Laat die rente maar stijgen! Bent u zeker van een rentestijging. Wellicht zijn deze drie obligaties met variabele rentes dan interessant voor in uw portefeuille. 25 maart 2014 11:15 • Door Marcel Tak Het lastigste onderdeel van een goed samengestelde beleggingsportefeuille is de obligatiecomponent. In het algemeen betreft dit het laagrisicodeel van de portefeuille. Maar obligaties zijn er in vele soorten en maten. Lang niet al deze obligaties behoren tot de categorie risicomijdend. De verleiding is bijvoorbeeld groot highyieldobligaties in de portefeuille op te nemen vanwege de betere rendementsperspectieven. Prima, als deze obligaties dan ook maar als risicodragend worden gerangschikt. De zogenaamde laagrisico-obligaties zijn minder populair vanwege het uiterst lage rendement, ondanks de wat opgelopen rente in de afgelopen maanden. Bovendien zullen deze obligaties flink in waarde dalen als de rente onder invloed van het veranderende monetaire beleid gaat stijgen. Een voorbeeld: De Nederlandse staatslening met 1,75% coupon en aflossing in juli 2023 noteert een koers van 99%. Dat is een effectief rendement van 1,86% op jaarbasis voor deze obligatie met een resterende looptijd van 9 jaar. Als de lange rente in de komende twee jaar stijgt naar 3,5% (voor dan 7-jarige obligaties), zal de voorbeeldobligatie een koers van 89% noteren. Rekening houdend met twee ontvangen coupons van 1,75% is er een verlies van 6,5% op deze "risicovrije" belegging. Voor beleggers die zeker zijn van een rentestijging in de komende jaren zijn dit soort veilige obligaties derhalve een no go area. Wat dan? Een obligatie met variabele rente kan uitkomst bieden. Rabobank, ABN Amro én Van Lanschot hebben recentelijk dergelijke obligaties uitgegeven. Ik bespreek ze alle drie. 1. Rabobank Floating Rate Obligatie 2014-2019 (XS1046796253) Deze Rabobank-obligatie is op 20 maart 2014 uitgegeven en lost precies 5 jaar later af. De variabele coupon is gelijk aan de 3-maands euriborrente plus een opslag van 0,5%. De coupon wordt elk kwartaal vastgesteld en uitgekeerd. De 3-maands euriborrente ligt momenteel op ongeveer 0,3%. De eerste coupon is gelijk aan 0,809%. De koers van de obligatie fluctueert momenteel rond de 100%. Als de rente flink stijgt profiteert de obligatiehouder. Dat zoet komt echter pas na het zuur. Want de actuele coupon van iets meer dan 0,8% ligt ruim onder de 1,75% die de belegger op een 5-jarige Rabobank-obligatie met vaste coupon krijgt. Als we uitgaan van een geleidelijk oplopende rente moet de 3-maands euribor in 2019 naar minimaal 2,2% stijgen om gemiddeld op een rendement van 1,75% uit te komen. Om met deze obligatie echt te outperformen, bijvoorbeeld bij een uiteindelijk effectief jaarrendement van 2,25%, zal de korte rente in 2019 moeten zijn opgelopen tot zeker 3,2%. Dit is best een leuke obligatie voor beleggers die een duidelijke, nog niet eens spectaculaire stijging van de korte rente verwachten. 2. ABN Amro Floating Rate Obligatie 2014-2019 (XS1040422526) Het is grappig dat ABN Amro een paar dagen eerder eenzelfde obligatie heeft uitgegeven. Het enige verschil ten aanzien van de voorwaarden is dat naast de 3-maands euribor ABN Amro een opslag van 0,8% geeft, 0,3% hoger dan de Rabobank-obligatie. Dat heeft geleid tot een eerste coupon van 1,087%. De coupon is derhalve hoger, maar ABN Amro leent ook iets duurder in de markt. Ik schat dat een reguliere obligatie van ABN Amro nu circa 1,9% oplevert. Ook voor deze obligatie geldt dat de aanvangscoupon minder is dan het rendement op een ABN Amro-obligatie met vaste rente. Als u zich net zo comfortabel voelt met ABN Amro als Rabobank als debiteur, is deze variabelerente-obligatie de aantrekkelijker keus. 3. Van Lanschot Variabele Rente Obligatie 2014-2024 (NL0009706597) De inschrijving op deze 10-jarige obligatie, met Van Lanschot als debiteur, staat nog open (tot 28 maart). In plaats van een koppeling aan de korte rente, is de jaarlijkse coupon van deze obligatie gebaseerd op het 30-jaars tarief. Daarnaast krijgt de belegger een opslag van 0,35% (indicatie, minimaal 0,00%). Bij de huidige 30-jaars rente van 2,52% en de genoemde indicatieve opslag, zou de eerste coupon gelijk zijn aan 2,87%. Dat is veel hoger dan de euribor gekoppelde leningen. Dat mag natuurlijk ook wel, want het betreft een 10-jarige lening. Daarnaast moet u er rekening mee houden dat de indicatieve 2,87% lager is dan de rente van circa 3,3% die Van Lanschot op een reguliere 10-jaars obligatie moet betalen. Om voor deze VVC op minimaal een rendement van 3,3% uit te komen, zal de rente bij een gelijkmatige stijging, moeten oplopen tot circa 3,4%. Dan is de gemiddelde coupon gelijk aan 3,3%. Geen onmogelijk scenario en de lening kan daarmee interessant zijn voor beleggers die een serieuze stijging van de 30-jaars rente verwachten en natuurlijk vertrouwen hebben in Van Lanschot als debiteur. Alternatief: Rabo Vast naar Variabele Coupon Obligatie (VVC) (XS0502907602) Voor de twee leningen die gekoppeld zijn aan de 3-maands euribor, heb ik een in mijn ogen aantrekkelijker alternatief. Met Rabobank als debiteur geeft deze VVC elk kwartaal een coupon die gelijk is aan de 3-maands euribor. Zonder opslag en met een maximum van 9%. Dat nadeel wordt ruimschoots gecompenseerd door de koers van deze obligatie, die op 91,80% ligt. De looptijd is een jaar langer dan de Rabobank- en ABN Amro-variant. In nagenoeg alle scenario's, tenzij de korte rente stijgt tot boven de 9%, levert deze obligatie circa 1% extra rendement per jaar op dan de eerstgenoemde Rabobank-lening. Als de gemiddelde 3-maands rente bijvoorbeeld 1,75% bedraagt, is de gemiddelde coupon van de floating rate obligatie 2,25% en daarmee ook het effectief rendement. De VVC heeft dan een gemiddelde coupon van 1,75%. Door de lage koers wordt dan het effectieve jaarrendement gelijk aan 3,24%. Beleggers die een iets langere looptijd (ruim 1 jaar) geen probleem vinden, hebben meer plezier van deze, dan van de twee eerstgenoemde euribor gekoppelde obligaties. Tot slot: genoemde cijfers zijn benaderingen, omdat door een niet gelijkmatig verloop van de renteveranderingen de gerealiseerde effectieve jaarrendementen kunnen afwijken van de in deze column genoemde. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.