IEX Index 20+ is even de weg kwijt Passief beleggen blijft in rendement achter bij actief beheer in het eerste kwartaal 2017. Vooral door minder aandelenindexrendement. 9 mei 2017 13:00 • Door Marcel Tak De nieuwskoppen op IEXProfs deden al het ergste vrezen. Actief overtreft passief bij obligaties, Beleggers neigen weer meer naar actief en Topkwartaal voor vermogensbeheerders. In het laatste artikel wordt aangegeven dat vermogensbeheerders over de eerste drie maanden van 2017 gemiddeld niet alleen een mooi rendement behaalden, zij versloegen ook ruimschoots, in sommige profielen met wel 0,6%, het passieve beheer. In een tijd dat passief beleggen via ETF’s steeds populairder wordt, is dat opmerkelijk. De populariteit van passief beleggen komt juist voort omdat het, zeker op lange termijn, gemiddeld beter scoort dan actief beheer. Nu is een kwartaal absoluut geen lange termijn, maar toch… Vermogensbeheerders kunnen het dan wel zowel relatief als absoluut goed hebben gedaan, de enige echte graadmeter voor de strijd tussen actief en passief beheer zijn de prestaties van IEX Fonds 40 en Index 20+. De Fonds 40 is samengesteld uit 40 actief beheerde topfondsen. De Index 20+ is een afspiegeling van Fonds 40, maar dan uitsluitend bestaande uit passieve indexfondsen. Wegzakkende prestatie passief Dat het rendement van mijn passieve fondsenselectie flink achterblijft, concludeerde ik al uit het toenemend aantal de tweets van Peter van Kleef. De Fonds 40-Godfather attendeert mij met een hinderlijke regelmaat op de relatief steeds verder wegzakkende prestatie van Index 20+. Gelijk heeft hij, want het is een opmerkelijke ontwikkeling. Index 20+ staat over de eerste vier maanden van het jaar op een alleszins acceptabel rendement van 4,92%. Maar de actieve IEXFonds 40 gaat daar met 6,70% fors overheen. Een verschil van 1,78% is heel groot, temeer daar ik in mijn column over de prestatie in de eerste twee maanden van het jaar nog triomfantelijk een voorsprong van 0,53% kon melden. Wat is er de afgelopen maanden gebeurd? Ik bekijk enkele thema’s en sectoren waar de verschillen fors zijn. Het meest opvallende verschil is dicht bij huis te vinden, namelijk de fondsen gericht op Nederlandse aandelen. De twee actieve fondsen Kempen Orange Fund en Teslin Darlin behaalden een rendement van respectievelijk +16,65% en +25,17%. Think ETF's konden er niet tegenop Prachtige resultaten en daar konden de twee Think ETF’s op de AEX en AMX indices met +8,72% en +14,36% niet tegenop. Vooral het enorme rendement van Teslin valt op. Het beleggingsfonds heeft een sterke focus en heeft slechts aandelen van zeven bedrijven in portefeuille. Dat is over de eerste vier maanden van het jaar wel een zeer succesvolle selectie geweest. Ook opvallend is dat na twee maanden in 2017 de passieve en actieve fondsen gericht op Nederland in rendement nog weinig van elkaar verschilden. Een tweede draai om de oren kreeg Index20+ in de ogenschijnlijk saaie categorie aandelen wereldwijd. De iShares Core MSCI World ETF is zeer breed gespreid en behaalde tot en met april van dit jaar een rendement van 4,54%. Actieve tegenhangers Morgan Stanley Global Opportunity (+17,25%) en Robeco BP Global Premium Equities (+3,88%) overtroffen met gemiddeld 6,03% de ETF. Vooral beleggers in het Morgan Stanley fonds zijn spekkopers met het hoge rendement. De goede prestatie van het fonds is temeer opmerkelijk, omdat het fors onderwogen is in de goed presterende financiële sector. Absolute return-ETF het bos in Maar daar staat een zwaar overwogen positie in de eveneens goed presterende technologiesector en luxe consumptiegoederen-sector tegenover. Het zal echter niet alleen de sectorallocatie, maar ook succesvolle stockpicking zijn die het fonds naar de mooie score bracht. Overigens lag de categorie aandelen wereldwijd na twee maanden al 2,5% voor op het passieve fonds. Fonds 40 deelde een derde klap uit in de categorie converteerbare obligaties. De passieve SPDR ThomsonReuters Glbl Convertible ETF sprokkelde er de eerst vier maanden van het jaar 2,82% bij. Dat was beter dan de 1,87% van het actieve Deutsche Invest Convertibles-fonds, maar het 14,84% rendement van TreeTop Convertible International bracht de gemiddeld actieve score op +8,36%, de passieve tegenhanger ver achter zich latend. TreeTop had na twee maanden ook al een flinke voorsprong op zijn passieve tegenhanger. Tot slot moet ik de (wan)prestatie van mijn QI Real Return fonds melden, dat mij met minus 1,99% het bos in stuurt ten opzichte van de gemiddeld +2,79% prestatie van de actieve absolute return-fondsen. Ter verdediging van de passieve variant: in dollars behaalde dit Amerikaanse fonds wel een klein positief rendement van +1,25%. Niet alleen kommer en kwel Was het allemaal kommer kwel voor passief? Dat niet, er waren gelukkig ook een paar categorieën waarin de passieve fondsen konden uitblinken. Of eigenlijk beter gezegd: de actieve fondsen achterbleven. De grootste outperformance behaalde passief bij Noord-Amerikaanse aandelen, waar de S&P500 en Nasdaq-100 ETF’s (gemiddeld +7,53%) met gemak de actieve fondsen (+2,93%) voorbleef, met name door het negatieve rendement (-0,49%) van Fidelity Fund America. Opvallend is ook de underperformance van de twee actieve fondsen gericht op frontier markets, die gezamenlijk niet verder kwamen dan gemiddeld +11,48% rendement. De passieve db X-trackers S&P Select Frontier ETF deed het met 15,60% een stuk beter. Ook in de categorie aandelen Azië maakte passief de verwachtingen waar door het actieve duo Fidelity Pacific en Robeco Asia Pacific met ruime cijfers (10,68% versus gemiddeld 7,39%) te verslaan. Hoe nu verder? De achterstand is groot, maar de competitie is pas beslist als op de laatste dag het rendement van de IEX Fonds 40 en Index 20+ bekend is. Voor die tijd kan nog van alles gebeuren. Ik ga er nog steeds vanuit dat eind 2017 passief toch weer aan het langste eind trekt. Of is dat hopen tegen beter weten in? Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick van het multi-asset-team van Goldman Sachs AM heeft grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.