Wijzer met risico Standaardprofielen die de AFM wil zijn een goed streven, maar er zijn grote valkuilen. De definities die worden gebruikt zijn bepaald niet waterdicht. Bovendien is volatiliteit geen perfecte graadmeter voor risico. 21 december 2010 09:45 • Door Marcel Tak Precies een jaar geleden schreef ik over de leidraad van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waarin een aanzet werd gegeven tot een standaardisatie van risicoprofielen. De risicoprofielen zouden gebaseerd moeten zijn op een eenduidige standaarddeviatie van de verschillende beleggingscategorieën. Zo wordt het probleem ondervangen dat elke adviseur risico op een andere manier interpreteert. Een neutraal profiel bij financiële instelling A moet, als de leidraad zou worden toegepast, gelijk zijn aan een neutraal profiel bij instelling B. Een op zichzelf goed streven, maar wel één met grote valkuilen. Risico is een containerbegrip en bij het precieze definiëren daarvan kunnen grote verschillen ontstaan. Duitse staatsobligaties worden als veel minder riskant beoordeeld dan Griekse. Maar de vervolgvraag is of een belegging in een Griekse staatslening tegen een rendement van 12%, riskanter is dan een investering in Duitse obligaties tegen 3%. Daar kun je veel over zeggen, en de conclusies over het risico kunnen sterk verschillend zijn. Dat geldt ook voor de vraag of Koninklijke Olie riskanter is dan ASML? BP was 'standaard' minder risicovol dan in het echt Nog lastiger: hoe moet in risicotermen een belegging in TomTom worden vergeleken met die in Ierse obligaties? Complex allemaal, en dan is het verleidelijk risicomodellen in te zetten die tot eenduidige conclusies leiden. Maar de AFM heeft naar de markt geluisterd, en de voorgestelde indeling naar risicoprofielen vervangen door de risicometer. De risicometer is mooi vormgegeven als een soort snelheidsmeter. Misschien is het plaatje zelfs iets te gelikt. Als deze wijzer een waarschuwend element in zich moet hebben, waarom dan niet een meer afschrikwekkende afbeelding gebruikt? Een steeds in omvang toenemende doodskop zou beleggers misschien beter attent maken op het gevaar van (te) grote risico’s. Mijn belangrijkste bezwaar is echter dat risico toch weer wordt gelijkgesteld aan volatiliteit. Terwijl ik denk dat de grootste ongelukken gebeuren met beleggingen die in eerste instantie op basis van volatiliteit juist als veilig zouden worden gerangschikt. Oliegigant BP zou binnen de aandelencategorie toch niet als dermate riskant worden gesignaleerd zoals later, door het olielek drama, is gebleken. Nu geef ik onmiddellijk toe dat dit met andere methode van risicodetectie ook niet naar voren was gekomen. Daarom is het zo belangrijk dat beleggers risico zien op basis van wat het betreffende financiële instrument precies doet en kan. Een aandeel is niet in eerste instantie riskant omdat het in het verleden volatiel was, maar vanwege zijn specifieke karakteristieken. Een alternatief: standaard-benchmarken van de AFM De financiële sector moet er naar streven beleggers meer bewust te maken van de karakteristieken van de in hun beleggingsportefeuille gebruikte beleggingscomponenten. Maar goed, deze benadering leent zich niet tot standaardisatie, en dat is wat de AFM graag wil. Er is dan gemakkelijker toezicht te houden en duidelijker vast te stellen of de adviseur of beheerder zich aan de regels heeft gehouden, ondanks de vele onvolkomenheden van deze methode. Misschien is er een alternatief. De belegger die het beheer van vermogen uit handen geeft, is uiteindelijk het meest geïnteresseerd in de resultaten. Want wat schiet hij ermee op dat de adviseur zich keurig aan alle AFM richtlijnen met betrekking tot volatiliteit en correlatie heeft gehouden, maar de portefeuille toch bedroevend scoort. Mijn oplossing voor dit probleem: laat de AFM standaard-benchmarks creëren. Zo kan een defensief profiel gekoppeld worden aan een door AFM vast te stellen index van staatobligaties. Een offensief profiel kan gerelateerd worden aan verschillende aandelenindices, eventueel gecombineerd met indices van andere zakelijke waarden. Het neutrale profiel valt hier dan logischerwijs tussenin. De belegger met een defensief profiel mag verwachten dat hij een resultaat behaalt in lijn met de officieel door AFM vastgestelde defensieve benchmark, uiteraard met een zekere marge. Een vrij profiel Naast deze profielen kan er ook een vrij profiel worden vastgesteld, dat niet is gekoppeld aan een benchmark. Dat is het profiel waarin de beheerder veel meer ruimte heeft in de samenstelling van de portefeuille. Dat is geen probleem want de belegger is zich daar dan ook helemaal van bewust. Ik denk dat beleggers en adviseurs bij gebruik van gestandaardiseerde benchmarks veel beter weten waar zij aan toe zijn. Conflicten tussen de beheerder en de klant zijn zo ook gemakkelijker op te lossen. Beleggers en adviseurs die toch voor hun eigen portefeuille het risico conform de methode van de risicowijzer willen berekenen, kunnen terecht op deze site - van een oud-collega uit mijn vorige leven bij het Agentschap van Financiën. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 28 mrt De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.