Absolute return, moderne wonderolie In hun zoektocht naar houvast komen beleggers steeds vaker uit bij absolute return-fondsen. De heilige graal? 10 juli 2014 13:15 • Door Peter van Kleef Het klantbelang staat centraal, roepen de banken en vermogensbeheerders in koor. En elke assetmanager promoot nu zijn absolute return-fonds. Een nieuwe salesgedreven hype of vinden alle partijen elkaar hier in een volmaakt synchroon belang? De wonderolie van kwakzalvers vond gretig aftrek in de late middeleeuwen – een tijd van onzekerheid, snel om zich heen grijpende ziekten en ongeletterdheid. "Voor al uw kwalen!", heette het dan. Volgens Van Dale, het groot woordenboek der Nederlandse Taal, 13e druk is een kwakzalver “iemand die nutteloze middelen toepast ter genezing van de een of andere ziekte of middelen beweert te kennen tegen alle mogelijke ziekten, ofwel iemand die zulke middelen, meestal met veel ophef, te koop aanbiedt.” De link met de kant-en-klaar-oplossingen die de financiële industrie bange of onzekere beleggers biedt, is snel gemaakt. Maar voor veel beleggers is een dynamisch mixfonds of een absolute return-fonds toch een soort zwarte doos. Ze hebben geen idee wat de fondsbeheerder precies doet en waarom hij het doet. Welke analyse of strategie er aan zijn beleid ten grondslag ligt. Wat ze weten zijn rendementen uit het verleden en, als ze een beetje huiswerk gedaan hebben, wellicht ook hoe goed die toverdoos bestand is tegen grote schokken op de financiële markten. Voor toezichthouder Tim Mortelmans van de Autoriteit Financiële Markten (zie Big brother in conservatieve wereld) reden genoeg om te stellen dat banken deze fondsen niet zonder meer voor elke belegger in de schappen zou moeten leggen. Toch stromen er miljarden naar dit soort fondsen. In 2013 hadden de vier fondsen op de Europese beleggingsfondsenmarkt die het meeste nieuwe geld aantrokken allemaal in elk geval een connectie met het streven naar een absoluut rendement: Carmignac Patrimoine zag in 2013 weliswaar wat uitstroom, maar behoort ook nog steeds tot de allergrootste fondsen op de markt. Waar die behoefte vandaan komt mag duidelijk zijn. Beleggers hebben in de afgelopen vijftien jaar twee meedogenloze crisissen voor de kiezen gehad en zien nu ook nog een keer de traditionele veilige bouwsteen van de portefeuille – staatsobligaties – onbruikbaar worden omdat daar de yield historisch laag is en een tijdperk van renteverhogingen door centrale banken zou leiden tot een risicoprofiel dat precies omgekeerd is aan wat we de afgelopen dertig jaar zagen, namelijk een hoog risico bij een gegarandeerd laag (tot zelfs negatief) reëel rendement. Vandaar de populariteit van absolute return of andere hippe producten die een mooi rendement bij geringe volatiliteit beloven. Enorme groeimarkt Assetmanager Schroders is één van de partijen die inspeelt op de behoefte naar een absoluut rendement met zijn eigen GAIA-platform waarop ze UCITS-hedgefunds aanbiedt. Selectie van fondsenAndrew Dreaneen is verantwoordelijk voor Product & Business Development van het platform dat onlangs het M&A Fund van John Paulson introduceerde, maar ook een aantal fondsen met een total of absolute return-mandaat herbergt. Dreaneen zoekt fondsen die niet per se volledig belegd hoeven te zijn of vast zitten aan een long-shortstrategie. “Waar het om gaat is dat we begrijpen wat een beheerder doet. Wat is het effect van onvoorspelbare wendingen zoals QE of het beleid van centrale banken op zijn portefeuille?” Want streven naar een defensief klinkend rendement van cash plus, hoeft niet per se defensief te zijn. “Neerwaartse bescherming is een unique selling point voor fondsen. De eerste vraag die je moet stellen is: hoe deed het fonds het in 2008?” – een vraag die ook na vijf jaar bullmarkt niet vergeten mag worden. Dreaneen ziet veel vraag naar absolute return vanuit de groep beleggers die eerder geld naar cash en investment grade alloceerde. “Daarbij moeten beleggers letten op drie criteria: lang trackrecord, voldoende kritische massa en consistent rendement. Fondsen die dat bieden hebben een snelle groei laten zien, de afgelopen vijf jaar en je ziet volop nieuwe kansen voor hedgefunds die klanten buiten de high net worth individuals aanboren met beleggingsfondsen.” De Amerikaanse markt voor absolute return is zo’n 200 miljard dollar groot, de Europese ongeveer anderhalf keer zo groot. “Volgens onderzoeken kan die markt de komende vijf tot tien jaar groeien tot 2 biljoen dollar. Er zijn nu zo’n 800 UCITS long-short of absolute return-fondsen, dat aantal loopt in die periode op tot 2000. Waarbij ook hier geldt dat 90% van het nieuwe geld naar 10% van de fondsen zal stromen. Van de huidige 800 hebben er hooguit 10 meer dan 1 miljard onder beheer. De succesvolle fondsen zullen sluiten of in elk geval dichtgaan voor nieuwe beleggers. Kosten en risico'sWij proberen met GAIA de fondsen te selecteren die zullen profiteren van de aanhoudende vraag.” Dreaneen erkent dat er ondanks het streven naar lage volatiliteit en een steady absoluut rendement ook risico’s zijn. “Liquiditeit, kosten en een gebrek aan kennis”, zijn de drie belangrijkste. Waarbij liquiditeit door UCITS deels getackeld is. De kosten zijn vooral hoog bij offshore fondsen. “Maar het grootste gevaar zit bij de beleggers zelf. Zij moeten niet denken dat een absolute return fonds nooit negatieve rendementen kan laten zien. Ook een fonds dat streeft naar Libor +3% over een periode van drie jaar kan over een periode van twaalf maanden weleens in de min staan.” Lees meer over Absolute Return Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.