Garantie op laagrisico-indices Kempen & Co brengt twee notes op de markt die gebaseerd zijn op low-vol indices. 11 april 2016 13:30 • Door Marcel Tak De onzekerheid op de financiële markten stelt beleggers voor een dilemma. Om uitzicht te hebben op een mooi rendement lijkt er geen andere optie dan je als belegger bloot te stellen aan de grillen van de aandelenmarkt. Maar niet iedereen vindt het aangenaam om dagelijks geconfronteerd te worden met de hevige koersfluctuaties. Er zijn tal van mogelijkheden om hoge volatiliteit te vermijden en toch uitzicht te hebben op een aardig rendement. Eén van de manieren is te participeren in een index met lage volatiliteit. De bekendste vorm daarvan zijn indices waarin aandelen zijn opgenomen met een (historisch) lage beweeglijkheid. Het nadeel van dergelijke indices is dat er soms een eenzijdige nadruk op bepaalde aandelen in specifieke sectoren is. Ook is er geen garantie dat een historisch lage volatiliteit een voorspellende waarde voor de toekomst heeft. Kempen & Co komt de beleggers te hulp met het construeren van laagvolatiliteitindices die op een andere wijze zijn samengesteld en bovendien zijn ingebouwd in twee verschillende 100% garantie notes. Halverwege vorige maand introduceerde Kempen deze producten: Van Lanschot Risk Controlled Index Garantie Note Eurozone 16-24 (euro) Van Lanschot Risk Controlled Index Garantie Note USA 16-24 (dollar) Dubbele zekerheid De belegger krijgt dubbele zekerheid via een Risk Controlled Index (RCI) met lage volatiliteit en een volledige hoofdsomgarantie. Maar wat betekent dit voor de rendementsperspectieven? Eerst besteed ik aandacht aan de laag risico indices. Deze RCI zijn samengesteld uit twee componenten: Risicovolle index Cashcomponent De verdeling tussen de risicovolle index en de cash component wordt bepaald door de volatiliteit van de risicovolle index. Hoe hoger de volatiliteit, hoe lager het aandeel van de risicovolle index en hoe hoger de cash component. Voor de Eurozone note gebruikt Kempen de Eurostoxx50 index als risicovolle index, terwijl dat voor de USA note de S&P 500 is. Voor beide RCI is een doelvolatiliteit vastgesteld. Het doel van de RCI op de Eurostoxx50 index is een volatiliteit van 10%. Indien de beweeglijkheid van de RCI de grens van 8% bereikt, krijgt de Eurostoxx50 een groter gewicht in de RCI en de cashcomponent een kleiner gewicht. Bij een volatiliteit van 12% werkt het net andersom en wordt de Eurostoxx50 in gewicht verlaagd. Voor de S&P500 RCI is de doelvolatiliteit 14%, en wordt ingegrepen bij respectievelijk 12% en 16% volatiliteit. Voor beide risico indices geldt dat de maximale gewicht in de RCI 100% is. Gemiddelde waarde van belang Kempen maakt wekelijks de weging van de risicoindex in de RCI bekend. Per 6 april is de weging van de Eurostoxx50 index in de RCI 48,75%, terwijl deze voor de S&P500 index de maximale 100% bedraagt. Voor de risicovolle index worden de prijsindices genomen, hetgeen betekent dat het dividend niet wordt meegenomen. Op de cashcomponent die wordt aangehouden, wordt geen rente vergoed. Tot zover de indices. De notes zijn relatief eenvoudig samengesteld. Ze participeren voor 100% (de Eurozone note) respectievelijk 150% (de USA note) in de Risk Controlled Indices en lossen af in april 2024. Echter, niet de eindwaarde van de RCI van belang, maar de gemiddelde waarde over de laatste twaalf maanden van de looptijd. Als de uiteindelijke waarde negatief is, garandeert Van Lanschot, de uitgever van de note, aflossing tegen 100% van de nominale waarde. De vraag is natuurlijk of er bij dit dubbele lage risico nog enig rendementsperspectief overblijft. Die vraag is lastig te beantwoorden. Door de mogelijk voortdurende aanpassing in de weging van de index, is het onduidelijk hoeveel de RCI uiteindelijk participeert in de index. Voorkeur voor de USA-note En minstens zo belangrijk, of de weging van de Eurostoxx50 respectievelijk S&P500 laag is in tijden van neergaande koersen en hoog in tijden van stijgende koersen. Die garantie is er niet. Het probleem met op deze wijze samengestelde indices is dat de weging net laag kan zijn bij stijgende koersen, vervolgens verhoogd wordt, waarna de koersen weer gaan dalen. En andersom. Daarnaast moet de belegger er rekening mee houden dat er geen dividend (op de index component) en geen rente (op de cash component) wordt ontvangen. Het dividend voor de Eurostoxx50 index is gemiddeld over de afgelopen acht jaar circa 3,5%, en voor de S&P500 1,5%. Tot slot verlaagt de middeling in het laatste jaar het rendementsperspectief nog iets. Voor de USA note staat daar de hoge participatie van 150% tegenover. Ook vind ik de wat hogere getolereerde volatiliteit aantrekkelijker. Het leidt er toe dat de weging van de S&P500 in de RCI nu veel hoger is dan de weging van de Eurostoxx50 index. Juist in een 100% garantie note wordt de risico-rendementverhouding gunstiger als de onderliggende waarde riskanter is. Tot slot mist de belegger in de USA note minder dividend vanwege het (verwachte) lagere dividendpercentage van de S&P500 index. Mijn conclusie is dan ook dat de notes aardig geconstrueerd zijn, maar dat de USA variant mijn voorkeur heeft. Let echter wel op dat de USA note genoteerd is in dollars, zodat u een volledig valutarisico loopt op de Amerikaanse munt. Tot slot loopt u eveneens een risico op de uitgevende instelling Van Lanschot, met een (S&P) rating van BBB+. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.