De Amerikaanse rente kan heel goed omhoog Ja, de trend in de Amerikaanse staatsobligatierente wijst al jaren omlaag, maar tussentijdse stijgingen daarbinnen horen er ook bij. Het zou Edin Mujagic niet verbazen als de rente dit jaar verder oploopt. 12 februari 2021 12:00 • Door Edin Mujagic 1,15%; dat is de rente op Amerikaanse tienjarige staatsobligaties. Daarmee is die rente meer dan verdubbeld sinds zomer vorig jaar, toen het tarief 0,55% was. Is dit een trendwijziging? Is een nieuw rentetijdperk aangebroken? Nee, zei een econoom met wie ik laatst een discussie over de renteontwikkelingen had. Die stijging sinds augustus 2020 is een anomalie, een tijdelijke onderbreking van de grotere trend, de dalende rentes. Kijk maar naar de renteontwikkeling sinds begin jaren 80, maar ook die van de afgelopen eeuwen, zei hij. Hij heeft gelijk. De Amerikaanse tienjarige rente bereikte in augustus 1981 de stand van bijna 15,5% en daalt sindsdien. Dalende trend Bij de Bank of England hebben ze de langetermijnrente sinds 1311 gereconstrueerd. Voor iemand met een grote liefde voor economische en monetaire historie zijn dat grafieken om van te watertanden. Uit die grafiek blijkt inderdaad dat de langetermijnrente al een jaar of 500 honderd of zelfs meer, in een dalende trend verkeert. Tel daar het onvermogen van de centrale banken bij om de inflatie een nieuw leven in te blazen en de conclusie dat de stijging van Amerikaanse langetermijnrentes echt geen voorbode is van hogere rentestanden, ligt voor de hand. Niets trendwijziging, niets nieuw rentetijdperk. Hoewel…. Ik zei tegen mijn economische vriend dat hij toch even langs Hans Anders moet gaan, zeker nu alle winkels dicht zijn maar optiekzaken, als essentieel, open zijn. Hij ziet blijkbaar niet goed. Als ik goed kijk naar de rentegrafieken - zowel sinds 1980 als sinds 1311 - dan vallen toch een aantal zaken op: Periodes van stijging heel gewoon Het eerste is dat ook binnen een dalende trend, behoorlijke en niet zo kortdurende periodes van stijgingen heel gewoon zijn. Tussen november 1986 en september 1987 steeg de Amerikaanse tienjarige rente van 7 naar bijna 10%. Tussen september 1993 en november 1994 klom de rente van 5,4 naar 8% en tussen september 1998 en eind 1999 van 4,4 naar 6,4%. Het nieuwe millennium bracht daar geen verandering in. In december 2008 begon de rente aan een klim die het tarief in december 2009 zou brengen naar 3,85%, hoger dan 2,2% waar de klim begon. En tussen augustus 2012 en december 2013 spoot de rente omhoog, van 1,6 naar 3%. Snel opveren Sinds 1311 zijn ook duidelijke langdurige periodes van extra snelle en forse rentedalingen te zien. Rente-depressies noemen de auteurs van een paper die periodes. Wat die grafiek echter ook laat zien, is dat wanneer die rente-depressies ten einde komen, de rente snel en enorm opveert. Hoe snel? Gemiddeld genomen steeg de rente met ruim drie procentpunt in twee jaar tijd. Kijk nu even terug naar de voorbeelden van tussentijdse rentestijgingen sinds 1980. Wat opvalt is dat de rente met zo’n 2 tot 3 procentpunt steeg in deze perioden en dat vaak binnen één jaar plaatsvond. De rente-depressies komen vaak door een ongewone gebeurtenis of een ramp ten einde, zoals de Tweede Wereldoorlog of een pandemie. De coronapandemie mogen we gerust een ongewone gebeurtenis zo niet een (economische) ramp noemen. Nieuwe periode van depressie? Het klopt dat de dalende trend sinds begin jaren 80 prima past in de grotere rentetrend sinds de Middeleeuwen. Maar plotselinge, tijdelijke trendwijzigingen zijn óók kenmerken van die trend. De daling sinds begin jaren 80 kan een nieuwe rente-depressie-periode zijn. Maar deze duurt dan wel erg lang. In de rentewedstrijd zitten we, om het zo te zeggen, in de extra tijd van de blessuretijd. Een nieuwe plotselinge trendwijziging zou niet verbazen. Dat kan zelfs gebeuren als de inflatie niet stijgt en/of de economische groei laag blijft. Huh? De periodes van rentestijgingen na de rente-depressies sinds 1311 kenmerken zich door niet-lineariteit. Met andere woorden; de rentes stegen zonder dat andere variabelen die van belang zijn voor de rentestanden daar aanleiding toe gaven. Onderdeel van de trend Als zo’n plotselinge trendwijziging aanstaande is, dan zou een veel verdere stijging van de Amerikaanse rente in de komende twaalf tot 24 maanden mij niet verbazen. Dat hoeft dus niet te betekenen dat er een nieuw rentetijdperk is aangebroken. Het kan gewoon een onderdeel van de eeuwenlange trend zijn. Tot slot: Er valt me nog iets op aan de voorbeelden van tussentijdse scherpe rentestijging in die dalende trend sinds begin jaren 80. Ze begonnen allemaal aan het begin van de herfst om in de winter van het jaar erop te eindigen. Als die regel weer zou opgaan, dan zou een flinke stijging van de langetermijnrentes na de zomer van dit jaar en in 2022 niet verbazen. Dat economische fundamentals daarvan een plausibel scenario maken (krachtig economisch herstel na de coronarecessie, stijgende inflatie, verder oplopende schulden), is een soort second opinion. Edin Mujagic is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en is gespecialiseerd in (de gevolgen van) het beleid van de centrale banken. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg. Hij schrijft op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.