Schoorvoetend hervormen

De Nederlandse groei blijft achter. En dat is geen verrassing volgens econome Barbara Baarsma.

meer
Bio

Chantal Groothengel rolde na haar master journalistiek aan de UvA als vanzelf de financieel-economische journalistiek binnen. Sinds 2011 is ze verbonden aan IEXProfs, en na een tweejarig verblijf in de City of Angels houdt ze zich sinds mei 2013 fulltime bezig met het wel en wee van professionele beleggers.

Recente columns
  1. "Blockbuster fonds vergroot risico"
  2. "High yield zonder default risico"
  3. Volgens Rogers zit u helemaal fout
  4. Skagen: "Goed jaar voor obligaties"
  5. "Momentum voor frontier markets"
Populaire columns

    "In vijftien jaar heeft de AEX allerlei toeren uitgehaald, maar we zitten nu ongeveer op hetzelfde niveau als in 1997. Daarom kijk ik ook nooit op dagbasis naar de beurskoersen. Daar heb ik helemaal niks mee. Ik vind het wel grappig om te zien hoe de beurs reageert op uitspraken van CEO’s of centrale bankiers, of wat voor invloed een bedrijfsresultaat heeft op een beurskoers. Maar ik hecht daar geen grote waarde aan. Ik kijk naar de bewegingen op de lange termijn.”

    En op een termijn van vijftien jaar is in het niveau van de AEX weinig vooruitgang te zien. Het beeld dat econome Barbara Baarsma schetst is tekenend voor het sentiment dat momenteel in ons land heerst. De Nederlandse groei blijft achter, niet alleen bij de voorspellingen maar ook bij de omringende landen. Geen verrassing, denkt de econome.

    Nederland loopt achter in het doorvoeren van hervormingen, op het gebied van de woningmarkt, de arbeidsmarkt en pensioenen. Er worden stappen gezet, maar een integraal pakket om Nederland minder gevoelig te maken voor crises ontbreekt. Ondertussen laten financiële aanbieders nieuwe regels, die een behoorlijke invloed hebben op hun winkel, gelaten over zich heenkomen.

    Moderner beloningsmodel
    “Dat provisieverbod zag je natuurlijk van verre aankomen,” zegt Baarsma. “Waarom wachten vermogensbeheerders dan weer tot de overheid dat moet gaan verbieden?” Groot hekelpunt binnen de sector is voor haar het jargon waarin klanten verstrikt raken en de air van onbegrijpelijke deskundigheid waarmee vermogensbeheerders zich omgeven.

    “De klant snapt over het algemeen helemaal niks van wat er nou gebeurt. Informatie over nieuwe producten is zo ongelofelijk ingewikkeld opgeschreven. Er is meer sprake van mystiek dan van statistiek. Lange tijd verkocht die mystiek uitstekend. Het zal wel goed zijn, dacht je, en hoe ingewikkelder het klinkt hoe meer ze hun hoge fees kunnen waarmaken. Maar dat is niet meer. Mensen willen kunnen begrijpen wat ze kopen en een faire beloning betalen gerelateerd aan de moeite die iemand doet.”

    Ook pleit ze voor een moderner beloningsmodel. Goed of slecht rendement, die vermogensbeheerder krijgt zijn vergoeding wel. “Een disclaimer als ‘in het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst’ is natuurlijk tenenkrommend. Mensen willen niet langer dat al het risico bij hen ligt. Laat dan ook zien waar je wel verantwoordelijkheid voor draagt. In de beloning van zo’n vermogensbeheerder moet iets meer tot uitdrukking komen dat het een klantgerichte beloning is. Ik zou een vaste vergoeding afspreken die afhankelijk is van het rendement. Dan is het aan die vermogensbeheerder om geen gouden bergen te beloven, want als zijn beloning daar van afhangt, wordt zo’n voorspelling ook veel reëler.”

