AFM: Meer verbiedend dan bindend Waarom mogen AEX-beleggers straks slechts turbo's kopen met een hefboom van maximaal tien? Op buitenlandse indices mag de hefboom hoger zijn. Volgens Marcel Tak verbiedt de AFM teveel. 28 juli 2021 09:30 • Door Marcel Tak Het is jammer dat ik deze column niet op dagelijkse basis schrijf. Zo mis ik af en toe dringende actuele zaken die direct aandacht verdienen. Zo was het een paar weken geleden breaking news: De AFM heeft een nieuw logo. Dat werd tijd, dacht ik bij mezelf, en dat vindt ook de toezichthouder. De afgelopen jaren heeft de AFM zijn huisstijl “doorontwikkeld naar de eisen van deze tijd”, met het nieuwe logo als sluitstuk van dit proces. De AFM legt op de website de rationale achter het beeldmerk uit. Veel flauwekul “De lijnen die van buiten naar binnen bewegen laten zien hoe de belegger gevangen zit in almaar toenemende regelgeving. De vorm van een toeziend oog betekent de almacht van onze organisatie.” Toegegeven, dit is niet de uitleg die AFM geeft. Maar het had wel gekund. De werkelijke verklaring achter het nieuwe beeldmerk is inderdaad eigentijds, met veel opgeblazen flauwekul. Autonoom en verbindend Zo moeten we weten dat het nieuwe logo laat zien dat AFM naast handhaving ook bouwt aan een duurzaam financieel welzijn in Nederland. De lijnen van het logo symboliseren dat de toezichthouder in gesprek is met de sector. De harde hoeken en zachte afronding beelden uit dat de AFM autonoom en verbindend is. Nou, daar zal een reclamebureau wel weer een leuke boterham aan hebben verdiend. Met duurzaam en verbindend als kernelementen in de uitleg van het logo kunnen het bureau en de AFM zich geen buil vallen aan de nieuw gepresenteerde uitstraling. Turbo's aan banden Ik zie in de lijnen echter eerder een verbiedend dan een verbindend AFM. Dat is te zien aan banden leggen van het aanbod van turbo’s aan Nederlandse particuliere beleggers. Belangrijkste element van dit beleid, dat op 1 oktober ingaat, is het verbod tot verkoop van turbo’s met een (te) hoge hefboom. Bij een dergelijke hefboom mag de aanbieder geen laatprijzen meer afgeven. Wat verstaat de toezichthouder onder een te hoge hefboom? AFM heeft voor verschillende beleggingscategorieën een maximum ingesteld. AEX behoorlijk beperkt Voor verschillende valuta is er nog een behoorlijke hefboom van maximaal 30 mogelijk. Ook voor aandelenindices lijkt het beleid redelijk, met een gelimiteerde hefboom van 20. Maar wat zeer opvallend is, dit maximum geldt voor aandelenindices als de DAX30, CAC40 en Eurostoxx50. Maar de AEX valt, net als bijvoorbeeld de Spaanse, Italiaanse en Belgische indices, kennelijk in een hoog risico categorie, waarvoor een hoogste hefboom van slechts tien geldt. Ik vind het verbod op hoge hefbomen al onbegrijpelijk, maar het plaatsen van de AEX in de hoogrisicocategorie, met een twee keer zo lage hefboom dan die van de Champions league-indices, is ridicuul. Gesnoerd Waarom worden Nederlandse retailbeleggers steeds meer gesnoerd in de keuze van beleggingsinstrumenten waarvan zij kunnen vinden dat deze goed bij hen passen. Concreet betekenen deze maatregelen dat bij een AEX stand van 740 punten, alleen turbo’s met een financieringsniveau van maximaal 670 punten kunnen worden aangeboden. Als de regels zouden gelden die van toepassing zijn op bijvoorbeeld de Eurostoxx50 index, dan was uitgifte tot een financieringsniveau van 710 punten mogelijk. Geen onderscheid Het verbod voor turbo’s met aandelen als onderliggende waarden is helemaal een sterke achteruitgang ten opzichte van de huidige situatie. AFM geeft aan dat voor aandelen er een maximale hefboom van vijf gaat gelden. Daarbij wordt er geen enkel onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld het aandeel Tesla en het aandeel Unilever. Op beide aandelen gaat de maximale hefboom van vijf gelden. In de praktijk betekent dit dat bij een koers van Unilever van 50 euro, de turbo maximaal met een financieringsniveau van 40 euro kan worden uitgegeven. De toegevoegde waarde van turbo’s gaat met deze beperkte maximale hefboom voor veel beleggers op deze manier wel verloren. Onderzoek in verliesperiode Waarom vindt de AFM dat er een verbod moet komen op het gebruik van hoge hefbomen? Volgens een onderzoek van de toezichthouder lijdt een groot deel van de beleggers in turbo’s verlies, namelijk 68%. Dat is een ruime meerderheid, maar daarbij moet aangetekend worden dat het onderzoek plaatsvond over een periode (1 juni 2018-30 juni 2019) waarin de aandelenmarken (Eurostoxx50) ook een negatief resultaat moest incasseren (-2%). Dat producten met een hefboom dan ook per saldo verlieslatend zijn, is niet een heel verrassende uitkomst. Maar belangrijker is dat alleen een positief of negatief resultaat op een turbobelegging niets zegt over de prestatie. Kleiner verlies Neem het