Obligatiefonds vermomd als ETF Pimco's Total Return ETF is geen passief indexfonds. Wat de SEC onderzoekt hangt niet samen met algemene ETF-problematiek. 30 september 2014 13:50 • Door Marcel Tak Beleggen in obligaties is riskant, zo bleek afgelopen week. En ik doel dit keer niet op de lage rente die, bij een trendomkeer, tot een slagveld op de obligatiemarkt kan leiden. Het gaat mij om het bericht dat de Total Return ETF van Pimco, tot vorige week beheerd door super obligatiebelegger Bill Gross, lijdend voorwerp van onderzoek is geworden. De Amerikaanse toezichthouder SEC vermoedt dat de ETF, die in de VS wordt verhandeld onder het symbool BOND, heeft gemanipuleerd met obligatiekoersen om zo het rendement van het fonds op te krikken. Om twee reden is dit een belangrijk bericht. Naar fraude riekende activiteiten van deze zeer bekende vermogensbeheerder zijn natuurlijk (opnieuw) een schok voor de financiële sector. Leren ze het dan nooit, vraag je je af, als de vermoedens van de SEC op waarheid zouden berusten. Het brengt de ETF in een negatief daglicht en versterkt de discussie of indexfondsen een gevaar voor het financiële systeem zijn. Die discussie over ETF's naar aanleiding van de mogelijke Pimco-affaire, is niet op zijn plaats. Om de eenvoudige reden dat de Total Return ETF in feite onterecht als een ETF of indexfonds wordt beschouwd. Dus mochten er al problemen met BOND zijn, dan heeft dat niets met de aard van passief beleggen te maken. Integendeel, want de Total Return ETF is helemaal geen passief fonds. Regulier beleggingsfonds Het is een actief gemanaged fonds dat zich weliswaar richt op een index, de Barclays U.S. Aggregate Index, maar daar fors van kan afwijken. Zo mag de gemiddelde duration van de ETF portefeuille maar liefst twee jaar (naar boven en naar beneden) verschillen van de benchmarkindex. Belangrijker nog is de toegestane blootstelling aan niet-VS obligaties, zoals die van Japan en Mexico. De Barclays index is geheel gericht op de VS. Op deze wijze is er in de verste verte niet meer sprake van een indexfonds, maar van een regulier beleggingsfonds. Toegegeven, wel van een goed presterende beleggingsfonds. Ten opzichte van de benchmarkindex behaalt BOND namelijk uitstekende resultaten. Sinds de introductie van het fonds in 2012 werd een rendement gerealiseerd van 6,24% op jaarbasis. De genoemde benchmark bleef daar met 2,20% op jaarbasis fors bij achter. Daarbij is natuurlijk wel de vraag ontstaan of deze BOND performance op een eerlijke wijze tot stand is gekomen. De SEC houdt zich bezig met de beantwoording van die vraag. Het fonds wordt verdacht bij zijn introductie obligaties met korting te hebben gekocht. Die korting kon het bedingen doordat het zich richtte op weinig populaire, illiquide obligaties, die BOND in grote hoeveelheden bereid was (met korting) op te kopen. Vervolgens werden de obligaties gewaardeerd, niet op de (gerealiseerde) beurskoersen, maar op schattingen van deskundigen. Goede marketing Die waarde lag aanmerkelijk hoger, en zo kon BOND een snelle koerswinst realiseren. Goede marketing natuurlijk, zo'n fraaie performance in korte tijd. Ik denk dat de SEC niet tot veroordelende conclusies ten aanzien van het onder leiding van Bill Gross groot geworden fonds zal komen. De waardering van illiquide financiële instrumenten is een hachelijke zaak. De beurskoers moet natuurlijk altijd het uitgangspunt zijn, maar als er nauwelijks handel is, reflecteert die koers nauwelijks de echte (markt)waarde. Een inschatting aan de hand van vaste criteria is dan nog niet zo gek. Het probleem zit hem, zoals altijd weer, in de transparantie en informatievoorziening. Of liever het gebrek eraan. Als Gross meende dat een deskundige opinie en niet de (illiquide) beurskoers als maatstaaf zou moeten gelden, is dat prima. Maar cruciaal is dat dit duidelijk gemaakt wordt gemaakt in de informatievoorziening. Dat is niet gebeurd en daar zit wat mij betreft het echte probleem. Hier laten toezichthouders grote steken vallen. Ik heb al eens eerder aangegeven dat ook informatie over de onderliggende index en over de werkelijke kosten (het verschil tussen bruto index resultaat en de ETF) soms niet of onvoldoende worden uiteengezet. Die onvolledige informatie is de ware bron van eventueel toekomstige problemen, en niet de methode die worden gehanteerd binnen fondsen hoe om te gaan met waardering of andere relevante voor discussie vatbare zaken. Hogere kosten Terug naar mijn punt dat de Total Return ETF helemaal geen indexfonds is en daar ook de kenmerken niet van heeft. Het is aardig een vergelijking te maken met het Total Return Fund van Pimco. Dit is het al veel langer bestaande obligatiefonds, waar de ETF op is gebaseerd. Het unique selling point van de ETF zijn de lagere kosten in vergelijking tot actief beheerde fondsen. Opmerkelijk is echter dat het actieve Total Return Fund een kostenratio heeft van 0,46%, terwijl de ETF-variant 0,55% kosten per jaar in rekening brengt. Nog opvallender is de performance van beide fondsen. De ETF presteert veel beter dan het Fund. In het gebroken jaar 2012 (de ETF startte per februari 2012) scoorde de ETF +11,8%, waar het fonds bleef steken op +10,1%. In 2013 waren de cijfers -1,19% tegen -1,92% in het voordeel van de ETF. En YTD in 2014 is de stand +4,31% om +5,37%, opnieuw ten faveure van de ETF. Zou dit een indicatie zijn dat de illiquide aankopen hebben bijgedragen aan het mooie resultaat? Concluderend, de Total Return ETF is beslist geen passief indexfonds en de mogelijke problemen die nu in SEC onderzoekt zijn, hangen in ieder geval niet samen met algemene ETF-problematiek. In tegendeel, waarderingsproblemen zullen met echte indexfondsen juist niet voorkomen en zijn eerder verbonden aan actieve fondsen die in illiquide titels beleggen. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.