Het begin van een nieuw jaar is ook de tijd waarin trendwatchers en wichelroedelopers ons de belangrijkste thema’s en trends voor de komende jaren willen delen. Een van de thema’s die steeds prominenter naar voren komt, is de-globalisering.
Eerlijk gezegd lijkt het erop dat veel economen en politici de de-globalisering niet eens meer als een voorspelling maar eerder als een feit zijn gaan beschouwen. De oorlog van Rusland in de Oekraïne en de toenemende verschillen van inzicht tussen de Verenigde Staten en China maken dit zelfs steeds meer tot inzet van beleid. Bedrijven wordt aangeraden hun afhankelijkheid van het buitenland te verminderen, consumenten aangemoedigd om meer goederen van eigen bodem te kopen. Maar wat betekent dit voor beleggers?
Van home bias naar internationale diversificatie
Beleggers hebben natuurlijk volop meegedaan met de globalisering. Een gemiddeld Europees pensioenfonds belegde 40 jaar geleden nog grotendeels in staatsobligaties van het eigen land en had ook een flink percentage van de aandelenportefeuille belegd in bedrijven uit eigen land of regio. De Nederlandse privébelegger belegde vroeger toch vooral in aandelen uit de AEX en kocht Nederlands vastgoed.
Dit is de afgelopen decennia flink veranderd. Pensioenfondsen hebben inmiddels een wereldwijd gespreide portefeuille en de nieuwe generatie retailbeleggers koopt eerder een MSCI World ETF dan een aandeel in de lokale trots. De globalisering van een beleggingsportefeuille heet in beleggerstaal internationale diversificatie.
Goed moment voor Europese aandelen
Als de economie deglobaliseert kunnen beleggers hier op twee manier op reageren. De theorie pleit eigenlijk voor meer diversificatie. Immers, deglobalisering zal leiden tot grotere verschillen tussen regio’s en landen, een minder synchrone economische cyclus en dus kun je je risico-rendementsverhouding op peil houden door nog meer te spreiden.
Maar onzekerheid over de geopolitieke en economische ontwikkelingen kunnen ook een hernieuwde voorkeur voor de eigen regio creëren. Misschien zijn investeringen daar wel het meest beschermd en vertrouwd? Voor Europese beleggers zou dit een hernieuwde Europese home bias betekenen.
Misschien is het nu eigenlijk wel ook een goed moment om zo’n Europa bias op te bouwen. De kansen voor Europese aandelen zijn namelijk helemaal niet zo slecht als veel beleggers denken. Dat zien we de laatste maanden ook vertaald in de rendementen.
"Misschien is het nu eigenlijk wel ook een goed moment om zo’n Europa bias op te bouwen"
The case voor Europese aandelen
Een van de grootste problemen voor de Europese economie waren de torenhoge energieprijzen ten gevolge van de boycot van Rusland. Maar inmiddels ligt de gasprijs al 80% lager dan de top en is de afhankelijkheid van Russisch gas snel gedaald.
De Europese export is bovendien voor een aanzienlijk deel afhankelijk van China, dus de onverwacht snelle heropening van de Chinese economie uit de Covidcrisis is voor Europe een flinke meevaller.
De laatste weken zien we bovendien dat de Europese inflatiecijfers snel dalen en veel economische data boven verwachting uitvallen. Een recessie in Europa is voor sommige analisten inmiddels geen vanzelfsprekendheid meer.
"Een recessie in Europa is voor sommige analisten inmiddels geen vanzelfsprekendheid meer"
Zeker niet minder belangrijk is dat de waarderingen van Europese aandelen een stuk aantrekkelijker zijn dan op de Amerikaanse markt, waar veel beleggers de afgelopen jaren zijn heen gevlucht zijn. In tegenstelling tot Amerika ligt het dividendrendement in de Eurozone nog steeds boven de reële rente op obligaties. Het feit dat de Europese aandelenmarkt al 46 weken lang met outflows wordt geconfronteerd maakt bovendien dat beleggers nog maar relatief weinig in Europa beleggen en de kans op draai van deze trend toeneemt.
"In tegenstelling tot Amerika ligt het dividendrendement in de Eurozone nog steeds boven de reële rente op obligaties"
The case voor Europese obligaties
Als Europese aandelen al out-of-favour waren, dan waren Europese Staatsobligaties dat zeker. De rentestijging door de ECB van flink beneden het vriespunt naar boven de 2%, met uitzicht op 3% en meer, heeft het afgelopen jaar veel pijn gedaan. Maar ook voor Europese obligaties breken in 2023 betere tijden aan, zowel in overheidspapier als in bedrijfsobligaties.
Geleidelijke aanpassing portefeuille wenselijk
Beleggers moeten wel rekening blijven houden met een flinke dosis volatiliteit. Dit komt met name doordat de inflatie in de eurozone nog niet zo’n draai naar beneden heeft gemaakt als we bijvoorbeeld al zien in de Verenigde Staten. De komende maanden zal de ECB nog doorgaan met renteverhogingen om er zeker van te zijn dat inflatie inderdaad op de middellange termijn weer richting de 2% gaat.
Uiteindelijk zal een zekere economische groeivertraging dan ook belangrijk zijn om de inflatie te doen dalen, zodat de ECB op termijn af zal stappen van verdere renteverhogingen. Echter een scenario waarbij inflatie langer hoger blijft dan verwacht kan in eerste instantie nog leiden tot een verdere verkrapping van het monetair beleid door de ECB. Dit kan een verdere daling op de spread van eurozone bedrijfsobligaties in de weg zitten en staatsobligaties minder aantrekkelijk maken.
Al met al loopt de eurozone nog wat achter op de VS en is geduld dan ook belangrijk in het huidige macro-economische klimaat. Een geleidelijke aanpassing van een portefeuille lijkt, zoals zo vaak, het meest verstandig.