volgende voorbeeld. Een aandeel noteert 100 euro en staat op het punt de bedrijfsresultaten bekend te maken. Beleggers kunnen het aandeel kopen in de hoop op gunstige cijfers, met het risico natuurlijk op slechte cijfers en een navenante koersreactie. Een belegger kan ook kiezen voor een turbo met een hoge hefboom, bijvoorbeeld 50 (financieringsniveau 98; prijs turbo twee euro). Stel het bedrijf stelt zwaar teleur en de koers gaat naar 90 euro. De belegger in het aandeel heeft een verlies van tien euro, terwijl de turbobelegger slechts twee euro verlies. In de AFM staatje betekent dit een negatief turboresultaat, toegeschreven aan de hoge hefboom. Wel van toegevoegde waarde Ik denk echter dat de turbobelegger blij is met het beperkte verlies ten opzichte van dat van de belegger die rechtstreeks in het aandeel belegt. Zo zijn er meer strategieën waarvan het resultaat optisch negatief lijkt, maar de turbo wel degelijk van toegevoegde waarde is. Misschien wel de slechtste argumentatie voor het verbod is het feit dat de AFM wijst op de complexiteit van het product. Dit doet te toezichthouder om een beroep te kunnen doen op Europese regelgeving, die toezichthouders de ruimte geeft op dit soort verboden. De betreffende toezichthouder moet dan wel met geloofwaardige argumenten komen. Geen verklaring AFM vindt turbo’s te complex en risicovol, onder andere omdat er kredietrisico’s zijn, de belegger afhankelijk is bij koop en verkoop van de uitgevende instelling, de uitgevende instelling de turbo eenzijdig kan beëindigen en de belegger ten onrechte de indruk krijgt dat bij het bereiken van de stop-loss de turbo ook tegen dit prijsniveau wordt beëindigd. Zo staan er nog een aantal punten gemeld. Wat een flauwekul. Ik ben ervan overtuigd dat al deze elementen geen enkele verklaring vormen voor het vermeende slechte beleggingsresultaat met turbo’s. Er zijn geen aanbieders failliet gegaan, en de bied-laat spreads zijn in het algemeen heel scherp. Niet teveel verboden Doordat zowel bied- als laatprijzen worden afgegeven, moet de uitgevende instelling wel een faire prijs afgeven. Anders vindt er direct bij een te lage of te hoge prijs arbitrage plaats. Juist het besluit dat bij een te hoge hefboom geen laatprijzen meer moeten worden afgegeven, geeft de uitgevende instelling de verleiding (te) lage biedprijzen neer te zetten. De AFM werkt zo zelf mee aan de mogelijkheid van onjuiste prijsvorming. Dat nieuwe logo, nou vooruit, dat moet kunnen. Maar laat de AFM stoppen met het nieuwe beleid waar verboden steeds meer de overhand lijken te gaan voeren. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 05 dec Institutionele beleggers hebben voor 2025 duidelijke voorkeuren Ondanks dalende inflatie, lagere rentetarieven en afnemende recessievrees hebben institutionele beleggers over 2025 hun zorgen, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Natixis IM onder 500 institutionele beleggers wereldwijd. Zij zetten met name sterk in op private beleggingen en aandelen uit de opkomende markten.
Assetallocatie 04 dec Doet u mij maar Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Roelof Salomons, de nieuwe hoofd beleggingsstrategie van BlackRock Nederland, heeft in zijn outlook voor 2025 duidelijke voorkeuren. De beste kansen voor aandelen liggen in de VS. Voor obligaties ziet hij het meest in Europese bedrijfsobligaties, kredietwaardig en minder kredietwaardig.
Assetallocatie 03 dec De toegevoegde waarde van landbouwgrondstoffen De prijzen van landbouwgrondstoffen hebben historisch gezien weinig correlatie met traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties, maar ook met andere grondstoffen zoals energie en metalen. Inflatiebescherming is een ander belangrijk voordeel van beleggen in landbouwgrondstoffen, stelt grondstoffenspecialist Benoît Harger van private bank J. Safra Sarasin.
Assetallocatie 28 nov In een wereld vol anomalieën is Amundi optimistisch Amundi is in zijn outlook 2025 positief over aandelen, obligaties en de wereldeconomie. Vooral Azië biedt kansen. Het risico zit hem in een aantal anomalieën dat de markten op hol kan brengen
Assetallocatie 26 nov Tegenvallende winsten vergroten zorgen Nu bijna alle bedrijfscijfers over het derde kwartaal zijn gepubliceerd is het volgens CIO Saira Malik van Nuveen duidelijk dat de verwachte outperformance is uitgebleven. "Dat roept kopzorgen op bij beleggers over mogelijk te hoge aandelenkoersen en bijkomende correcties."
Assetallocatie 25 nov “Ook in 2025 verwachten we het meeste van Amerikaanse aandelen” Olivier de Berranger, CEO en co-CIO van de Franse vermogensbeheerder LFDE, geeft zijn kijk op 2025. Heel kort: Amerikaanse aandelen, vooral de kleine, hebben meer opwaartse kracht dan Europese aandelen. Wat obligaties betreft, gaat de voorkeur uit naar kredietwaardige bedrijfsobligaties.