Waarom pensioenkosten sterk uiteenlopen Pensioenkosten kunnen fors verschillen. Uitbesteden, actieve strategieën, alternatieve beleggingen en ESG-beleid op maat jagen de kosten omhoog, zo ontdekte Marcel Kruse. 20 september 2019 08:30 • Door Marcel Kruse In eerdere onderzoeken over vermogensbeheerkosten van pensioenfondsen concludeerden onderzoekers van Milliman dat de omvang van het vermogen van een pensioenfonds geen invloed heeft op de hoogte van de vermogensbeheerkosten. Uit cijfers van De Nederlandsche Bank blijkt dat er geen directe relatie bestaat tussen hogere kosten en meer rendement. Waarom maken de ene pensioenfondsen dan meer kosten dan andere? Dat wilden we onderzoeken. Nieuw kostenonderzoek Op basis van de vermogensbeheerkosten van pensioenfondsen, zoals gepubliceerd door DNB over de periode 2015 tot en met 2017, selecteerden we tien pensioenfondsen: Vijf pensioenfondsen met de hoogste vermogensbeheerkosten (groep hoge kosten) Vijf pensioenfondsen met de laagste vermogensbeheerkosten (groep lage kosten) Deze groepen hebben wij met elkaar vergeleken op basis van een viertal beleggingskeuzes: Uitbesteding werkzaamheden aan een fiduciair manager Actieve of passieve beleggingsstrategie Verschillen in beleggingsallocatie - Percentage zakelijke waarden versus percentage vastrentende waarden- Percentage aandelen opkomende markten versus aandelen ontwikkelde markten- Allocatie naar alternatieve beleggingen. Wel of niet op maat gemaakt ESG-beleid Optie 1: Uitbesteding werkzaamheden aan een fiduciair manager De pensioenfondsen in de groep met de laagste vermogensbeheerkosten hebben geen van alle hun werkzaamheden uitbesteed aan een fiduciair manager. Dit in tegenstelling tot de pensioenfondsen in de groep met de hoogste kosten. Zij maken, op één fonds na, gebruik van de diensten van een fiduciair manager. Optie 2: Actieve of passieve beleggingsstrategie Van de pensioenfondsen in de groep met de laagste vermogensbeheerkosten laten vier van de vijf pensioenfondsen hun vermogen passief beheren. Eén pensioenfonds in deze groep laat het vermogen deels actief beleggen. Dit fonds heeft meteen de hoogste vermogensbeheerkosten van de groep met de laagste kosten. Voor de pensioenfondsen in de groep met de hoogste vermogensbeheerkosten geldt het tegenovergestelde: Op één fonds na (dit fonds maakt geen vermelding in het jaarverslag van actief of passief beleggen) laten de pensioenfondsen in deze groep het vermogen actief beheren. Optie 3: Verschillen in de beleggingsallocatie Tussen de groep met de laagste vermogensbeheerkosten en de groep met de hoogste vermogensbeheerkosten bestaan geen éénduidige verschillen in het percentage zakelijke waarde versus het percentage vastrentende waarden. Dit geldt ook voor het percentage aandelen in opkomende markten versus het percentage aandelen in ontwikkelde markten. Voor de allocatie naar alternatieve beleggingen zijn wel verschillen te onderscheiden. De pensioenfondsen in de groep met de laagste vermogensbeheerkosten hebben, op twee pensioenfondsen na, geen alternatieve beleggingen. De twee pensioenfondsen in deze groep die wel een allocatie naar alternatieve beleggingen hebben, hebben vergeleken met de groep pensioenfondsen met de hoogste vermogensbeheerkosten minder belegd (7% tot 12%) in deze beleggingscategorie. De pensioenfondsen in de groep met de hoogste vermogensbeheerkosten hebben, op één pensioenfonds na, allemaal alternatieve beleggingen. Het percentage alternatieve beleggingen in deze populatie varieert tussen de 14% en 24% en ligt een stuk hoger dan in de groep met de laagste vermogensbeheerkosten. Optie 4: Niet op maat gemaakte uitvoering ESG-beleid In de groep pensioenfondsen met de laagste kosten hebben alleen de twee grootste pensioenfondsen, beide met een belegd vermogen van meer dan 20 miljard euro, een op maat gemaakt ESG-beleid. De pensioenfondsen in de groep met de hoogste vermogensbeheerkosten hebben alle een op maat gemaakt ESG-beleggingsbeleid. Wat betekent dit nu? Op basis van de jaarverslagen van de tien geselecteerde pensioenfondsen zijn er de volgende overeenkomsten en verschillen tussen de pensioenfondsen met de hoogste en de laagste vermogensbeheerkosten te zien. Groep pensioenfondsen met de laagste kosten Groep pensioenfondsen met de hoogste kosten Fiduciar manager Nee (0%) Ja (80%) Actief beleggingsbeleid Nee (20%) Ja (80%) Alternatieve beleggingen Nee (40%) Ja (80%) Op maat gemaakt ESG-beleid Nee (40%) Alleen pensioenfondsen met vermogen >20mrd Ja (100%) De