Bent u al AIFM? Slechts 40% van het verwachte aantal AIFM-vergunningsaanvragen is bij de AFM ingediend. De voor- en nadelen. 8 juli 2014 16:00 • Door Fleur van Dalsem De AIFM-richtlijn (zie kader onderaan) is een omvangrijk pakket van Europese regelgeving die van toepassing is op (nagenoeg) alle beleggingsinstellingen die in of vanuit de Europese Unie worden aangeboden en nog niet onder UCITS vallen. De AIFM-richtlijn brengt daarmee een groot aantal beleggingsinstellingen, met name partijen die zich uitsluitend richten op professionele beleggers, voor het eerst onder toezicht. Om als beheerder een AIFM-vergunning te krijgen, heeft toezichthouder AFM informatie nodig over onder andere de karakteristieken van het fonds en moet aan een groot aantal voorwaarden worden voldaan, zoals het aanstellen van een bewaarder en minimale kapitaalseisen. Op 22 juli aanstaande moeten aanbieders die onder de AIFM-richtlijn vallen op z’n minst een vergunningsaanvraag bij de AFM hebben liggen. Maar ook na het verkrijgen van de vergunning moeten beleggingsinstellingen aan strenge regels voldoen. De richtlijn stelt doorlopende eisen, zoals het voorkomen van belangenconflicten, het voeren van een passend risico- en liquiditeitsbeheer, het zorgen voor een onafhankelijke waardering van de activa en diverse transparantieverplichtingen. Bovendien kent de richtlijn een aantal specifieke bepalingen die alleen gelden ingeval van het verkrijgen van zeggenschap in niet-beursgenoteerde ondernemingen of als gebruik wordt gemaakt van een hefboom. Al met al flink wat eisen waaraan partijen moeten voldoen voordat zij überhaupt in aanmerking komen voor een vergunning. Aanbieders die zich alleen richten op professionele beleggers en aan bepaalde voorwaarden voldoen (zie het kader: Wat is de AIMF-richtlijn?) kunnen volstaan met een registratie en hebben geen vergunningsplicht. Slecht 40% is binnenDe AFM heeft het afgelopen jaar, het overgangsjaar, de vergunningaanvragen behandeld en heeft ongeveer 40% van de verwachte aanvragen binnen. Nog niet zoveel, volgens woordvoerdster Imre de Roo: “Wij hadden verwacht dat meer partijen al een vergunning zouden hebben aangevraagd. Beheerders, die op 21 juli 2013 bevoegd waren in het kader van hun beroep of bedrijf in Nederland alternatieve beleggingsinstellingen te beheren, hebben nog tot 22 juli om bij de AFM een AIFMD-vergunning aan te vragen of melding voor het registratieregime in te dienen.” Het kan volgens de AFM zo zijn dat partijen de hele overgangsperiode nodig hebben om aan de nieuwe regelgeving te voldoen, of mogelijk wachten ze om andere redenen bewust tot einde van de overgangsperiode. “Maar het is mogelijk dat er ook enkele partijen bij zijn die zich toch nog niet hebben gerealiseerd dat zij onder het bereik van de AIFM-richtlijn vallen.” Dat denkt Geertje Strampel, senior manager Risk Advisory Services bij BDO Consultants, ook. “Enerzijds denk ik dat die partijen die vergunningsplichtig zijn onder de AIFMD misschien niet in alle gevallen de impact goed inschatten. Daarnaast zijn dit in een aantal gevallen partijen die nog nooit onder toezicht hebben gestaan en daarom de implicaties van het niet hebben van een vergunning niet helemaal goed inschatten. En er zijn ook partijen die krachten bundelen en daarmee niet zelf een vergunning aanvragen.” Gemixt beeld EuropaPartijen die de nieuwe regels serieus nemen, hebben volgens de AFM niets te vrezen “Iedereen zal op 22 juli 2014 aan alle nieuwe AIFM-regels moeten voldoen. Aanvragen van integere en goedwillende partijen die de nieuwe regels serieus nemen gaan we serieus behandelen, maar tegen instellingen die de regels aan hun laars lappen, zullen we optreden.” In de rest van Europa wordt de richtlijn ook ingevoerd. Hoe het daar gaat met de invoering, heeft de AFM niet genoeg zicht op. Volgens Geertje Strampel lijkt het in sommige landen makkelijker te zijn dan wel sneller te gaan om een vergunning te verkrijgen. “Maar er zijn landen die een soortgelijke indruk laten zien als in Nederland.” Nadelen • De A staat voor Alternative, een breed begrip en wellicht verwarrend voor beleggers. Reguliere beleggingsfondsen kunnen namelijk ook onder de AIFM-richtlijn vallen en daar is niks alternatiefs aan. • De mogelijke extra kosten om aan de nieuwe regels te voldoen en te blijven voldoen. Vooral de belasting voor kleine partijen is groot, aldus Strampel. “Daarnaast is het een wet die op partijen van toepassing is die allemaal verschillen qua omvang, complexiteit en aard van de activiteiten. Dit maakt het lastig voor partijen om hun weg daarin te vinden.” Wat is de AIFM-richtlijn? De AIFM-richtlijn (Alternative Investment Fund Managers) is een Europese richtlijn die geharmoniseerde regels introduceert voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen, kortweg abi. Sinds 22 juli 2013 geldt de AIFM-richtlijn in Nederland en per 22 juli 2014 komt een eind aan het overgangsjaar en moet de sector klaar zijn voor de richtlijn. Beleggingsinstellingen kwalificeren in beginsel of als abi, of als instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe). Icbe’s kennen sinds de inwerkingtreding van de eerste ICBE-richtlijn in 1985 al een geharmoniseerd Europees regelgevend kader. Deze regels zien met name toe op het aanbieden van deelnemingsrechten in icbe’s aan niet-professionele beleggers. Beheerders van abi’s waren voorheen niet onderworpen aan Europese regels. Er zijn een aantal uitzonderingen op de richtlijn. De beheerder is vrijgesteld van vergunningsplicht: • Voor fondsen waarvan het totale fondsvermogen niet meer dan 100 miljoen euro (inclusief leverage) bedraagt. • Of niet meer dan 500 miljoen euro (met een lock-up van ten minste vijf jaar) bedraagt. dit artikel verscheen eerder in het julinummer van IEXProfs magazine Fleur van Dalsem is redacteur bij IEX.nl. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick van het multi-asset-team van Goldman Sachs AM heeft grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.