Pensioen: De casus voor een andere berekening van het renterisico Uitgangspunt voor de berekening van het renterisico voor pensioenfondsen moet niet de relatieve, maar absolute rentevolatiliteit zijn, aldus Jitzes Noorman van BMO Global Asset Management. Dat brengt meer stabiliteit. Nadeel: de dekkingsgraden moeten dan wel omhoog. 19 oktober 2018 09:05 • Door Tjibbe Hoekstra Pensioenfondsen moeten een buffer aanhouden om eventuele rentedalingen te kunnen opvangen. Hoe hoog die buffer moet zijn, hangt af van de methodologie die toezichthouder DNB hanteert om het renterisico, ook wel bekend als S1, te bepalen. En die is aan verandering toe, vindt Jitzes Noorman, delegated CIO bij BMO Global Asset Management in Amsterdam. Noorman ontvouwde zijn plan woensdag op een bijeenkomst van de CFA Society VBA Netherlands op de Amsterdamse Zuidas. De verandering die Noorman voorstelt, die overigens in lijn is met plannen die de Europese toezichthouder momenteel voor verzekeraars uitwerkt, heeft overigens als onbedoeld gevolg dat pensioenfondsen hun dekkingsgraad fors moeten verhogen. Verderop in dit artikel meer daarover. Absoluut of relatief Op dit moment wordt het renterisico door DNB bepaald aan de hand van de relatieve rentevolatiliteit, gekoppeld aan het renteniveau. Dit houdt in de praktijk in dat bijvoorbeeld bij een rentedaling van 4% een daling van circa 1% doorgerekend moet worden, terwijl bij een rente van 1% slechts rekening gehouden hoeft te worden met een daling van een 0,25%. “Maar als je naar de absolute volatiliteit van de rente kijkt, dan zie je dat deze vrij constant is, niet afhangt van het renteniveau en dus ook niet lager is bij lage renteniveaus.” legt Noorman uit. Klik op de afbeelding voor een grote versie Het toetsingskader kent nog meer problemen: door de huidige berekening gaat het vereiste eigen vermogen (VEV) voor pensioenfondsen juist weer omhoog als de rente negatief wordt. Noorman: “Bij het opstellen van het financieel toetsingskader in 2005 kon men zich niet voorstellen dat de rente ooit zo laag zou komen te staan als nu. Laat staan dat rekening werd gehouden met de mogelijkheid van een negatieve rekenrente." Liever absoluut Het is reden te meer om bij het vaststellen van renterisico voor pensioenfondsen te gaan werken met absolute volatiliteit in plaats van met relatieve, vindt Noorman. “Rentegedrag is over de hele wereld universeel en als je een historische vergelijking maakt van absolute volatiliteit voor 10-jaars rentes in de VS, Duitsland en Japan, dan zie je dat die door de jaren heen redelijk stabiel is. De relatieve rentevolatiliteit fluctueert echter enorm, wat vooral komt door de lage rentes sinds de financiële crisis.” Uitgaan van de relatieve rente bij het bepalen van het renterisico, en daarmee de buffers die pensioenfondsen moeten aanhouden, schept volgens Noorman ook onduidelijkheid over het toegestane risicoprofiel bij een renteschok. “Eenzelfde portefeuille resulteert in verschillende VEV’s afhankelijk van het renteniveau waarop die renteschok plaatsvindt.” Hogere dekkingsgraad Voordeel van de nieuwe methodologie die Noorman voorstelt, is dat de gevolgen van renteschokken dan bij elk renteniveau gelijk zijn: pensioenfondsen weten dan dus beter waar ze aan toe zijn. Nadeel is echter dat pensioenfondsen fors hogere buffers moeten aanhouden als zo’n systeem nu zou worden ingevoerd. Dat komt doordat de rente nu al zo laag is. “Een gemiddeld Nederlands pensioenfonds met 50% rente-afdekking heeft nu een vereiste dekkingsgraad van 118%. In ons voorstel voor een nieuwe rentetoets komt dit uit op 125,8. Dat gat worden gedicht door de renteafdekking van 50% naar 85% te brengen. Of door fors minder risicovol te gaan beleggen, of een combinatie van beiden." Klik op de afbeelding voor een grote versie Toch moeilijk verhaal Om de pijn voor pensioenfondsen die door zo’n nieuw toetsingskader hun dekkingsgraad moeten verhogen te verzachten, zou zo’n wijziging geleidelijk moeten worden doorgevoerd, met een lange overgangsperiode naar het nieuwe regime, vindt Noorman. Maar of hij daarmee pensioenfondsen over de streep zou kunnen trekken? De kans dat meer pensioenfondsen de komende jaren hun pensioenuitkeringen kunnen indexeren neemt bij zo’n stelselwijziging alleen maar verder af. Overgangsperiode of niet. Tjibbe Hoekstra is financieel journalist. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.