Geldhoeveelheid doet er wél toe Met een denkbeeldig voorbeeld toont Edin Mujagic aan dat meer geld in omloop automatisch leidt tot meer inflatie. Dat centrale banken de geldhoeveelheid laten doorstijgen, is dus niet de manier om inflatie te bedwingen. 29 april 2022 08:00 • Door Edin Mujagic “De stelling dat álle inflatie uiteindelijk een monetaire oorzaak heeft, vind ik een ideologische fantasie. Dan ben je gestopt met nadenken ergens.” De uitspraak is afkomstig van de hoofdeconoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek, in een interview in het Financiële Dagblad onlangs. Het gesprek ging over de huidige hoge inflatie. Die zou vooral aan de oorlog in Oekraïne te wijten zijn. Daardoor is energie duurder geworden en energie zit nou eenmaal in alles. Logisch dus. Stellen dat de huidige hoge inflatie door de oorlog komt, houdt in dat je zegt dat het beleid van de centrale banken er niets mee te maken heeft. Aangezien zij over de geldhoeveelheid gaan, doet geld er dus niet toe voor de inflatie. Een ideologische fantasie dus. Iemand die wel gelooft dat geld ertoe doet, is simpelweg stupide. Die is ergens gestopt met nadenken. Inflatie en geldgroei zijn vrienden Een paar opmerkingen daarover. In de eerste plaats is de inflatie wereldwijd rap oplopen, lang voordat Rusland zijn soldaten aan de grens met Oekraïne ging verzamelen, laat staan voordat de oorlog zou beginnen. Om dan de hoge inflatie van tegenwoordig aan die oorlog te wijten, getuigt niet bepaald van enig nadenken als je het mij vraagt. "Om de hoge inflatie van tegenwoordig aan de oorlog in Oekraine te wijten, getuigt niet bepaald van enig nadenken" In de tweede plaats: ik daag iedereen uit mij een periode van langdurige inflatie uit het verleden te laten zien waarin de geldhoeveelheid níet hard is gestegen vlak voor en tijdens perioden van hoge inflatie. Ofwel: ervaringen uit het verleden laten onomwonden zien dat te veel geldgroei altijd en overal dé reden is geweest voor aanhoudende inflatie. "Ervaringen uit het verleden laten onomwonden zien dat te veel geldgroei altijd en overal dé reden is geweest voor aanhoudende inflatie" Keerpunt 1971 Geen geldgroei, geen inflatie. Dat is geen ideologische fantasie maar de keiharde realiteit. Een voorbeeld is de periode vanaf 1971. Sinds augustus van dat jaar is er geen limiet meer aan hoeveel geld centrale banken kunnen bijdrukken. Dat ze daarvan gebruik hebben gemaakt, blijkt duidelijk uit cijfers. Voor mij was dat dé reden er een heel boek aan te wijden, getiteld Keerpunt 1971. Dat de wereld sinds 1971 jaar in jaar uit met stijgende prijzen te maken heeft gehad, is géén toeval. Geld is net als elk ander goed: hoe meer ervan is, des te minder waard het wordt. Ook weer een keiharde werkelijkheid én een basiswet van de economie. Het enige wat ik ideologische fantasie zou noemen, is de bewering dat geld niets met inflatie te maken heeft. Een stelling die overigens getuigt van een totaal gebrek aan kennis van de monetaire historie. Denkbeeldig voorbeeld Met een denkbeeldig voorbeeld kan ik illustreren dat ook tijdens een oorlog geen inflatie (een stijging van prijzen over een breed front) mogelijk is als er maar geen extra geld worden bijgedrukt . In verschillende lezingen heb ik daarvoor het eiland Tristan da Cunha als voorbeeld gebruikt. Tristan da Cunha ligt in het midden van de Atlantische oceaan en is het meest afgelegen eiland ter wereld te zijn dat bewoond wordt. Je kunt er alleen per schip komen en ook dan komt het vaak voor dat aanmeren niet mogelijk is door de grillen van de oceaan. Tussen twee bezoeken van de bevoorradingsschip verstrijken doorgaans twee of drie maanden. Tristan da Cunha Geen extra geld Stel nu dat ieder huishouden op Tristan 1.000 Britse pond op zak heeft. Met 70 huishoudens is de totale geldvoorraad dus 70.000 pond. Stel nu ook dat heel veel inwoners op een dag hun kleding gaan wassen, misschien om er piekfijn uit te zien op het eilandfeest. Zij hangen hun kleding aan een waslijn. Ineens begint het hevig te stormen. De krachtige wind verrast de inwoners compleet en de kleding waait van de lijn, ver de Atlantische oceaan in. Kleding importeren is moeilijk, het kan maanden duren voordat de bevoorradingsschip het eiland aandoet. Tot die tijd is een schrijdend tekort aan kleding een feit. De kleding die niet is weggewaaid, wordt daardoor ineens veel meer waard. De prijs ervan stijgt. Immers, kleren zijn nu schaars en wat schaars is, is duur. De inflatie op het eiland zou echter nul procent bedragen ook al is kleding fors duurder geworden! De reden is dat het brandhout dat het inflatievuur aanwakkert er niet is, namelijk extra geld. De geldhoeveelheid is onveranderd gebleven, waardoor kleding duurder is geworden. Dat betekent echter dat eilandbewoners minder geld overhouden voor andere zaken, zoals brandhout of vis. Daar gaan ze minder van kopen óf ze gaan zelf vissen en hout sprokkelen. Het gevolg is dat de vraag ernaar daalt en het aanbod zelfs kan stijgen. De prijzen ervan dalen dan en compenseren als het ware de hogere prijzen van kleding. Met als gevolg geen inflatie. Wel extra geld Stel nou dat in plaats van dat veel kleding wegwaait, er op een dag een zak met geld aanspoelt op het eiland, met daarin 70.000 pond. Het geld wordt verdeeld onder de inwoners en elk huishouden krijgt 1.000 pond erbij. De vraag naar kleding, vis en brandhout neemt dan toe. Huishoudens hebben meer geld en ineens minder zin in slecht weer te gaan vissen of hout te sprokkelen. De prijzen van al die spullen zullen stijgen en inflatie zal een feit zijn. Het enige verschil tussen het kleding-waait-weg- scenario en -er-spoelt-een-zak-met-geld versie is dat in het eerste geval de geldhoeveelheid níet en in het tweede geval wél is gestegen. Wel of geen renteverhogingen, de kans is zeer groot dat de geldhoeveelheid behoorlijk blijft stijgen de komende jaren. Daarmee is ook de kans op een hoger inflatiepercentage dan we de afgelopen 10 tot 20 jaar gewend zijn, zeer groot. Edin Mujagic is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en is gespecialiseerd in (de gevolgen van) het beleid van de centrale banken. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg. Hij schrijft op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.