overeenkomsten en de verschillen tussen de groep met de hoogste en de laagste vermogensbeheerkosten zijn éénduidig. Pensioenfondsen in de groep met de hoogste kosten maken gebruik van een fiduciair manager, hebben vaker een actieve beleggingsstrategie, een hoger percentage alternatieve beleggingen én een op maat gemaakt ESG-beleid. Meeste bijdragen Voor pensioenfondsen in de groep met de laagste vermogensbeheerkosten geldt in de meeste gevallen precies het tegenovergestelde. Hieruit zou je kunnen afleiden dat een fiduciair manager, een actief beleggingsbeleid, alternatieve beleggingen en een op maat gemaakt ESG-beleid de vermogensbeheerkosten van een pensioenfonds verhogen. Deze conclusie dient echter wel met enige voorzichtigheid te worden getrokken, aangezien wij niet hebben onderzocht hoeveel de keuze voor bijvoorbeeld een fiduciair manager heeft bijgedragen aan de totale vermogensbeheerkosten. In een vervolgonderzoek is het interessant om te onderzoeken welke beleggingskeuze het meeste bijdraagt heeft aan de totale vermogensbeheerkosten. The articles have been commissioned by Marcel Kruse. The articles are for informational purposes only and do not constitute advice of any kind. While care has been taken in gathering the data and preparing the articles, the authors do not make any representations or warranties as to its accuracy or completeness and expressly excludes to the maximum extent permitted by law all those that might otherwise be implied. The authors accept no responsibility or liability for any loss or damage of any nature occasioned to any person as a result of acting or refraining from acting as a result of, or in reliance on, any statement, fact, figure or expression of opinion or belief contained in the articles. Use of such information is voluntary and should not be relied upon unless an independent review of its accuracy and completeness has been performed. The authors of the articles do not owe any duty of care to any reader of the articles and expressly disclaim any responsibility for any judgements or conclusions which may result therefrom. The articles and any information contained therein is protected by the authors’ copyrights and must not be modified or reproduced without express consent. The views expressed in the articles are those of the authors, and not those of Milliman. Nothing in this presentation is intended to represent a professional opinion or be an interpretation of actuarial standards of practice. The information, products, or services described or referenced herein are intended to be for informational purposes only. This material is not intended to be a recommendation, offer, solicitation or advertisement to buy or sell any securities, securities related product or service, or investment strategy, nor is it intended to be to be relied upon as a forecast, research or investment advice. The products or services described or referenced herein may not be suitable or appropriate for the recipient. Many of the products and services described or referenced herein involve significant risks, and the recipient should not make any decision or enter into any transaction unless the recipient has fully understood all such risks and has independently determined that such decisions or transactions are appropriate for the recipient. Investment involves risks. Any discussion of risks contained herein with respect to any product or service should not be considered to be a disclosure of all risks or a complete discussion of the risks involved. Investing in foreign securities is subject to greater risks including currency fluctuation, economic conditions, and different governmental and accounting standards. Copyright © Milliman 2019. All rights reserved. The articles have been commissioned by Marcel Kruse. The articles are for informational purposes only and does not constitute advice of any kind. While care has been taken in gathering the data and preparing the articles, the authors do not make any representations or warranties as to its accuracy or completeness and expressly excludes to the maximum extent permitted by law all those that might otherwise be implied. The authors accept no responsibility or liability for any loss or damage of any nature occasioned to any person as a result of acting or refraining from acting as a result of, or in reliance on, any statement, fact, figure or expression of opinion or belief contained in the articles. Deel via:
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.