Fed-renteplannen hebben een wankele basis De Fed heeft de officiële rente in de VS voor de tweede keer dit jaar verhoogd, weer met 25 basispunten. De bank onderstreepte nogmaals de rente dit jaar nog een keer op te krikken en ook in 2018 het belangrijkste rentetarief aan de andere kant van de oceaan drie keer op te trekken. 15 juni 2017 10:55 • Door Edin Mujagic Er zijn echter wel wat maren in het spel. Dé reden voor de Fed de rente te verhogen én de plannen voor de rente voor de toekomst niet te wijzigen, is blijkbaar het rotsvaste vertrouwen in een oude, statistisch onomwonden vastgestelde relatie die economen de Phillips-curve noemen. Die zegt dat een krappe arbeidsmarkt voor inflatie zorgt omdat wanneer arbeid schaars wordt, de prijs ervan, de lonen, stijgen. Dat betekent dat bedrijven hun productiekosten zien stijgen en die doorberekenen aan de eindafnemer. Et voila, we hebben stijgende inflatie. Het probleem is echter dat de Amerikaanse arbeidsmarkt met een werkloosheidspercentage van 4,3% al enige tijd krap lijkt (de Fed zegt dat zo’n 4,6% de grens is tussen een normale en een krappe arbeidsmarkt) maar de inflatie de laatste tijd significant gedaald is. Geen sterke relatie werkloosheid Dat betekent dat óf het werkloosheidscijfer onjuist is, lees dat de werkloosheid in werkelijkheid aanmerkelijk hoger is, óf dat de genoemde relatie tegenwoordig niet meer of in ieder geval niet zo sterk als vroeger, opgaat. Voor beide is iets te zeggen. Er zijn veel Amerikanen die feitelijk werkloos zijn maar niet als zodanig worden gerekend door de definitie van werkloos. Zouden we die verborgen werklozen meetellen, dan komt de echte werkloosheid, volgens officiële cijfers daarover, op ongeveer 10% uit. Het verbaast dan ook niet dat de inflatiedruk vanuit de arbeidsmarkt nauwelijks waar te nemen is. Aan de andere kant zou het niet verbazen als de Phillips-curve niet meer zo sterk is al vroeger. Globalisering bijvoorbeeld kan die relatie tussen werkloosheid en inflatie danig verstoord hebben. Echte werkloosheid hoger Dat veel nieuwe banen in de VS lage-lonen banen zijn, past in dat straatje. De combinatie van veel lage-lonen-banen en de behoorlijke echter werkloosheid, betekent dat de lonen niet hoeven te stijgen. Immers, wie om meer geld vraagt kan zo vervangen worden. Wat de verklaring ook is, het zorgt voor grote vraagtekens bij de belofte van de Fed de officiële rente dit jaar nog eens te verhogen en in 2018 het kunstje nog drie keer te herhalen. Wordt het duidelijk dat de echte werkloosheid veel hoger is, dan zou dat enerzijds betekenen dat de economie er minder goed voor staat dan gedacht en anderzijds dat de inflatiedruk uit die hoek voorlopig uitblijft. In zo’n omgeving passen geen nieuwe renteverhogingen. Als de lonen de komende maanden niet noemenswaardig harder gaan stijgen terwijl de werkloosheid laag blijft en verder zakt, kan dat rotsvaste vertrouwen in de relatie lage werkloosheid betekent stijgende inflatie binnen de Fed wel eens afbrokkelen. Markt heeft zijn twijfels Zeker als de Fed een nieuwe voorzitter krijgt; de huidige, Janet Yellen, is arbeidseconome van huis uit en gelooft als zodanig bijna heilig in de Philips-curve, al decennialang de hoeksteen van haar vakgebied. Ook in dit scenario zouden renteverhogingen maar vreemd zijn. De markt heeft inderdaad zo zijn twijfels: hoewel de Fed onderstreepte de rente dit jaar nog een keer te verhogen, acht de markt die kans minder dan 50%. De komende tijd moet duidelijk blijven wie gelijk heeft. Edin Mujagic is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en is gespecialiseerd in (de gevolgen van) het beleid van de centrale banken. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg. Hij schrijft op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick van het multi-asset-team van Goldman Sachs AM heeft grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.