Index 20+ doet het lekker Marcel Tak duikt in de tussentijdse resultaten van Index 20+. Wat blijkt? Fonds 40 haalt het er - nog steeds - niet bij. 5 augustus 2014 12:15 • Door Marcel Tak "Ik zou liegen als ik zou zeggen dat de prestaties van de IEX Fonds 40 en de IEX Index 20+ bij mijn voortschrijdend inzicht geen rol spelen." Dat zijn mooie woorden van hoofdredacteur IEXProfs Peter van Kleef, beheerder van de actieve Fonds 40. Het vormde onderdeel van het antwoord op de vraag van een lezer over de keuze tussen actief en passief beleggen. Het verloop van de battle tussen IEX Fonds 40 en de uit indexfondsen samengestelde tegenhanger geeft voorstanders van passief beleggen de wind in de rug. Een groot verschilHet is tijd om wat dieper in de resultaten van Index 20+ te duiken. Ik kijk eerst naar de totaalscore van dit jaar tot nu toe. Het jaarrendement per 1 augustus van Index 20+ is gelijk aan 8,75%, Fonds 40 bleef over dezelfde periode steken op 7,40%. Het verschil van 1,35% is opvallend groot. Omgerekend naar een cijfer op jaarbasis kom ik uit op een percentage van circa 2,3%. Ik ga er van uit dat het (werkelijke) kostenverschil tussen ETF's en actieve fondsen lager is dan dit percentage. Dat zou betekenen dat niet alleen de lagere kosten van indexfondsen, maar ook minder goede keuzes van de managers van de actieve fondsen, tot de underperformance hebben geleid. Opmerkelijke uitschietersMisschien dat hier iets meer over te zeggen valt als we een aantal opmerkelijke uitschieters bekijken. Eerst het algemene beeld: van de 20 categorieën en thema's waar beide fondsen uit zijn samengesteld scoort Index 20+ er in 14 beter dan Fonds 40. De actieve fondsen laten in 5 sectoren een gunstiger prestatie zien, terwijl voor de geldmarktfondsen de rendementen exact gelijk zijn: +0,11%. Zowel actief beheerde fondsen als de passieve tegenhangers kunnen helemaal niets met het huidige monetaire beleid. Een positie in deze fondsen betekent rendementloos, maar wel sterk risicomijdend, wachten op betere tijden. Geografische verschillen spelen een rolVan de sectoren waar de passieve fondsen gunstig presteerden, vallen de Midden-Oosten/Afrika fondsen en de Azië vastgoedfondsen het meest op. De passieve fondsen scoren in beide sectoren een kleine 10% beter dan de actieve fondsen. Hoe kan dat verschil zo hoog oplopen? Als we wat dieper in de fondsen kijken, bijvoorbeeld die van Azië vastgoed, dan zien we dat geografische verschillen een belangrijke rol spelen. Dat blijkt uit onderstaande tabel: De actieve managers hebben een duidelijke focus op Japan, terwijl het passieve fonds overwogen is in Australië. Afhankelijk van de index en rekening houdend met de valutakoersen, hebben de Australische vastgoedfondsen met een totaalrendement van circa 24% beter gescoord dan die van Japan (circa 17%). De actieve managers zitten kennelijk in de verkeerde regio, hoewel 17% tussentijds rendement natuurlijk ook geen slechte score is. In het verlengde hiervan springt ook de veel betere score (ruim 4%) van de passieve Think Global Real Estate met betrekking tot het rendement eruit. Van de beide actieve tegenhangers is vooral de achterstand (5,3%) van het ING Global Real Estate Fund groot. Maar ook Henderson HF Global Property Equities kan Think niet bijbenen (achterstand 3,2%). Opmerkelijk vind ik voorts de positieve prestatie van Amundi ETF Global Emerging Bond Markit IBOXX ten opzichte van de twee actieve fondsen. Het indexfonds scoort een rendement van 11%, en doet het daarmee 3,7% beter dan het gemiddelde van beide actieve fondsen. Als het gaat om keuzes tussen actief en passief beheer, is de heersende gedachte dat lastige, moeilijk toegankelijke markten beter renderen onder leiding van actieve managers. De belegging in schuld van de opkomende landen voldoet aan de voorwaarden van complexiteit en gebrekkige liquiditeit, maar toch kunnen de actieve managers dit jaar niet tot een outperformance komen. Verschil in kredietwaardigheidOok in dit geval zien we grote regionale verschillen. De Markit iBOXX belegt voor in totaal 42% in de schuld van Turkije, Mexico, Brazilië en Indonesië. Pictet Global Emerging Debt heeft in dezelfde landen voor slechts 20% positie. Nog opvallender, overigens deels samenvallend met de andere regionale verdeling, is het verschil in kredietwaardigheid van de obligaties waarin wordt belegd. Pictet heeft positie in maar liefst 43% aan obligaties die lager dan investment grade zijn gewaardeerd. Voor de Markit index van Amundi is dit slechts 24%. Het is duidelijk dat de actieve beheerder voor riskantere obligaties heeft gekozen ten opzichte van de Markit iBoxx index. Die keuze heeft zich (nog) niet uitbetaald in een beter rendement. Natuurlijk waren de rendementen van de passieve fondsen niet in alle categorieën superieur. Robeco Asia Pacific Equities en vooral Fidelity Funds Asia bleken uitstekende stockpickers met een respectievelijk 1,7% en 5,7% beter rendement dan de 5,5% die iShares MSCI Far East ex Japan wist te behalen. Ook het passieve RBS MA Rogers Int. Commodity Index bleef met respectievelijk 1,2% (Schroders AS Commodity) en 6,1% (Carmignac Pfl Commodities) achter bij de actieve beheerders. Credits voor Van KleefMijn conclusie is dat in veel categorieën de passieve fondsen duidelijk beter scoren dan de actieve. Dat heeft zeker niet alleen met kosten te maken, maar ook met 'verkeerde' keuzes van beheerders. Van Kleef is gaan twijfelen aan de superioriteit van actief ten opzichte van passief. Ik word bevestigd in de gedachte dat wat mij betreft een breed gespreide portefeuille van passieve fondsen te prefereren is boven een mandje met actieve fondsen. Toch besluit ik met het toekennen van veel credits aan de twijfelende Peter van Kleef. Hoewel zijn actieve fondsselectie achterblijft bij de passieve, is er sprake van een uitstekende prestatie ten opzichte van de wereldwijde rendementen op aandelen en obligaties. De Barclays Global Aggregate index (fixed income) en de MSCI World Index scoorden beiden 7% dit jaar. Inclusief alle kosten blijft Van Kleefs IEX Fonds 40 daar met 7,40% mooi boven. Misschien geeft een fondsbeheerder gemiddeld weinig toegevoegde waarde, maar op grond van deze cijfers geeft een beheerder van fondsen dat mogelijk wel! Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.