Banken hebben geen spaargeld nodig, vandaar die lage rente Door het gebrek aan concurrentie is de spaarrente zo laag, maar de plannen van de ACM veranderen daar niks aan. Banken hebben geen spaargeld nodig. En beleggen is sowieso beter, aldus Edin Mujagic. 31 mei 2024 09:31 • Door Edin Mujagic Hoe kan het toch zo zijn dat de Nederlandse spaarder niet alleen in absolute termen, maar ook relatief gezien weinig rente op zijn/haar spaarrekening krijgt? De Autoriteit Consument en Markt heeft zich maandenlang met die vraag bezig gehouden en de conclusie is: het ligt aan het gebrek aan concurrentie. De onderzoekers van de ACM stellen dat kartelvorming, waarbij banken afspraken maken over rente en wat strafbaar is, niet aangetoond kan worden maar dat er wel sprake is van iets wat stilzwijgende afstemming wordt genoemd. Ofwel: impliciet worden die afspraken wel gemaakt. De ACM doet ook aanbevelingen over wat te doen om dat euvel van lage spaarrente te verhelpen. Zo moet er meer informatie komen voor de consument wat er allemaal mogelijk is en moet het ook makkelijker worden om over te stappen. Niet nodig Ik begrijp dat de ACM deze aanbevelingen doet, mits geïmplementeerd zal het ook wel wat helpen, maar ze doen natuurlijk helemaal niets aan de onderliggende oorzaak van die lage spaarrentes, het gebrek aan concurrentie. Bij dat gebrek aan concurrentie in Nederland, komt vervolgens nog iets bij wat we haast zouden vergeten in het geheel, namelijk dat commerciële banken ons spaargeld helemaal niet nodig hebben. En dat hebben we de danken aan de ECB. Normaliter is ons spaargeld zeer aantrekkelijk voor een bank en strijden ze onderling om ons te verleiden een spaarrekening te openen. Die strijd zorgt voor hogere spaarrentes. Waarom die strijd? Omdat elke bank zich ook moet financieren. Genoeg lenen Dat doet een bank door geld te lenen bij de centrale bank of op de kapitaalmarkt. De rente op de kapitaalmarkt ligt doorgaans hoger en het bedrag dat een bank bij de centrale bank kan lenen, is beperkt (en is te weinig, daar zorgt de centrale bank voor). Dat betekent dat ons spaargeld normaal gesproken een zeer aantrekkelijk alternatief is voor commerciële banken en dat die er veel aan doen ons te verleiden bij hen een spaarrekening te openen. De rente die de bank erop betaalt, is namelijk lager dan de rente die die zou betalen op de kapitaalmarkt en de hoeveelheid is hoger dan wat de centrale bank bereid is te vergeven. Sinds de financiële crisis van doet de ECB echter aan iets wat ‘volledige toewijzing’ heet, wat er in het kort erop neerkomt dag alle banken uit de eurozone in principe ruimschoots voldoende geld kunnen lenen aan het ECB-loket. Spaarrente is negatief Dat betekent dat de strijd om ons spaargeld niet gevoerd wordt en dus dat de spaarrentes laag zijn. Overal, niet alleen in Nederland. Een tweede belangrijke punt als we het over de spaarrentes hebben, is dat die voor een belangrijk deel samengaan met de rente die de ECB vaststelt. De spaarrentes zijn doorgaans in alle eurolanden best laag, omdat de reden dezelfde is in al die landen, namelijk het beleid van de ECB. In Nederland is de spaarrente daarnaast ook relatief laag, als gevolg van te weinig concurrentie. En dan heb ik het nog maar over de nominale spaarrente. Je échte spaarrente is de uitkomst van het rekensommetje waarbij je van de nominale spaarrente de inflatie vanaf haalt. Dan blijkt dat de échte spaarrente gewoon negatief is. Te ruim beleid Kijken we naar de vooruitzichten op het gebied van inflatie en het beleid van de ECB, dan zien we dat de ECB zich opmaakt om de rente te gaan verlagen. Uit het verleden weten we dat als een centrale bank eenmaal begint aan renteverlagingen, het niet beperkt blijft tot één of twee verlagingen. Kijken we naar de vooruitzichten voor inflatie, dan lijkt de kans groot dat de geldontwaarding in de eurozone voorlopig aan de hoge kant zal blijven, mede door een aantal structurele ontwikkelingen, zoals op het terrein van