De standaard van AFM AFM oordeelt over de kwaliteit van het advies aan de hand van standaardcriteria. Begrijpelijk, maar niet altijd afdoende. 10 april 2014 08:45 • Door Marcel Tak In het onlangs gepubliceerde AFM-rapport “Onderzoek kwaliteit beleggingsdienstverlening” stelt de toezichthouder dat ook de consument verantwoordelijkheid heeft voor het resultaat van zijn advies- of beheerportefeuille. Prima AFM! Het vermijden van ongelukken met beleggingsportefeuilles is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waaraan de consument zich niet geheel kan onttrekken. Na deze pluim voor de toezichthouder kraak ik een paar kritische noten over het rapport. AFM stelt dat een verbetering van de kwaliteit van de beleggingsdienstverlening nodig is. Op verschillende terreinen schieten adviseurs en beheerders tekort. Adviseurs kijken te veel naar rendementsfactoren en te weinig naar risicofactoren. Zo haalt AFM een adviseur aan die bij de selectie van een beleggingsfonds alleen de één, twee- en vijfjarige rendementen betrekt. Risicofactoren worden niet in de selectie betrokken. Wat zijn die risicofactoren? AFM beantwoordt die vraag in de paragraaf over monitoring van de portefeuilles. Dit zou onvoldoende zijn en de toezichthouder geeft het advies om standaarddeviaties van portefeuilles te berekenen. De toezichthouder gaat helemaal los op dit criterium en berekent naar hartenlust deviaties van de onderzochte portefeuilles. Teken van verantwoordelijk handelenHoewel AFM in het rapport de standaarddeviatie als risicomaatstaf relativeert, is het toch opmerkelijk dat de toezichthouder zo geporteerd is van deze methode. Adviseurs die deze maatstaf niet gebruiken, falen kennelijk in het brengen van hoogwaardige kwaliteit in hun advies. Je kan het echter ook beschouwen als een teken van verantwoord handelen. De standaarddeviatie en volatiliteitmaatstaven zijn eerder gevaarlijk dan dat ze inzicht geven in de werkelijke risico’s. Een beleggingsproduct met een looptijd van meerdere decennia in achtergestelde leningen mag op basis van de AFM-risicometer, die is gebaseerd op volatiliteit in het verleden, als risicomijdend worden gezien en verkocht! Veel of weinig categorieënOverigens is een risicomaatstaf op basis van historische volatiliteit niet veel anders dan het eerder genoemde historische rendementscriterium. De hang naar standaardisatie in toezicht zie ik ook in de opmerkingen dat adviseurs de beleggingen van klanten te weinig kwalificeren in verschillende beleggingscategorieën. Soms wordt alleen onderscheid gemaakt tussen aandelen en obligaties en is daarmee onvoldoende specifiek. De belegger kan zo geen goed inzicht verkrijgen in het totale risico van de portefeuille. Op zichzelf kan ik mij bij deze opmerking iets voorstellen. Maar het tegendeel, het hanteren van een grote hoeveelheid verschillende categorieën waarin de beleggingsinstrumenten worden geschaard, herbergt ook gevaar. Een dergelijke indeling suggereert een portefeuille met grote spreiding en een lager risico. Het benadrukt het beeld van beleggingscategorieën die scherp van elkaar verschillen, met weinig correlatie in het verwachte beleggingsresultaat. Het feit of een instelling veel of weinig categorieën hanteert is niet (alles)bepalend over de kwaliteit van het advies. Klant staat centraalAFM oordeelt over de kwaliteit van het advies aan de hand van standaardcriteria. Dat is begrijpelijk. Hoe kun je als toezichthouder de tienduizenden adviezen anders beoordelen dan op deze wijze? Maar standaardisatie in het toezicht kan tot onterechte beoordeling leiden over de kwaliteit van het advies. Die kwaliteit wordt soms juist geborgd door geen standaardmethodes te hanteren. In de financiële sector geldt het adagium dat de klant centraal staat en maatwerk moet worden geboden. Dat uitgangspunt geldt wat mij betreft ook voor de AFM. Adviseurs verdienen maatwerk in het toezicht, zeker als het om een publiek oordeel over de kwaliteit van hun advies gaat. Deze column is eerder gepubliceerd in IEXProfs magazine nr 1, 2014. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.
Assetallocatie 11 apr Schroders kijkt met 3D-bril naar de toekomst De drie D's, decarbonisatie (weg van fossiele energie), demografie (vergrijzing) en deglobalisering spelen volgens Schroders de komende dertig jaar een sleutelrol in de beleggingsresultaten.