Beursturbulentie: draaien met structured products Meer volatiliteit op de beurzen betekent dat sommige gestructureerde producten duurder worden. Het advies van Marcel Tak aan beleggers die gestructureerde producten in portefeuille hebben: niet kopen, maar draaien. 13 februari 2018 09:00 • Door Marcel Tak De beurzen gaan omlaag en het IMF maakt zich geen zorgen. Integendeel, volgens directeur Christine Lagarde zat de correctie er al langer aan te komen. Fijn dat het Internationale Monetaire Fonds beleggingsadvies nu ook als zijn core business ziet. Het zou nog mooier zijn als Lagarde ook kan aangeven tot hoever de correctie reikt en wanneer “we” weer moeten gaan kopen. Hopelijk heeft het IMF wel de benodigde vergunning van de toezichthouders, nu het monetaire instituut zich in de markt van beleggingsadvies begeeft. Beleggers in gestructureerde producten vinden het belangrijker dat de beweeglijkheid weer terug is op de aandelenmarkten. Dat maakt de rendementsperspectieven voor sommige constructies een heel stuk beter, maar voor andere juist weer slechter. Ik heb een ander advies voor beleggers die gestructureerde producten in portefeuille hebben. Voor deze beleggers kan in sommige gevallen het motto luiden: niet kopen maar draaien. Garantieproducten zijn duurder Ik geef een voorbeeld. Garantieproducten zijn door de toegenomen volatiliteit relatief duurder geworden. Dat is niet zo verwonderlijk. Een garantieproduct bestaat gewoonlijk uit twee elementen: een obligatie en een calloptie. De obligatie zal, bij gelijkblijvende rente, niet in koers veranderen. De calloptie zal natuurlijk in waarde dalen door de lagere koers van de onderliggende waarde, maar de relatieve prijsdaling zal meevallen door de opgelopen volatiliteit. Dat draagt er mede toe bij dat houders van een garantieproduct met beperkte schade de koersklappen van de afgelopen dagen hebben doorstaan. Neem bijvoorbeeld het AEX Garantie Certificaat van Commerzbank (ISIN: NL0012236533), dat afloopt in juni 2019 en een garantieniveau heeft van 95 euro indien de AEX op de einddatum 513 punten of lager noteert. Het product participeert voor 60% in een stijging van de AEX vanaf 540 punten. Ondergrens doorbreken De koers van het certificaat is de afgelopen tijd gedaald van 101,70 euro bij een AEX stand van 571 punten naar 99,10 euro bij een AEX van 525 punten. Terwijl de AEX-koers met 8% zakte, nam het certificaat met 2,5% in waarde af. Met de toegenomen volatiliteit en de veel lagere AEX koers, is het te overwegen een overstapje te maken naar een product met voorwaardelijke garantie. Deze producten zijn juist extra gedaald in de turbulentie van de afgelopen weken. De voorwaardelijke garantie (en het potentiële rendement) in deze producten vervalt namelijk als de onderliggende waarde (bijvoorbeeld de AEX) een vooraf vastgestelde ondergrens doorbreekt. Hoe groter de volatiliteit, hoe groter de markt de kans acht dat die ondergrens wordt doorbroken. Daarom worden de opties in deze producten tijdens een koersdaling en toenemende volatiliteit stukken goedkoper, en daarmee de gehele structuur. Neem bijvoorbeeld het Bonus Certificaat op de AEX, ook uitgegeven door Commerzbank (ISIN NL0012236434). Het certificaat loopt, net als het bovengenoemde garantieproduct, af in juni 2019. Als de AEX gedurende de gehele looptijd niet op of onder 480 punten zakt, is de aflossing gelijk aan minimaal 6,50 euro (ratio 1 op 100 met AEX). Hogere volatiliteit Indien de AEX in juni 2019 op een hogere koers dan 650 punten sluit, is de aflossing gelijk aan de stand van de AEX gedeeld door de ratio van 100. De belegger profiteert dus van de volledige verdere stijging van de AEX. In een paar weken tijd is dit Bonus Certificaat met 10,5% in waarde gedaald, van 5,90 euro tot een koers van 5,28 euro. Dat is een nog sterkere daling dan de 8% van de index zelf. Dat heeft deels met de toegenomen volatiliteit te maken, die ik voor het certificaat nu bereken op 15,4%. Dat is relatief nog niet zo hoog, maar wel meer dan de 13,4% die ingeprijsd was toen de AEX nog op 571 punten stond. Wat zijn de kansen van