    Weerbarstige cultuur
    De cultuur binnen de financiële sector is weerbarstig, denkt Baarsma. In de ideale situatie wordt niet transactiegericht maar relatiegericht gewerkt; de klant staat voorop, dus. “Het bewustzijn is gegroeid, maar in de praktijk werkt het nog niet helemaal. Er worden nog steeds wel eens twijfelachtige producten verkocht, of stappen niet genomen die juist nodig zijn.” Neem de hypotheekrenteaftrek. Goed dat die wordt beperkt, maar die dertig jaar is volgens Baarsma veel te langzaam. Financiële aanbieders zouden daarnaast meer moeten inspelen op deze beperking door aflossing aantrekkelijker te maken.

    Ook zouden ze kunnen inhaken op de zich steeds verder terugtrekkende overheid. “De huidige welvaartsstaat is niet meer betaalbaar. Dat betekent dat er behoefte komt aan producten die je financieel weerbaarder maken.” Ze ziet dat aanbieders daar mee bezig zijn, maar er wordt nog maar weinig daadwerkelijk op de markt gebracht.

    “Pas wanneer financieel dienstverleners meer op dergelijke veranderingen anticiperen, vind ik dat je kunt spreken van cultuurverandering.” De crisis zette dat proces van verandering in gang. Dat zie je nu bijvoorbeeld terug in het beloningsmodel. “Als de taart toeneemt, ben je gul met delen. Als je verwachting is dat alles altijd maar omhoog gaat, krijg je ook makkelijker een verkeerde cultuur. Nu de koek minder groot is, willen we niet langer delen. Dat helpt. De crisis is echt niet alleen de schuld van financiële dienstverleners. Het is een collectieve verantwoordelijkheid.”

    Barbara Baarsma
    "We zijn kampioen opbouwen. Nu het op uitbetalen aankomt,
    blijkt het systeem toch wel erg gevoelig voor schokken"

    Te goedgelovig
    De toezichthouder is te goedgelovig geweest, liet financieel dienstverleners te veel de ruimte, en de consument bleef dus maar kopen. Toch denkt Baarsma dat de reacties op alle problemen soms ook wat overtrokken zijn. “Als je ergens kuddegedrag ziet, is het wel op de beurs. Je ziet dat als mensen doorschieten in risicoaversiteit, bepaalde op zich goede aandelen ondergewaardeerd zijn. Dat daar nog wel kansjes liggen voor degenen die er verstand van hebben, geloof ik best. Diezelfde overshoot zie je nu ook bij toezichthouders."

    "Sommige eisen gaan misschien wel te ver. Banken lenen nu nauwelijks geld uit. Solvency 2 schiet op bepaalde punten echt door. Daar worden gewoon luchtbellen gecreëerd doordat verzekeraars worden gedwongen hun aandelenportefeuilles af te bouwen en over te stappen op heel veilige obligaties, zoals de Duitse Bund."

    "Wat ik jammer vind is dat je die financiële aanbieders daarover eigenlijk niet hoort. Althans, ik zie het niet. We hebben zo gefaald, denken ze misschien, we moeten nu wel luisteren naar de overheid. Ik denk dat de sector best de uitwassen van de regelgeving aan de orde kan stellen om samen met de overheid tot een pakket van regelgeving te komen dat uiteindelijk in het belang van de consument is.”

    Er moet daarnaast nog heel wat gesleuteld worden aan de Nederlandse en Europese bankensector. Baarsma constateert dat de Amerikanen veel sneller hebben doorgepakt in de hervorming van die tak, waardoor daar nu al een behoorlijk herstel te zien is. Misschien is het maar goed dat het in Nederland niet meteen weer van een leien dakje gaat, want Nederland heeft tijd nodig om aanpassingen – ook op de woningmarkt en de arbeidsmarkt – door te voeren.

    Sense of urgency
    “Nu de sense of urgency er is, leggen we zaken vast in wetgeving,” zegt Baarsma. “En dat is ook nodig, want als het weer wat beter gaat, laat je dat al gauw zitten.” De econome voorziet de komende tijd nog geen herstel. Dit jaar niet, maar ook in 2014 zal de groei niet of nauwelijks boven de 0% uitkomen. Die sense of urgency blijft dus nog wel even bestaan. En zelfs een herstel betekent hooguit een groei van 1 à 2%.

