Tak's hefboomonderzoek Booster, speeder, sprinter XL, turbo, best speeder. Kunt u al die hefboomproducten uit elkaar houden? Ik vergelijk ze met elkaar. 17 oktober 2012 14:45 • Door Marcel Tak Booster, speeder, sprinter XL, turbo, best speeder. Kunt u al die hefboomproducten nog een beetje uit elkaar houden? Ik stel orde op zaken en geef een overzicht van de verschillende producten. Ik start met een tabel van de verschillende aanbieders met hun eigen producten. Daarna ga ik in de op belangrijkste kenmerken. In dit artikel breng ik tevens de kostenverschillen tussen de verschillende producten in beeld. Aanbieder Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 RBS turbo - booster ABN Amro turbo - - ING sprinter sprinter XL sprinter best Commerzbank speeder limited speeder best speeder Citi speeder limited speeder best speeder In deze column kies ik de volgende verzamelnamen: turbo: turbo, sprinter en speeder limited: limited speeder en sprinter XL best: best speeder, Best sprinter en booster Van nagenoeg alle producten worden zowel long- en shortversies uitgegeven. Alle hefboomproducten werken volgens hetzelfde basisprincipe. De bank, de uitgevende instelling, financiert een groot deel van de onderliggende waarde (bijvoorbeeld AEX-index). Een klein gedeelte wordt door de belegger gefinancierd. Dat is de waarde (koers) die de belegger voor het product betaalt. De bank rekent rente over het door hem gefinancierde deel (financieringsrente). Alle producten kennen een stoploss. Als de onderliggende waarde neerwaarts door de stoploss gaat, wordt het product afgewikkeld en beëindigd. Er zijn drie belangrijke, kenmerkende verschillen tussen turbo, limited en best. 1. Stoploss en financieringsniveauBij turbo zijn stoploss en financieringsniveau niet aan elkaar gelijk. Zodra de stoploss is doorbroken wordt de onderliggende waarde afgewikkeld. De belegger kan dan een restwaarde terugkrijgen, gelijk aan het verschil tussen de afwikkelprijs en het financieringsniveau. Voor limited en best geldt dat het financieringsniveau gelijk is aan de stoploss. Zodra de stoploss is bereikt, wordt het product beëindigd en is de restwaarde nihil. 2. Aanpassing stoploss en financieringsniveauTurbo en best kennen een dagelijkse vaststelling van het financieringsniveau. Voor best geldt dat de stoploss eveneens elke dag wordt aangepast. Turbo kent een minder frequente (maandelijks) aanpassing van het stoplossniveau. Voor limited-producten geldt daarentegen dat stoploss- en financieringsniveau op hetzelfde niveau blijven gedurende de gehele looptijd. 3. LooptijdTurbo en best hebben een onbeperkte looptijd, uiteraard tot eventueel het stoplossniveau is geraakt. Deze producten kunnen eveneens beëindigd worden door de uitgevende instelling (bijvoorbeeld als het financieringsniveau laag is ten opzichte van de onderliggende waarde). De ABN Amro-turbo’s kunnen ook, op dagbasis, beëindigd worden door de houder. Limited heeft een beperkte, vooraf vastgestelde beperkte looptijd. De prijsvormingDeze drie belangrijke verschillen leiden tot een voor iedere productcategorie andere prijsvorming. Voor turbo is de prijsvorming het gemakkelijkst te begrijpen. De waarde is gelijk aan het verschil tussen het financieringsniveau en de actuele prijs van de onderliggende waarde. De prijsvorming van limited-producten is principieel anders en complexer. Er is feitelijk geen sprake van een financieringsniveau, maar van een uitoefenprijs. De waarde van limited is gebaseerd op de uitoefenprijs en op de futureprijs (dus niet op de spotprijs!) van de onderliggende waarde. Daarnaast maakt een soort verzekeringspremie (gap risk) onderdeel uit van de prijs. De hoogte van de premie hangt mede af van de afstand tot het stoploss niveau. De prijsvorming van de best-hefboomproducten lijkt op die van de turbo. Er is echter een belangrijk verschil: de gap risk-premie, net zoals voor limited geldt. Op basis van verschillende scenario’s kom ik tot de volgende conclusies over de prijsvorming (mutaties in absolute waarde, niet in percentages): Bij een snelle stijging van de onderliggende waarde doet turbo beter mee, omdat best en limited last hebben van een iets lagere waarde van de risicopremie. Bij een daling van de onderliggende waarde richting stoploss lijdt turbo in punten waarschijnlijk het meest verlies, omdat best en limited profiteren van een iets hogere waarde van de risicopremie. Bij een daling van de onderliggende waarde tot net onder de stoploss, is in punten het verlies van turbo in principe het minst omvangrijk, omdat