De waarde van active share Active share is nuttig, maar leidt niet automatisch tot hogere rendementen, zegt Martijn Kuipers van Russell Investments. 21 maart 2016 13:40 • Door IEXProfs Redactie Sinds de introductie in 2006 is active share uitgegroeid tot de meest gangbare maatstaf voor het identificeren van goede vermogensbeheerders. Recent publiceerde FundFire echter een artikel over de onvermijdelijke ondergang ervan, getiteld Active Share Bubble has Burst. Martijn Kuipers van Russell Investments heeft dat verhaal ook gelezen. Kuipers: "Ongeacht of active share nog steeds dè trend is of juist aan populariteit inboet, blijven wij active share toepassen en wel op dezelfde manier zoals wij dat al decennialang doen, en lang voordat active share gemeengoed werd. Nuttig instrument Active share staat voor active exposure, active bets of het totaal van alle over- en onderwegingen in de portefeuille. Uiteindelijk betekenen al deze termen hetzelfde: de mate waarin een actieve manager afwijkt van zijn benchmark, oftewel de markt. Active share kan volgens Kuipers, mits op de juiste manier toegepast, een nuttig instrument zijn om actieve managers te evalueren. In de loop der jaren heeft de industrie echter volgens hem twee grote misvattingen de wereld in geholpen. Misvatting 1 "Een hoge active share leidt automatisch tot een hoger rendement dan een benchmark." Volgens Kuipers geeft is dit niet waar. “Bij Russell Investments zoeken wij managers met buitengewone vaardigheden die daarnaast eventueel met een hoge active share beleggen. Een al te grote focus op active share leidt niet tot het vinden van de beste actieve managers." Bij onvoldoende kwaliteiten van een belegger leidt een hoge active share volgens Kuipers tot rendementen die op basis van toevalligheden afwisselend boven en onder het marktniveau liggen, of erger, consequent onder het marktniveau. Het maken van een selectie op basis van alleen active share kan er bovendien toe leiden dat potentieel aantrekkelijke managers – zoals kwantitatief georiënteerde managers – worden uitgesloten, wat een negatieve invloed kan hebben op de manager samenstelling en het rendement van de portefeuille. Kuipers concludeert: "Active share is een aanvulling op ons diepgaande manager research proces en geen vervanging daarvan. Misvatting 2 "Multi-managerfondsen zijn benchmark knuffelaars, gegeven de lage active share."Deze opvatting is volgens Kuipers wederom niet waar. In het geval van multi-managerfondsen dient active share anders te worden geïnterpreteerd, zegt hij. Kuipers: "Zelfs als er al een betrouwbare, positieve relatie zou bestaan tussen active share en een hoger excess rendement, dan gaat deze relatie niet op bij multi-manager portefeuilles. Het combineren van afzonderlijke hoge active share-managers zal resulteren in een multi-manager fonds met een lagere active share. Het voordeel van spreiding van actief risico is dat de totale tracking error van het fonds wordt verminderd, terwijl de hogere excess rendementen van hoge active share-managers niet op dezelfde manier worden verlaagd." Kracht van spreiding Kuipers geeft een voorbeeld. "Neem een fonds met twee beheerders, waarbij elke beheerder een active share heeft van 95% en een excess rendement van 2% realiseert. Het totale excess rendement van het fonds zal het gemiddelde zijn van het excess rendement van de afzonderlijke beheerders, oftewel 2% (bij gelijke wegingen van beide beheerders). De gezamenlijke active share van het fonds zal echter minder dan 95% zijn. Dit is de kracht van diversificatie." Kuipers ten slotte: "Hoewel active share een nuttig instrument kan zijn, is toepasing van deze methode afhankelijk van het type manager en de rol in de portefeuille. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick van het multi-asset-team van Goldman Sachs AM heeft grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.