demografie, deglobalisering, hoge begrotingstekorten en energietransitie. En, als u het mij vraagt, een te ruim monetair beleid. Met de vooruitzichten voor inflatie en ECB-beleid, is er veel voor te zeggen dat het feit dat de reële spaarrente negatief is, structureel lijkt te zijn. Als dat het geval is, dan vereist dat verandering van ons gedrag. Beleggen is beter Denk bijvoorbeeld aan de oude traditie om voor onze kroost een spaarrekening te openen. Als we kinderen krijgen, gaan we eerst naar het gemeentehuis om ons kind in te schrijven en meteen daarna naar de bank om er een spaarrekening te openen. Dat is met de genoemde structurele verandering op het gebied van spaarrentes, passe. Het is voor de financiële toekomst van een kind beter als (groot)ouders een beleggingsrekening openen of een goed beleggingsfonds uitkiezen en daarin participeren. Beleggen lijkt ondertussen de enige mogelijkheid overgebleven te zijn om inflatie te verslaan. Historisch bezien leveren aandelen zo’n 6 á 7% rendement per jaar, na aftrek van inflatie, mits je lang genoeg kunt beleggen. Achtste wereldwonder En een (pasgeboren) kind heeft een lange beleggingshorizon. Beginnen bij geboorte of op een latere leeftijd, dat maakt niet veel uit, kunnen we stellen dat rendement op rendement vrijwel staat garant voor een prachtig bedrag voor over een jaar of tien. Albert Einstein noemde ooit het rente-op-rente-effect het achtste wereldwonder. Dat geldt natuurlijk alleen als die spaarrente positief is. Parafraserend kunnen we stellen dat rendement op rendement (met dividend erbij) het achtste wereldwonder is. Einstein zei over dat achtste wereldwonder ook dat wie het begrijpt, het verdient en wie het niet begrijpt, het betaalt. Edin Mujagic is econoom en fondsbeheerder bij beleggingsfonds Hoofbosch. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg. Hij schrijft op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 16 jan De juiste keuzes van Europese ETF-beleggers Noussair Aatil van State Street SPDR ETF's neemt nog even de Europese ETF-cijfers over geheel 2024 en over de laatste maand van het jaar met u door. Twee beleggingen bleken dominant. Amerikaanse aandelen en obligaties met ultra korte looptijden werden verreweg het meest gekocht.
Assetallocatie 16 jan Private beleggingen hebben wind en klanten mee BlackRock en Schroders zijn beide reuze enthousiast over private beleggingen. Private equity, private debt, infrastructuur en vastgoed bieden alle spreiding en mooie rendementskansen.
Assetallocatie 15 jan Candriam kiest voor Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Ervan uitgaande dat de wereld dit jaar niet te maken krijgt met een hevige handelsoorlog gaat Candriam voor aandelen uit de VS en de opkomende markten, voor obligaties uit Europa, en koopt het bij elke verzwakking extra goud bij.
Assetallocatie 13 jan Pictet zet telecom op kopen Pictet AM heeft in januari de modelportefeuille op twee plaatsen gewijzigd. Telecomdiensten gaan van neutraal naar overwogen en vastgoed van onderwogen naar neutraal. Andere sectoren die er in positieve zin uitspringen zijn financials en nutsbedrijven. Regionaal blijven aandelen uit de VS, Zwitserland en emerging markets (exclusief China) favoriet.
Assetallocatie 09 jan Outlook AllianzGI: "Aandelen blijven aantrekkelijk, maar volatiliteit neemt toe" De tweede termijn van Donald Trump komt op een moment dat economieën uiteenlopen qua groei, inflatie en rente. Dit verschil zou volgens AllianzGI in 2025 nog groter kunnen worden. AllianzGI blijft in zijn outlook voor 2025 positief over Amerikaanse aandelen, met name uit de techsector. In de obligatiemarkt wordt meer verwacht van Europees papier.
Assetallocatie 07 jan Rabobank is positief over aandelen én obligaties Sterke winstgroei en lagere inflatie maken aandelen en obligaties volgens Rabobank aantrekkelijk. De Chinese beurs zou wel eens positief kunnen verrassen. De grote onzekere factor is, u raadt het al, de aankomende Amerikaanse president.