geen betaalde risicopremie verloren gaat. Bij een grote (plotse) daling van de onderliggende waarde kan het verlies in punten van de turbo hoger uitvallen door een lage afwikkelprijs met een lage restwaarde als gevolg. Dividenduitkeringen hebben geen invloed op het resultaat, maar bij een onverwacht hoger dividend blijft limited in resultaat achter. Bij een onverwacht laag dividend scoort limited juist beter. Limited raakt op de afloopdatum zeker de betaalde risicopremie kwijt. Dat heeft een negatieve invloed op het resultaat. De financieringskostenDe onderlinge prijsverschillen tussen de producten wordt bepaald door de financieringsrente, de risicopremie en de spreads. Die heb ik onderzocht met de volgende resultaten. Turbo Best RBS 2,11% 3,11% ABN Amro 2,01% - ING 2,19% 2,19% Commerzbank 2,11% 2,11% Citi 1,61% 1,61% Uit de tabel blijkt dat de booster (een best-product) van RBS de hoogste financieringsrente kent, terwijl de kosten voor de speeder (turbo) van Citi het laagst is. De risicopremieDe risicopremies bedragen niet (veel) meer dan 1 punt als het om de best-producten gaat met de AEX als onderliggende waarde. Op grond van mijn berekeningen hanteert Commerzbank de laagste risicopremie (circa 0,5%). RBS en ING liggen aan de bovenkant (circa 1%), terwijl Citi een middenpositie inneemt. Een hoge risicopremie hoeft voor de belegger, zolang het hefboomproduct bestaat, niet zo nadelig te zijn. Als de premie hoog blijft, kan dat bij verkoop ook een hogere opbrengst betekenen. Maar bij de limited-producten is het zeker dat de premie nihil wordt op de afloopdatum. En als de best- en limited-producten door de stoploss gaan, gaat de betaalde premie natuurlijk wel geheel verloren. De spreadsHefboomproducten zijn handelsinstrumenten. De tijdshorizon is soms niet langer dan een paar uur. Bij een week ben je als turbo-, limited- en best-gebruiker al snel een langetermijnbelegger. Vanwege de handelsfrequentie is de spread tussen bied- en laatprijzen van belang. Stel u handelt wekelijks tien producten met AEX als onderliggende waarde. Bij een spread van 1 cent komt dat neer op 10 cent per week aan kosten, ofwel 5,20 euro per jaar. Dat is ruim 1,5% van de waarde van de AEX op jaarbasis. Voor de turbo-producten met AEX als onderliggende waarde hanteren alle partijen een spread van 1 cent. Omdat de ratio gelijk is aan 1 op 10 komt dat neer op 10 cent per AEX van 330 punten. Voor de best-producten komen de meeste partijen ook met een spread van 1 cent. Uitzondering is ING. De bank hanteert als marge tussen bied- en laatprijs 2 cent. Voor de limited-producten rekenen alle aanbieders een spread van 2 cent. Keuze tussen de verschillende productenIk heb een aantal scenario’s aangegeven met daarbij welk product daarvoor naar mijn idee het best gebruikt kan worden. Verwachting: beperkte koersstijging en weinig risico op scherpe plotse koersdaling Optimale keus: turbo Minst goede keuze: limited Verwachting: beperkte koersstijging, maar risico op scherpe plotse koersdaling Optimale keus: best Minst goede keuze: turbo Verwachting: grote koersstijging, maar mogelijkheid scherpe koersdaling Optimale keus: limited en best Minst goede keuze: turbo Verwachting: grote koersstijging en weinig risico op scherpe plotse koersdaling Optimale keus: turbo Minst goede keuze: limited Verwachting: grote koersstijging, maar risico grote beweeglijkheid en onzekerheid Optimale keus: best en limited Minst goede keuze: turbo Verwachting: flinke koersstijging door hoger dan verwacht dividend Optimale keus: turbo en best Minst goede keuze: limited Wens: vast financieringsniveau zonder tussentijdse aanpassingen Optimale keus: limited Minst goede keuze: turbo en best De onderliggende waardenIn dit artikel ben ik voornamelijk ingegaan op de hefboomproducten met de AEX als onderliggende waarde. Er is echter een uitgebreid assortiment aan onderliggende waarden, van aandelen via obligaties, grondstoffen en vastgoed naar verschillende valuta. Koploper is RBS. De bank geeft de belegger de keus uit maar liefst 282 verschillende onderliggende waarden. Op enige afstand volgt ABN Amro met een aanbod op 115. ING haalt met een aantal van 96, net niet de 100. Commerzbank en Citi hebben een aanbod van respectievelijk 57 en 40 onderliggende waarden. Elke type onderliggende waarde heeft zijn eigen (prijs)effecten waar u goed op moet letten. Probeer vooraf deze effecten goed te begrijpen om in het eindresultaat niet voor een onaangename verrassing te komen staan. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.