald, actie kunnen ondernemen. Mogelijk is er nog een andere oorzaak waarom analisten er niet in slagen de index te verslaan. Om hun toegevoegde waarde te bewijzen zullen zij vaker dan gemiddeld transacties uitvoeren en reageren op vermeende signalen dat het bedrijf goed dan wel slecht draait. Dat zal soms goed uitpakken, maar in het merendeel van de gevallen zijn dat valse signalen (anders zou er sprake zijn van een structureel illegaal informatielek vanuit het bedrijfsleven). Van al die rendementsslurpende transacties heeft de indexbelegger geen last, wat alleen maar ten goede komt aan het eindresultaat. Ik ben niet bang voor de komende vijf jaar en ga er vanuit dat mede op basis van genoemde argumenten Index 20+ de komende jaren wederom een mooie outperformance laat zien. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.