QTR: Na 637% op een houtje bijten? De eerste tests van het QTR Fund waren veelbelovend, maar het rendement blijft tot nu toe achter bij de doelstelling. 18 november 2013 16:45 • Door Marcel Tak Het is voor de vaste lezers van IEXProfs waarschijnlijk geen verrassing dat ik gecharmeerd ben van passief beleggen. Mede daarom heb ik de IEX Index 20+ samengesteld die uitsluitend bestaat uit indexfondsen en ETF's. Index20+ is in het leven geroepen als tegenhanger van de uit actief beheerde fondsen opgebouwde IEX Fonds 40. De IEX Index 20+ heeft dit jaar een outperformance laten zien van bijna 2%. Zonder enige inspanning kijk ik tevreden naar dit resultaat en kan mijn tijd dus besteden aan de analyse van weer een hedgefund: QTR Fund en het daarvan afgeleide QTR Fund XL. Die tijd heb ik ook wel nodig, want hedgefunds zijn in mijn optiek de tegenhangers van indexfondsen. Met ultra-actief complex beheer wordt getracht een aantrekkelijk rendement te scoren tegen aanvaardbare risico's. Is QTR daarin geslaagd? QTR Fund werd in september 2009 opengesteld voor beleggers. Het fonds hanteert twee strategieën: Quantitive Mean Reversion (QMR) en Quantitive Tactical Asset Allocation (QTAA). Beide modellen zijn gebaseerd op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek en worden voortdurend aangepast aan nieuwe marktomstandigheden. Actief en passiefQMR speelt in op zeer kortetermijnontwikkelingen. Uitgangspunt is dat er inefficiënties zijn in de prijsvorming op de verschillende beurzen in de verschillende tijdszones. Door middel van long en short posities wordt, eventueel met hefboom tot maximaal 200% van de fondsomvang, getracht van deze marktonvolkomenheden te profiteren. De QTAA strategie is gericht op het innemen van posities in de verschillende beleggingscategorieën op basis van waargenomen (sterke) trends. Het betreft uitsluitend long posities. Als op geen enkele markt belangrijke trends worden gesignaleerd kan dit onderdeel van de strategie geheel liquide zijn. De posities worden ingenomen door de aanschaf van ... ETF's. Active meets passive! De doelstelling van het fonds is uiterst ambitieus. Onder alle marktomstandigheden wordt een rendement van 25% op jaarbasis verwacht. Omdat hoge rendementen vooral onder turbulente marktomstandigheden worden gerealiseerd, moet daarbij wel minimaal een driejarige beleggingshorizon worden aangehouden. JammerDie 25% op jaarbasis wordt geschat op basis van de backtest van de twee strategieën sinds februari 2001 tot en met september 2008. Over deze periode is er via de twee strategieën een rendement behaald van 637%, ofwel 28% op jaarbasis. Daarna hebben de oprichters van het fonds met 100.000 euro het systeem verder getest tot en met augustus 2009. Het bedrag groeide in nog geen jaar uit tot bijna 113.000 euro. Niet helemaal gelijk aan de eerder gerealiseerde 28% op jaarbasis, maar fraai genoeg om vanaf september 2009 los te gaan. Met het volgende resultaat. Tot en met half november van dit jaar heeft het fonds een waardegroei van 8% laten zien. Omgerekend is dat een score van 2% op jaarbasis. Dat is jammer. Dit rendement zou op maandbasis behaald moeten worden. Dat zul je altijd zien: de theorie (backtest) geeft hoop, maar de realiteit drukt de belegger met beide voeten op de grond. Naast een absolute rendementsdoelstelling vergelijkt het fonds zich graag met de BTOP50 index, bestaande uit fondsen die een managed futures strategie volgen. Dan is het beeld gunstiger. Over dezelfde periode is deze hedgefundindex met 6% gedaald. Symphatiek wat betreft kostenHet, in ieder geval tot de absolute rendementsverwachting, tot nu toe teleurstellende resultaat komt beslist niet door een exorbitante kostenstructuur. Integendeel, de beheerders hanteren een sympathieke filosofie betreffende de kosten. Er wordt geen beheerfee gerekend, maar uitsluitend een performance fee. Deze bedraagt 20% over het positieve resultaat, waarbij het high watermark principe wordt toegepast. De prestatievergoeding geldt alleen over het behaalde rendement ten opzichte van de laatste fondswaarde waarover de voorgaande fee is berekend. Na een zwakke start van het fonds in 2009 (-9%), leverde 2011 (+21%) een mooi rendement en daarmee een aardige performance fee op. Maar nadien is er geen hogere stand van het fonds bereikt. De beheerders moeten dus sinds 2011 op een houtje bijten. Overigens betekent het uitblijven van de performance fee en de 0% beheervergoeding niet dat beleggen in het fonds kosteloos is. De vaste operationele kosten leiden ertoe dat de belegger circa 1,8% op jaarbasis aan kosten betaalt, zo maak ik uit de beschikbare informatie op. Mooi genoegZoals gezegd is er een variant op het fonds: QTR Fund XL. Het fonds hanteert met dezelfde twee strategieën een hefboom die 50% boven dat van QTR ligt (300% van de fondsomvang). Dit fonds startte in februari 2011. Helaas ligt het uitzicht op de rendementsdoelstelling van meer dan 30%(!) op jaarbasis nog ver weg. Sinds de introductie heeft het fonds is, in ruim 2,5 jaar tijd, een negatief rendement behaald van -6%. Vooral het licht negatieve jaar 2011 voor QTR (-2%) werd door de leverage van XL flink vergroot tot een forse min van 8%. Ik vraag mij overigens af waarom met een QTR rendementsdoelstelling van 25%, er toch nog een tweede fonds is geïntroduceerd met (nog) meer hefboom en een nog hogere rendementsdoelstelling. Die 25% per jaar als doelstelling van QTR is toch mooi genoeg? Ins en outsDe informatie van QTR over de fondsen is behoorlijk goed. Er is weliswaar geen jaarverslag op de site beschikbaar, maar wel een uitgebreid due diligence rapport waarin openhartig, via een veelheid aan vragen, de ins en outs van het fonds worden aangegeven. Dat verdient navolging! Mijn conclusie is dat QTR de beleggers (nog) niet de resultaten heeft kunnen bieden die op basis van de mooie backtest werden verwacht. De kostenstructuur, waarbij geen beheerfee wordt gerekend, heeft mijn sympathie. Maar ik vrees dat ik weer wordt bevestigd in mijn idee dat het een zware opgave is markten te begrijpen en te temmen, om zo bovengemiddeld rendement of benedengemiddeld risico te behalen, ondanks de inzet van zogenaamde wetenschappelijke methoden. Mijn voorkeur voor simpel beleggen zonder al te veel actie is ook nu nog niet aangetast. Dit standpunt, maar ook de visie van de hedgefundbeheerders, zal ik in een latere column toelichten. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.