dit certificaat? Als de AEX gedurende de looptijd niet meer dan 8,5% daalt, tot 480 punten, is de belegger verzekerd van de aflossing op minimaal 6,50 euro en een rendement van 23%. Dat is heel wat beter dan de perspectieven op het garantiecertificaat. Om met het garantiecertificaat ook tot een rendement van 23% te komen moet de AEX stijgen naar 738 punten, een koersstijging van ruim 40%! Als de AEX op de aflossingsdatum niet verder dan het niveau van 571 punten is gestegen, lost het garantiecertificaat af op 103,40 euro, een rendement van 4,3%. Dat steekt schril af tegen de 23% die dan met het Bonus Certificaat wordt gerealiseerd. Natuurlijk zijn de risico’s met het Bonus Certificaat groter. Maakt u zich geen zorgen Als de koers eind juni 2019 op 480 staat, lost dit certificaat af op 4,80 euro (de AEX koers gedeeld door 100), waardoor een verlies is opgetreden van 9%. Elke koers van de AEX lager dan 480 wordt volledig doorvertaald naar het Bonus Certificaat. Het garantiecertificaat lost onder die omstandigheden af op 95 euro, een verlies van toch nog 4,1%. De verliezen op het Bonus Certificaat kunnen flink hoger uitvallen ten opzichte van het garantiecertificaat. Een mogelijkheid de risico’s te dempen is bij de draai minder positie in het Bonus Certificaat te nemen, bijvoorbeeld slechts een derde van de oorspronkelijke positie in het garantiecertificaat. De rest kan dan op de bank worden aangehouden. De neerwaartse risico’s zijn dan aanzienlijk beperkt en het rendementsperspectief is nog altijd een fraaie 7,7% over het hele vermogen. Daarnaast blijft er een ruime kaspositie over om toe te slaan als er kansen ontstaan bij hernieuwde turbulentie. De veranderde marktsituatie is er inderdaad geen om u als belegger zorgen over te maken, maar biedt eerder de mogelijkheid adequaat gebruik te maken van nieuwe kansen. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 05 dec Institutionele beleggers hebben voor 2025 duidelijke voorkeuren Ondanks dalende inflatie, lagere rentetarieven en afnemende recessievrees hebben institutionele beleggers over 2025 hun zorgen, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Natixis IM onder 500 institutionele beleggers wereldwijd. Zij zetten met name sterk in op private beleggingen en aandelen uit de opkomende markten.
Assetallocatie 04 dec Doet u mij maar Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Roelof Salomons, de nieuwe hoofd beleggingsstrategie van BlackRock Nederland, heeft in zijn outlook voor 2025 duidelijke voorkeuren. De beste kansen voor aandelen liggen in de VS. Voor obligaties ziet hij het meest in Europese bedrijfsobligaties, kredietwaardig en minder kredietwaardig.
Assetallocatie 03 dec De toegevoegde waarde van landbouwgrondstoffen De prijzen van landbouwgrondstoffen hebben historisch gezien weinig correlatie met traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties, maar ook met andere grondstoffen zoals energie en metalen. Inflatiebescherming is een ander belangrijk voordeel van beleggen in landbouwgrondstoffen, stelt grondstoffenspecialist Benoît Harger van private bank J. Safra Sarasin.
Assetallocatie 28 nov In een wereld vol anomalieën is Amundi optimistisch Amundi is in zijn outlook 2025 positief over aandelen, obligaties en de wereldeconomie. Vooral Azië biedt kansen. Het risico zit hem in een aantal anomalieën dat de markten op hol kan brengen
Assetallocatie 26 nov Tegenvallende winsten vergroten zorgen Nu bijna alle bedrijfscijfers over het derde kwartaal zijn gepubliceerd is het volgens CIO Saira Malik van Nuveen duidelijk dat de verwachte outperformance is uitgebleven. "Dat roept kopzorgen op bij beleggers over mogelijk te hoge aandelenkoersen en bijkomende correcties."
Assetallocatie 25 nov “Ook in 2025 verwachten we het meeste van Amerikaanse aandelen” Olivier de Berranger, CEO en co-CIO van de Franse vermogensbeheerder LFDE, geeft zijn kijk op 2025. Heel kort: Amerikaanse aandelen, vooral de kleine, hebben meer opwaartse kracht dan Europese aandelen. Wat obligaties betreft, gaat de voorkeur uit naar kredietwaardige bedrijfsobligaties.