    Wereldwijd loopt de groei terug, en daar moeten we maar aan wennen, denkt Baarsma. Vooralsnog zitten we met ‘veel huisgebakken problemen’. “Daarnaast zijn we veel meer dan bijvoorbeeld Duitsland gaan bezuinigen en lasten verzwaren. Onze overheid is veel harder op de rem gaan staan dan in de omringende landen gebeurde. Dat heeft de groei verder vertraagd. Ik vind het heel goed dat er binnen de Europese Unie begrotingsdiscipline is, maar je doodstaren op die 3% is economisch gezien gewoon niet slim. Zeker in Nederland niet, met onze gevoeligheid voor het economisch klimaat. Je moet niet koste wat het kost de BTW gaan verhogen, want dat is niet wat Nederland nodig heeft. Het is veel belangrijker om nu te gaan hervormen.”

    Een belangrijke hervorming om het procyclische karakter van de Nederlandse economie te verminderen betreft het pensioenstelsel. “Daar werd altijd hoog over opgegeven, maar feitelijk zijn we vooral kampioen opbouwen. Nu het op uitbetalen aankomt, blijkt het systeem toch wel erg gevoelig voor schokken.” Baarsma is voorstander van een grotere eigen verantwoordelijkheid. Nu worden mensen gedwongen hun pensioen op te bouwen via aangewezen pensioenfondsen.

    Barbara Baarsma
    "De crisis is echt niet alleen de schuld van financiële dienstverleners;
    het is een collectieve verantwoordelijkheid"

    “Het beeld is lange tijd geweest dat dat een zekerheidje was. Mensen konden op hun vijfenzestigste gegarandeerd zoveel procent van hun laatstverdiende- of middenloon krijgen. Dat bleek dus niet zo te zijn. Ik vind dat we nu veel te veel verplicht worden om geld in die tweede pijler te stoppen. Je kan best van mensen verwachten dat ze daar zelf keuzes in maken.”

    Integrale oplossing
    Naast een sterkere focus op de derde pijler ziet Baarsma graag wat meer concurrentie ontstaan tussen de pensioenfondsen. Met het oog op de hervormingen in het pensioenstelsel maar ook op de woningmarkt is het van belang dat aanbieders het productaanbod afstemmen op de veranderingen in regelgeving. Als mensen bij de aankoop van een woning meer eigen geld moeten gaan inbrengen, is het verstandig om in eerste instantie daarvoor te gaan sparen en pas later voor het pensioen.

    Alle bestaande problemen hangen met elkaar samen en dat betekent dat er ook een integrale oplossing moet komen. De woningmarkt zit vast, en mensen weigeren voor een nieuwe baan te verhuizen naar een andere stad omdat ze dan hun goedkope huurwoning kwijt zijn. Werkgevers zitten vast aan een strikt ontslagrecht, waardoor werknemers soms jarenlang onterecht op hun plek blijven zitten en niet het beste uit zichzelf halen. “Een van de redenen dat Duitsland het op dit moment beter doet dan wij, is omdat ze daar hun arbeidsmarkt wel zijn gaan hervormen,” zegt Baarsma.

    “Om de arbeidsmarkt, de woningmarkt, de pensioenen en de banken in crisistijd aan te pakken is natuurlijk eigenlijk heel dom. Maar we deden het niet toen de zon scheen. We zijn gewoon laks geweest in het hervormen en dat krijgen we nu hard om onze oren. En kennelijk werkt het zo dat mensen financieel het water aan de lippen moet staan voordat ze zien dat hervormen echt nodig is. Dat is dan maar zo, want uiteindelijk kom je met die hervormingen beter de crisis uit.”

    Dit interview is eerder gepubliceerd in het oktobernummer van IEXProfs magazine.

    Deel via: