Capital weight is echte smart bèta Ik zie geen enkele probleem met de kapitaalgewogen index. Integendeel het is de koning, nee de keizer onder de indices. 23 oktober 2014 15:30 • Door Marcel Tak Het zijn de doldwaze smart bèta weken op IEXProfs. Ik mag me in dit dossier volledig uitleven tegen indices die speciaal zijn samengesteld om beter te presteren dan de kapitaalgewogen indices. Een prima positie, want ik ben niet zo gecharmeerd van de diarree aan indexfondsen gebaseerd op een vermeende overdosis aan intelligentie. Zo schreef ik enige tijd geleden over slimme indices die naar mijn oordeel dat predicaat niet verdienen. Peter van Kleef reageerde op mijn column, maar niet als door een wesp gestoken. Zijn stellingname pro intelligente indices was akelig genuanceerd. Dat maakt het lastig om scherp op zijn positieve gevoel ten aanzien van smart bèta indices te reageren. Sterker, als ik zijn bijdrage goed doorneem, verschillen onze opinies niet zoveel. Smart bèta, de naam vinden we beiden ongelukkig, kan een bijdrage leveren aan bredere spreiding van de effectenportefeuille. Met smart bèta kunnen aandelen uit indices worden geselecteerd die in de grote benchmarks niet terug te vinden zijn. Discussie gesloten? Welnee, want Van Kleef haalt tussen neus en lippen uit naar de domme benchmark indices. Zoals de Dow Jones die, door de redactie van een krant wordt samengesteld. Dat feit moet kennelijk als een diskwalificatie worden beschouwd. Dat is een stelling die ik niet gauw verdedig. Ik ken toevallig een hoofdredacteur van een site voor professionele beleggers, die een heel fonds van actieve beleggingsfondsen samenstelt. En met veel succes! Zijn naam is Peter van Kleef. Keizer onder de indicesEen redactie als samensteller van een index, is derhalve niet op voorhand een diskwalificatie. Belangrijker is mijn reactie op Van Kleefs algehele aversie tegen kapitaalgewogen indices. Ik zie zelf geen enkele probleem met de kapitaalgewogen index. Integendeel het is de koning, nee de keizer onder de indices. Als we al moeten spreken van smart bèta, dan komt de index op basis van marktkapitalisatie wat mij betreft daarvoor het meest in aanmerking. Dat lijkt een provocerende stelling, ingegeven om de discussie levendig te houden, maar dat is het niet. Ik heb naar mijn idee een heel goed argument om capital weight superieur, ik blijf maar even in de smart bèta terminologie, te vinden. De grootste bedrijven worden door belegger, of beter door de markt, als de meest waardevolle bedrijven gezien. Dat maakt dat ze een grote marktkapitalisatie hebben. Simpel maar wel logisch. Daar is geen speld tussen te krijgen. Waarom zou het dom zijn in de meest succesvolle bedrijven te beleggen? Natuurlijk, deze bedrijven kunnen op enig moment ook slecht gaan presteren. Maar dat geldt voor elk bedrijf. Ik zie geen enkel argumenten waarom het lot van het plotseling mindere presteren, juist bedrijven in de capital weight index zou moeten treffen. Mogelijk repliceert Van Kleef deze argumentatie door te stellen dat met kapitaalgewogen beleggen de kleine(re) bedrijven worden gemist. Apple was ooit een klein bedrijf, en je zou als belegger daar het liefst vanaf het begin bij zijn geweest. Dat is een juist argument. Daarom is het bijzonder slim ook kapitaalgewogen indices te hebben voor midcap en smallcap bedrijven. En die zijn er natuurlijk ook. Op deze manier kan van alle bedrijven in elk stadium van de levenscyclus worden geprofiteerd. Beter nog dan via bijvoorbeeld de populaire equal weight indices, waar succesvolle bedrijven, gemeten aan een groeiende marktkapitalisatie, telkens teruggebracht worden in gewicht. Volgens mij is het moeilijk, zo niet onmogelijk, op basis van rationele argumenten andersoortige indices als smart te beschouwen. Anders wordt het als alternatief samengestelde indices wordt gecreëerd op basis van uitgebreid onderzoek van patronen uit het verleden. Van Kleef schetst het beeld van de blond geverfde dame, op hoge hakken nog wel, die ballen uit de bak vist op zoek naar outperformende strategieën. Het brengt mij in de verleiding deze methode als overtuigend te kwalificeren, maar gelukkig geeft Van Kleef aan dat gevonden anomalieën zelden beklijven. Al lijken er uitzonderingen te zijn. Outperformance niet gegarandeerdDe bekendste is de low volatility index, die een betere risico-rendement verhouding zou kennen als de conventionele index. Als dat al klopt, wat is er op tegen om bij de samenstelling van de lowvol index gewoon die van de kapitaalgewogen methode te gebruiken. Smart bèta meets stupid bèta. Mocht overigens de lowvol bij beleggers massaal als outperformer worden gezien, dan is het snel afgelopen met de goede prestatie. De lowvol index raakt te hoog geprijsd, waardoor het rendementsperspectief terugvalt naar het gemiddelde. Er is nog een ander argument tegen de conventionele benchmark indices wordt genoemd door Van Kleef, en dat is het gevaar dat de oude kapitaalgewogen indices voor bubbels zorgt. Hij geeft daarmee het voorbeeld van de internetaandelen en de financials die voor 50% respectievelijk 40% deel uitmaakten van de benchmarks. Ik denk niet dat de gecreëerde bubbel in deze sectoren door de kapitaalgewogen index komt. Integendeel, de bubbel in die aandelen werd gecreëerd juist zonder dat ze in de index waren opgenomen. Toegegeven, die bubbels werden vervolgens automatisch geïmporteerd in de benchmark indices. Om dat tegen te gaan, zou je methodes moeten hanteren die ook weer de Apples en Googles destijds (deels) zouden hebben buitengesloten. Tot slot, er is niets mis met om vooraf keuzes te maken voor bijvoorbeeld kleine aandelen of een onder- of overwogen exposure naar diverse sectoren via andere dan benchmark indices. Daarover zijn Van Kleef en ik het waarschijnlijk roerend eens. Er is ook niets mis met de ontwikkeling van honderden of zelfs duizenden zogenaamde smart indices waarvan de makers vinden dat ze (in de toekomst) beter zullen presteren. Zo af en toe zal ik er zeker een aantal kritisch ontleden. Maar het lijkt mij goed dat beleggers zich ervan bewust zijn dat outperformance bepaald niet gegarandeerd is, hoe fraai de backtest soms ook zijn. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.
Impactbeleggen 24 jul “Impactbeleggen is pionieren” Als hoofd Private Markets & LDI leidt Rik Klerkx de inspanningen van Cardano om voor z’n klanten, veelal middelgrote pensioenfondsen, een positieve impact en een gezond rendement te boeken. “Hun duidelijke wens is om meer te doen met impactbeleggingen. Wij komen hen tegemoet met maatoplossingen.”
Impactbeleggen 28 jun PE en impactbeleggen vormen een goede combi Private equity heeft volgens Achmea IM veel te bieden aan beleggers die naast een mooi rendement een positieve bijdrage willen leveren aan een betere wereld.
Impactbeleggen 26 jun ”De financiële sector heeft een rol te spelen” Hadewych Kuiper van Triodos Investment Management over de betekenis en het belang van impactbeleggen. “Het is een hardnekkige mythe dat impactbeleggen ten koste zou gaan van rendement.” Dit is de eerste aflevering van een serie interviews over de zin van impactbeleggen.