ECB helemaal niet bezig met inflatie Met de inflatie wil het maar niet lukken. Maar is inflatie nog wel noodzakelijk om de economie goed te laten draaien? Niet het prijspeil moet worden opgeblazen, maar het beleid van ECB, aldus Marcel Tak. 8 mei 2018 11:00 • Door Marcel Tak Wat hebben vis, schaal en schelpdieren, kleding en schoenen, de overige werkelijke woonhuur, elektriciteit en post en pakketdiensten met elkaar gemeen? Al deze zaken zijn opgenomen in de prijsindex. De prijsontwikkeling van deze en nog vele andere artikelen geven een indicatie voor de omvang van de inflatie. En met die inflatie wil het maar niet lukken. In de maand april kwam de geldontwaarding uit op een magere 1,2% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. In maart lag het cijfer nog op 1,4%. Deze cijfers lijken tot weinig vrolijkheid te stemmen bij de beleidsbepalers van de ECB. Iedereen tevreden De Europese Centrale Bank heeft namelijk als officiële doelstelling een inflatie in de buurt van de 2%. Waarom is die inflatiedoelstelling eigenlijk zo belangrijk? Dat is steeds minder duidelijk. Natuurlijk, enige inflatie laat de economie gesmeerd verlopen. Mede door voortdurende (lichte) prijsstijgingen stellen consumenten hun aankopen niet uit tot het moment dat goederen goedkoper worden. Immers, een jaartje wachten met de aanschaf kan een 2% hogere prijs betekenen. Daarnaast is een (beperkte) inflatie ook mooi in verband met het geldillusie effect. Nominaal krijgen werknemers een aardig bedrag in procenten bij hun loon, maar in reële termen is dat bij gematigde prijsstijgingen minder. Zo is iedereen tevreden. Werknemers denken dat ze een mooie loonsverhoging hebben, terwijl werkgevers een deel van die loonstijging uit de prijsstijging kunnen financieren. Draghi's probleem Er zijn nog meer redenen om een gematigde inflatie te omarmen. Een zekere mate van inflatie betekent een hogere rente. In tijden van terugvallende economische groei geeft dat de centrale banken de ruimte de rente te verlagen en zo de economie te stimuleren. Bij een (te) lage inflatie of zelfs deflatie, staat de rente op een laag niveau en is er geen ruimte stimulerend op te treden in een laagconjunctuur. Tot zover de oude economieliteratuur, die een prominente plaats in de boekenkast van Draghi en zijn monetaire vrienden hebben. De ECB president zit ogenschijnlijk met een probleem. Sinds zijn aantreden, eind 2011, lukt het hem niet de doelstelling van de 2% inflatie te behalen. Inflatie is helemaal niet meer nodig Vanaf 2013 ligt de geldontwaarding daar duidelijk onder en is zelfs enige tijd negatief geweest. In het bedrijfsleven zijn er dan morrende aandeelhouders die de tijd voor vervanging van het management rijp achten. Wat mij betreft hoeft Draghi niet weg omdat hij zijn inflatiedoelstellingen niet haalt. Er is wel een andere reden waarom de komst van een nieuwe bankpresident eind 2019 heilzaam kan werken. De eerste reden is dat Draghi c.s. krampachtig blijven vasthouden aan het 2%-inflatiebeleid. Zo langzamerhand zou Draghi moeten gaan twijfelen aan de oude heilzame inflatiemantra. Is die gematigde inflatie nog wel noodzakelijk om de economie goed te laten draaien? De enorme welvaartsstijging en technologische ontwikkeling hebben ertoe geleid dat het consumptiepatroon in de Westerse wereld er heel anders is gaan uitzien dan enkele decennia geleden. Geen smeerolie meer Onze consumptie bestaat voor een steeds belangrijker deel uit de aanschaf van elektronische apparatuur. Daarnaast reizen we vaker en verder weg, maken veel meer gebruik van dienstverlening zoals horeca. Het internet geeft enorme veranderingen in prijsvorming- en verdienmodellen. Neem bijvoorbeeld de gratis websites met nieuws en ook beleggingsinformatie. In het verleden moest iedere geïnteresseerde een abonnement nemen om deze informatie te verkrijgen. Die abonnementsprijs was onderhevig was aan prijsinflatie. Tegenwoordig lezen we nieuws gratis en vindt de financiering plaats via adverteerders. Waar vinden we in dit verdienmodel de prijsmutaties terug? Het argument dat prijsstijgingen als smeerolie voor de economie dienen, lijkt ook achterhaald. Het geldillusie-effect De technologische vernieuwing gaat zo hard dat wachten met het doen van aankopen tegenwoordig meer is ingegeven door de hoop op weer een nieuw model, dan de vraag of de prijs over enkele maanden hoger of lager ligt. En dan het geldillusie-effect. Het lijkt mij een illusie dat de steeds hoger opgeleide en goed geïnformeerde werknemers en hun vakbonden daar nog intrappen. Tot slot de stelling dat een zekere inflatie nodig is om de rente hoog te houden. De rente hoeft helemaal niet 0% te zijn, ook als de inflatie lager dan 2% zou zijn. Het is niet onmogelijk dat de lage rente zelf juist voor een neerwaartse druk op de inflatie leidt. Inflatie niet langer het uitgangspunt Immers, de lage rente maakt de kostprijs van producten ook lager. En nog belangrijker, het stimuleert investeringen, ook die economisch niet rendabel zijn. Door het grote aanbod als gevolg van deze investeringen worden prijzen verder gedrukt. Kortom, de economie en maatschappij ontwikkelen zich in hoog tempo en laten zich niet meer vergelijken met die van enkele decennia terug. Er lijken mij tal van argumenten aanwezig het inflatiebeleid los te laten en de rente te bepalen aan de hand van andere criteria. De verrassing is dat Draghi dat ook doet. Want in mijn ogen is de omvang van de inflatie helemaal geen beleidsbepalend uitgangspunt (meer) van de ECB. De rente wordt laag gehouden om de schuldenproblematiek in de EU-zone te managen. Beleid opblazen Een stijging van de rente zou de economie echt niet doen instorten en een periode van deflatie inluiden. Een rentestijging zou wél tot problemen leiden ten aanzien van de rentebetaling op de hoge staatsschulden in met name Italië, maar ook Frankrijk en Spanje. Het ECB-beleid dient ter verlichting van de financiering van de schulden in de bekende probleemlanden. Zonder enige politieke sanctionering vindt een omvangrijke transfer van gelden naar deze landen plaats. Het wordt inderdaad tijd voor een nieuwe wind door de ECB-gelederen. Niet het prijspeil moet worden opgeblazen, maar het beleid van ECB. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.